Staatssecretaris Keijzer informeert de Kamer uiterlijk half april over knelpunten die ondernemers ervaren met de referentiesystematiek van de TVL. Woensdag stuurde ze een onderzoeksrapport over de kwestie naar de Kamer.
Geringe referentieomzet
Samen met brancheorganisaties Ondernemend Nederland (ONL), MKB-Nederland, Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft Keijzer onderzoek gedaan naar welke groepen ondernemers welke knelpunten ervaren met de referentiesystematiek van de TVL en daardoor niet of onvoldoende geholpen worden. In totaal hebben 1076 ondernemers gereageerd. Uit het onderzoek blijkt dat circa 70% van hen aangaf geen -of zeer beperkte- referentieomzet te hebben in de referentieperiode. Hieraan liggen verschillende oorzaken ten grondslag, zoals een verbouwing in de referentieperiode, de opstart van het bedrijf of vergunningstrajecten. Hierdoor komen deze ondernemingen niet of beperkt in aanmerking voor de TVL.
Economisch herstelbeleid
Doordat sommige bedrijven geen gebruik kunnen maken van de verschillende steunpakketten, loopt de schuldenberg voor deze bedrijven op en wordt de liquiditeitspositie slechter. Het kabinet komt dit voorjaar met een brief over het economisch herstelbeleid. Hierbij zal ook gekeken worden naar de solvabiliteitspositie van het mkb.
Andere knelpunten
Naast de referentiesystematiek zijn ook andere knelpunten in dit onderzoek naar voren gekomen, die niet de kern van de rapportage zijn, maar hier wel in zijn meegenomen. Het gaat daarbij om problemen met sbi-codes, bijzondere gevallen en ondernemingen die niet aan alle voorwaarden van de regeling (kunnen) voldoen, zoals de vaste lastendrempel of de MKB-toets. Recent heb ik uw Kamer geïnformeerd over de omgang met bijzondere gevallen binnen de TVL en met sbi-codes en activiteitenomschrijvingen in het Handelsregister. Daarnaast wordt de TVL ook opengesteld voor niet-mkb-bedrijven en hebben meer kleinere bedrijven toegang gekregen tot de TVL door verlaging van het minimum aan vaste lasten van € 3.000 naar €1.500 en worden kleinere bedrijven beter ondersteund door de verhoging van het minimum subsidiebedrag van € 750 naar €1.500.
Niet alle ondernemers die knelpunten ervaren zullen zich gemeld hebben. Ondanks dat het lastig is om op basis van de rapportage een conclusie te trekken over de daadwerkelijke omvang van de knelpunten, geeft de rapportage een duidelijk beeld dat er voor veel bedrijven een knelpunt zit bij de referentiesystematiek.
Lees hier het onderzoeksrapport.
___________________________________________________________________________________________________________________
Interessante cursus van Accountancy Vanmorgen
Lunch & Learnsessie Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) | 21 april | 12.00 – 13.00 uur | Jan Wietsma
Maak kennis met de WHOA en leer wat de WHOA voor de ondernemer en zijn accountant betekent. Je leert aan welke eisen een schuldsanering moet voldoen en hoe je daar als accountant bij kunt ondersteunen. Deze training past prima in het curriculum van het verplichte PE-leerdoel continuïteit.
Geef een reactie