Een accountantskantoor moet een slechtziende AA die twee jaar lang deels was ziekgemeld weer 100% van het salaris doorbetalen, heeft de kantonrechter bepaald. Het bedrijf heeft na de hersteldmelding verzuimd om een bedrijfsarts of arbeidsdeskundige in te schakelen.
Een man, die de functie Gevorderd AA vervult, werkt al bijna 40 jaar bij Kennemerwaert Groep. Hij heeft een erfelijke oogaandoening waardoor hij slecht ziet. Eind 2016 krijgt de man een beoordeling waarbij wordt opgemerkt dat de beperking van het zicht een handicap wordt in de branche die steeds verder automatiseert en waar steeds sneller en efficiënter gewerkt moet worden. In februari van het jaar erop stuurt Kennemerwaert de man naar een expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen voor onderzoek. Dat centrum vermeldt in het verslag: ‘Meneer kan niet snel en efficiënt genoeg werken.’
Ontlasten van taak
Er wordt ook een arbeidsdeskundige ingeschakeld ‘aangezien werknemer beperkingen heeft ten opzichte van normaal functioneren en er geconstateerd is dat de functie niet meer optimaal bij de werknemer past (productieverlies, maken van fouten)’. Het probleem zit ‘m met name in het werken met een specifiek programma, waarvan het lettertype niet duidelijk is. Dat programma beslaat een derde van zijn werktijd. ‘Een oplossing is om werknemer zoveel mogelijk van deze taak te ontlasten’, adviseert de deskundige dan ook. Die adviseert ook over het aanpassen van de loonwaarde. ‘Het is aan de werkgever en werknemer om samen hier overeenstemming over te bereiken en eventuele nog niet meegenomen factoren hierin een rol te laten spelen. (…) De loonwaarde blijft ruim boven de 65% waardoor er geen sprake zal zijn van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Wel is het verstandig om nu een eerste ziektedag te bepalen.’ Op 5 oktober 2017 wordt de man ziekgemeld.
Ziekmelding geen toegevoegde waarde
In 2018 komt de man langs bij de bedrijfsarts, die vaststelt dat de gezondheidssituatie vooralsnog constant blijft en dat het UWV een onderzoek wil naar kansen en mogelijkheden in spoor 2 (werken buiten het bedrijf). Ook merkt de arts op: ‘Bij een loonverlies van 30% en het niet verder doorlopen van spoor 2, heeft de ziekmelding geen toegevoegde waarde. Een aanloop naar WIA zal op deze feiten door het UWV zeer waarschijnlijk niet worden goedgekeurd. En het UWV kan zelfs deze aanloopperiode achteraf als niet geldig verklaren. Een volgend spreekuur lijkt mij daarom niet zinvol.’
Maar er volgen toch nieuwe afspraken en in maart 2019 schrijft de arts: ‘Gezien de duur van de arbeidsongeschiktheid en voor de zekerheid adviseer ik een deskundigenoordeel welke aan te vragen is bij het UWV.’ Begin oktober 2019, na twee jaar ziekte, vraagt het accountantskantoor aan de man of hij een WIA-aanvraag wil doen. Maar die lijkt niet scherp te hebben dat hij al een tijd is ziekgemeld en wil eerst weten: ‘Kun je mij aangeven waar je de WIA-aanvraag precies voor nodig hebt. En kun je mij ook aangeven wat de WIA-aanvraag voor mij tot gevolg heeft.’
Salaris gekort
Een antwoord blijft uit, maar eind die maand meldt Kennemerwaert wel dat bij het uitblijven van een WIA-aanvraag het salaris zal worden gekort tot 70%. En dat gebeurt ook, ondanks dat de werknemer via een gemachtigde protest heeft aangetekend tegen het standpunt dat hij arbeidsongeschikt is en zich met terugwerkende kracht beter heeft gemeld. Hij stelt niets van de ziekmelding te weten. Hij krijgt een waarschuwing en hij wordt aangesproken op negatief gedrag op de werkvloer.
De man schakelt zelf een registerarbeidsdeskundige in, die rapporteert dat er geen sprake is van uitval of een eerste ziektedag. Bij de kantonrechter vordert hij betaling van achterstallig loon, herstel van de 100% doorbetaling van zijn loon en het intrekken van de ziekmelding. Hij werkt namelijk fulltime, betoogt hij. Zijn werkgever brengt daartegen in dat de man geen deskundigenoordeel heeft laten zien en dat hij niet tijdig een WIA-aanvraag heeft ingediend bij het UWV.
Wel arbeidsongeschikt geweest…
Maar de kantonrechter oordeelt dat de man helemaal geen deskundigenoordeel hoeft over te leggen en evenmin een WIA-aanvraag hoefde te doen. Wel bepaalt de rechter dat de man van 5 oktober 2017 tot 1 november 2019 arbeidsongeschikt wegens ziekte moet worden geacht in de zin van de wet. ‘Een werknemer is immers arbeidsongeschikt wegens ziekte in de zin van artikel 7:629 BW als hij door een fysieke of mentale gesteldheid niet de arbeid kan verrichten die hij geacht wordt te verrichten. Daarvan kan sprake zijn als de werknemer geen van de overeengekomen werkzaamheden meer kan of mag verrichten, maar ook als de werknemer door de ziekte bepaalde onderdelen van de bedongen arbeid niet kan uitvoeren. De bedongen arbeid wordt met andere woorden als een geheel gezien. Kan de bedongen arbeid door ziekte niet volledig worden verricht, dan is sprake van arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 7:629 BW. In het verlengde hiervan is van herstel pas sprake als iemand weer in staat is de bedongen arbeid volledig uit te voeren.’
Het rapport van het expertisecentrum toont aan dat de man erkent dat hij door zijn beperking minder productief is.
Zo heeft hij al drie jaar geen btw-aangiften gedaan of jaarstukken van NV’s gepubliceerd, terwijl deze werkzaamheden wel onderdeel uitmaken van zijn functie. Daarmee heeft hij arbeidsongeschiktheid erkend. De ziekmelding hoeft dus niet te worden teruggedraaid.
…maar nu niet meer
Maar de man is wel per 1 november 2019 hersteld gemeld, wat niet is betwist door de werkgever. Die heeft ook eerdere adviezen van verschillende bedrijfsartsen naast zich neergelegd om een deskundigenoordeel te vragen om het verdienvermogen te beoordelen. ‘De kantonrechter gaat er daarom van uit dat [de AA] per 1 november 2019 in staat was om de bedongen arbeid te verrichten. Dat [hij] op 1 november 2019 feitelijk niet zijn volledige takenpakket uitoefende, maakt deze conclusie niet anders. Het gaat er immers om of een werknemer de bedongen werkzaamheden kan verrichten.’ Kennemerwaert heeft de man pas eind juni 2020 erop gewezen dat hij de btw-aangiften moest doen en stukken van NV’s moest publiceren. Daarop is hij dat met ingang van 1 juli 2020 weer gaan doen.
Nalaten aanvraag niet verwijtbaar
De man was wel gehouden om een WIA-aanvraag te doen. Hij heeft alleen de brief van het UWV, waarin dat staat, niet ontvangen. En uit zijn mail uit oktober 2019 blijkt dat hij zijn situatie niet goed heeft begrepen. ‘Gelet op al deze omstandigheden kan [de AA] niet worden verweten dat hij de WIA-aanvraag niet (tijdig) heeft gedaan, nog daargelaten dat het re-integratieadvies dat bij de WIA-aanvraag moest worden overgelegd, pas op 1 oktober 2019 beschikbaar was.’
De man had daarom met ingang van 1 november 2019 recht op 100% van zijn loon. De rechter voegt daar nog wel aan toe: ‘De vordering van [werknemer] om voor recht te verklaren dat hij niet arbeidsongeschikt is zal worden afgewezen, omdat het niet onaannemelijk is dat als Groep Kennemerwaert na de hersteldmelding van [werknemer] per 1 november 2019 een arboarts of een (arbeids)deskundige had ingeschakeld deze tot een ander oordeel zou zijn gekomen.’
Geef een reactie