Het balletje dat ging rollen toen controlerend accountant EY aan de bel trok over de klimaatambities van Shell blijft voorlopig doorrollen. De rechtbank Den Haag beveelt Shell om via het concernbeleid van de Shell-groep de CO2-uitstoot eind 2030 terug te brengen tot netto 45% ten opzichte van het niveau van 2019.
Uitspraken: ECLI:NL:RBDHA:2021:5337 & ECLI:NL:RBDHA:2021:5339
Jaarrekeningcontrole EY
EY trok eerder dit jaar de aandacht door als controlerend accountant van Shell voor het eerst de financiële impact van klimaatverandering en de energietransitie als kernpunt van de accountantscontrole te karakteriseren. Volgens de accountant kunnen de klimaatverandering en de energietransitie een “wijdverbreide” impact hebben op beoordelingen en schattingen van het bestuur en derhalve op de controle. De impact van klimaatrisico en energietransitie werd daarom in de controleverklaring van EY-accountant Allister Wilson opgenomen als key audit matter in de op 11 maart gepubliceerde Shell-jaarrekening 2020.
Vordering eisers
Zeven stichtingen en verenigingen en ruim 17.000 individuele eisers hebben de procedure aangespannen tegen Shell waarin nu dit bevel is gegeven door de rechtbank Den Haag. Volgens de eisers doet Royal Dutch Shell (RDS) als beleidsbepalend hoofd van de Shell-groep onvoldoende, handelt zij onrechtmatig en moet er meer worden gedaan om de CO2-uitstoot te verminderen. De eisers vorderden dat de CO2-emissies in 2030 ten opzichte van het niveau van 2019 moeten worden teruggebracht met 45% of anders 35% of 25%. De vorderingen gaan over de CO2-uitstoot van de Shell groep zelf en ook die van haar toeleveranciers en afnemers.
Shell verplicht te zorgen voor CO2-reductie
De rechtbank concludeert dat RDS verplicht is via het concernbeleid van de Shell-groep te zorgen voor CO2-reductie van de Shell-groep, haar toeleveranciers en afnemers. Dat volgt uit de voor RDS geldende ongeschreven zorgvuldigheidsnorm, die de rechtbank heeft ingevuld aan de hand van de feiten, breed gedragen inzichten en internationaal aanvaarde standaarden. Ten aanzien van de toeleveranciers en afnemers geldt een zwaarwegende inspanningsverplichting, die inhoudt dat RDS via het concernbeleid van de Shell-groep haar invloed moet aanwenden, door bijvoorbeeld via het aankoopbeleid eisen te stellen aan toeleveranciers. RDS heeft alle vrijheid om de reductieverplichting naar eigen inzicht na te komen en het concernbeleid van de Shell-groep vorm te geven. De offers die dit vraagt, wegen op tegen het belang dat wordt gediend met het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering.
Dreigende schending van de reductieverplichting
De rechtbank vindt niet dat RDS deze verplichting nu al schendt, zoals eisers betogen. RDS heeft het beleid van de Shell-groep aangescherpt en is bezig dat uit te werken. Omdat het beleid niet concreet is, vele voorbehouden kent en uitgaat van het volgen van de maatschappelijke ontwikkelingen in plaats van een eigen verantwoordelijkheid om te zorgen voor CO2-reductie, oordeelt de rechtbank dat sprake is van een dreigende schending van de reductieverplichting. De rechtbank beveelt RDS daarom om via het concernbeleid van de Shell-groep de CO2-uitstoot van die groep, haar toeleveranciers en afnemers, eind 2030 terug te brengen tot netto 45% ten opzichte van het niveau van 2019.
Geef een reactie