De internationaal actieve Duitse accountancygigant ETL en de curator van de failliete Nederlandse accountantsketen B&P Groep stonden afgelopen woensdag tegenover elkaar bij het Gerechtshof in Arnhem. Inzet van het langslepende geschil is een mislukte miljoenendeal, die volgens betrokkenen uiteindelijk mede tot de ondergang leidde van het enige jaren geleden veelgeprezen B&P.
door Misha Hofland
Met Zippy naar Duitsland
Met de deal hadden beide partijen de Duitse markt willen veroveren met het door B&P ontwikkelde managementinformatiesysteem Zippy, bedoeld voor grote winkelketens en franchiseformules als McDonald’s. Het van oorsprong Duitse ETL is in bijna vijftig landen actief op het gebied van accountancy en belastingadvies, heeft ongeveer 10.000 medewerkers en behaalde in 2019 meer dan €950 miljoen omzet. Een gigant, vergeleken met de acht vestigingen van het door oprichter D.B. (40) sinds 2001 eigenhandig uitgebouwde B&P. Dat accountantskantoor wist zich in Nederland te onderscheiden met een snelle groei en veel nadruk op IT. B&P was in Nederland al actief met Zippy en zo raakten ETL en B&P in 2010 met elkaar in gesprek over gezamenlijke exploitatie van Zippy in Duitsland. Voor B&P zou dat een flinke klapper zijn geweest, maar na ongeveer twee jaar praten en onderhandelen besloot ETL in 2012 vrij plotseling om de stekker uit de samenwerking te trekken.
B&P stelde zich daarna op het standpunt dat de onderhandelingen op dat moment al tot een dusdanig stadium waren gevorderd dat de deal feitelijk al rond was. ETL betaalde na een kort geding €60.000, maar de zaak bij de rechtbank Gelderland tegen de Duitsers die daarop volgde – waarbij B&P een schadevergoeding van bijna €6 miljoen eiste – leidde in 2015 niet tot succes. Deze week stonden de voormalige onderhandelaars D.B. en CFO van ETL Stefan Rosenbauer in Arnhem na jaren opnieuw tegenover elkaar, omdat curator Artjan de Putter de lopende procedure tegen ETL na het faillissement van B&P heeft overgenomen.
‘Onderhandelingen oneigenlijk afgebroken’
Advocaat Hagen voerde woensdag namens B&P aan dat op het moment dat de samenwerking werd stopgezet al sprake was van wilsovereenstemming over de deal en ETL de onderhandelingen dus oneigenlijk afbrak. De Duitsers hadden last van geheugenverlies en hielden zich niet aan de afgesproken voorwaarden. Na twee jaar praten lag er een Letter of Intent en stond alleen nog een kort due diligence-onderzoek in de weg aan het ondertekenen van de definitieve overeenkomst. Met het uitvoeren van dat onderzoek was aan de enige opschortende voorwaarde voldaan en dus had ETL op dat moment niet meer de vrijheid om de onderhandelingen af te breken, voerde de raadsman woensdag aan.
Donderslag bij heldere hemel
Dat ETL twijfels over de economische levensvatbaarheid van Zippy in Duitsland en een gebrek aan vertrouwen in D.B. aanvoerde waren niet de echte reden om de stekker uit het project te trekken, stelde de B&P-raadsman. “De grondslag van die twijfel is nooit aan de orde gesteld tijdens het overleg, de mededeling van ETL kwam als een donderslag bij heldere hemel. Als zoiets na twee jaar intensief overleg gebeurd zijn de verbazing en verontwaardiging bij B&P dan ook volledig gerechtvaardigd.” Na een presentatie van Zippy aan de IT-afdeling van ETL zou er aan de Duitse kant bedacht zijn dat ze daar hetzelfde zouden kunnen ontwikkelen tegen lagere kosten, voerde B&P woensdag aan.
Voortschrijdend inzicht
Zelf ziet ETL dat anders, voerden CFO Rosenbauer en zijn raadsman aan. De ‘vermarktbaarheid’ van Zippy in Duitsland bleek bij nader inzien toch niet te zijn wat in eerste instantie werd gedacht, een kwestie van voortschrijdend inzicht. B&P zou de opbrengst van het softwaresysteem te rooskleurig hebben voorgesteld, voerde ETL aan. De omzet per klant viel tegen en ook het marktaandeel van Zippy in Nederland onder McDonald’s-franchisers zou minder groot zijn dan voorgespiegeld was. “De illusie dat je er heel veel geld mee kon verdienen klopte niet”, zei Rosenbauer woensdag in de rechtszaal. De Duitsers voelden zich bovendien naar eigen zeggen onder druk gezet om akkoord te gaan.
Dat er enige tijdsdruk achter de onderhandelingen zat was na al die tijd logisch, vond B&P-oprichter D.B. “We waren al twee jaar aan het onderhandelen en hadden op ETL gewacht omdat het een mooie partij was. Maar er waren ook andere partijen die belangstelling hadden. In de conclusies die ETL heeft getrokken zijn bovendien misverstanden geslopen die we in overleg makkelijk uit de weg hadden kunnen ruimen.” Het Hof moet zich nu gaan buigen over de vraag wie het bij het rechte eind heeft.
Bergafwaarts
Met het Nederlandse accountantsconcern en oprichter D.B. ging het na het afketsen van de deal met ETL behoorlijk bergafwaarts. Accountancy Vanmorgen achterhaalde onlangs dat B. vorig jaar één jaar celstraf kreeg opgelegd wegens belastingfraude (zijn hoger beroep mag hij in vrijheid afwachten). Ook werd de voormalige accountant veroordeeld omdat hij ten onrechte ongeveer drie ton via zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering opstreek bij verzekeraar Achmea. B&P verging het niet veel beter. B. stapte rond 2015 uit het concern, dat er financieel steeds minder goed voor kwam te staan. Op aandringen van huisbankier Rabobank werd daarom in 2015 en 2016 gereorganiseerd, waarbij alle vestigingen werden verzelfstandigd door de individuele partners. Voor het achtergebleven moederbedrijf B&P Groep werd uiteindelijk op 21 januari 2017 alsnog faillissement aangevraagd. Crediteuren hadden op dat moment nog ruim zes miljoen euro uitstaan.
Afwikkeling faillissement
De uitkomst van het geschil met ETL is bepalend voor de verdere afwikkeling van het faillissement van de B&P Groep. Die afwikkeling kent behalve het geschil met ETL nogal wat andere bijzonderheden, waarover Accountancy Vanmorgen onlangs al berichtte. Curator De Putter is daar vier jaar na de definitieve teloorgang van de B&P Groep begin 2017 nog altijd druk mee. Zo deed hij onder anderen al aangifte van vermoedelijke faillissementsfraude, nadat bleek dat er zo’n 4000 kilogram administratie was vernietigd.
Geef een reactie