De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen. Komt-ie er of komt-ie er niet? Waarom is het verzekeraars eigenlijk niet gelukt om de groep zzp’ers massaal aan zich te binden? En hoe kijken zij naar deze op te tuigen verplichte publieke voorziening? AOV-experts Yoram Schwarz van Movir en Ewout Hollegien van a.s.r. reageren.
door Jannie Benedictus
De brief van demissionair minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken van eind maart legt veel uitvoeringsproblemen van de publieke voorziening op tafel. Het vinden van evenwicht tussen privaat en publiek is nog niet zo makkelijk. Hoe de voorziening er precies uit zal zien is dan ook nog niet bekend.
Yoram Schwarz is ceo bij arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir, onderdeel van Nationale-Nederlanden. Ewout Hollegien heeft als directeur Inkomen deze productlijn bij a.s.r. onder zijn hoede. Zij volgen het dossier uiteraard op de voet.
Komt-ie er of komt -ie er niet? En is dat goed nieuws?
Yoram Schwarz: ‘Ja hij komt er wel. Maar wanneer, dat is aan de wetgever. Wij vinden het goed nieuws. Van de 1,3 miljoen zelfstandigen in Nederland zijn er 350.000 met een arbeidsongeschiktheidsverzekering, of iets wat daarop lijkt. Er is een grote groep die geen keuze maakt. Zij krijgen hierdoor een minimale basis.’
Ewout Hollegien: ‘We hebben begin juni het SER-advies kunnen lezen, en de AOV is daarin ook weer besproken. Het gaat er echt wel van komen. En dat is goed, we zien met z’n allen de problematiek. Dertig procent van de onverzekerde zzp’ers kan een inkomensterugval niet dragen, dus voor die groep gaat het echt iets betekenen.’
Arbeidsongeschiktheid is jullie vak. Waarom kiest een kleine miljoen zzp’ers ervoor zich niet te verzekeren?
Hollegien: ‘Er is niet één ondernemer, dus die afwegingen verschillen. De toegankelijkheid van verzekeren is de laatste jaren absoluut toegenomen. Er is veel variatie in kosten en dekkingen. We kunnen echt maatwerk bieden. Toch is de verzekerbereidheid niet toegenomen. Voor een deel is dat niet erg, omdat het bijvoorbeeld ondernemers zijn die een deel van de week in loondienst zijn of die kunnen terugvallen op het inkomen van de partner. Die zitten ook niet in die dertig procent die het echt niet kan dragen.’
Schwarz: ‘Het is best ingewikkeld om in z’n algemeenheid iets over zelfstandigen te zeggen. De groep is zo groot en divers. Wij hebben bijvoorbeeld veel producten voor medisch specialisten. Dat is een beroep voor het leven zou je kunnen zeggen. Iemand die huisarts is, wil huisarts blijven. Die groepen zijn dus eerder geneigd om zich te verzekeren en willen ook een verzekering die hun beroep verzekert. Maar ik kan me ook voorstellen dat een jonge ondernemer zonder gezin, het vraagstuk nog even parkeert. Eerst maar eens kijken of je wat leven in die onderneming krijgt.’
Hollegien: ‘De publieke verzekering zal uitgaan van gangbare arbeid: dus al het werk dat je redelijkerwijs nog kunt doen. In de private sector werken we met passende arbeid en beroepsarbeid. Het is verstandig om je daarover goed te laten adviseren. Ben je, als het er op aankomt, echt bereid om heel ander werk te gaan doen?’
Zomaar twee aannames die onverzekerden vaak hebben over de AOV: het is duur en ‘ze’ keren toch niet uit.
Schwarz: ‘Ik kan onmogelijk in andermans portemonnee kijken en bepalen wat iemand duur vindt. Maar ik kan wel zeggen dat het modulaire producten zijn. Er zitten een aantal keuzes in. Het is steeds een afweging tussen risico en premie, dat wordt soms vergeten in de discussie.’
Hollegien: ‘De premie is aftrekbaar, dat weten veel mensen niet. En er worden door verzekeraars maandelijks tientallen miljoenen uitgekeerd aan ondernemers die ziek zijn. Helaas blijven altijd de verhalen hangen waar discussie over is. Daarbij is een AOV heel transparant: de totale kosten voor arbeidsongeschiktheid zitten in één product. De kosten voor arbeidsongeschiktheid van werknemers zijn over meerdere private en sociale premies uitgesmeerd en liggen in totaliteit mogelijk wel hoger.’
Is het lastig voor jullie om op het wetsvoorstel voor te sorteren?
Schwarz: ‘Zolang het nog geen wet is, kunnen er steeds dingen veranderen. Dus in die zin is alles wat ik er over zeg morgen misschien weer anders. Maar wij zijn in ieder geval blij dat er een opt out wordt voorgesteld: dus dat mensen mogen kiezen voor een gelijkwaardig of beter product bij een verzekeraar. Voor veel ondernemers zal dat een logische keuze zijn, omdat ze een hoger inkomen willen verzekeren of beroepsarbeid in plaats van gangbare arbeid.’
Hollegien: ‘Er was eerst nog even sprake van een private dekking bovenop de publieke voorziening, maar dan krijg je wel een heel complexe uitvoering. De publieke verzekering zal de default worden. Dus wie niet actief een andere keuze maakt, komt daarin terecht. Alles zal er op gericht zijn om een goed evenwicht te krijgen tussen het publieke en het private. Wij zullen, en zo staat het ook in de brief van Koolmees, niet met die default concurreren.’
De angst is toch dat de publieke voorziening de slechte risico’s krijgt. Er is immers geen medische acceptatie.
Schwarz: ‘Ik vermoed dat dat wel meevalt. Bijna een miljoen zzp’ers vindt het niet nodig zich nu te verzekeren. Die zal dan ook geen problemen hebben met een minimum-voorziening als default. Dus er zal een grote en ook diverse groep in de publieke voorziening zitten.’
Hollegien: ‘Mocht het effect zich toch onverwacht aandienen, dan wordt uiteraard ook nagedacht over oplossingen om de juiste balans tussen privaat en publiek te houden. Zo wordt er bijvoorbeeld gesproken overeen soort solidariteitspotje waarin de private markt dan een bijdrage moeten leveren aan het publieke deel.’
Wachten mensen nu af? Met het idee: er wordt binnenkort iets voor mij geregeld.
Hollegien: ‘Als ze er niet voldoende op worden gewezen door hun adviseur of hun boekhouder, dan zou dat een gevaar kunnen zijn. En zolang je afwacht, ben je niet verzekerd.’
Schwarz: ‘Ik denk juist dat door de corona-crisis zzp’ers zich meer bewust zijn geworden van hun kwetsbaarheid. Ze werden direct teruggeworpen op hun eigen middelen. Dat doet wel iets met mensen.’
Tot slot: wat is de rol van de accountant hierin?
Schwarz: ‘Die is het startpunt. Gesprekken starten toch vaak vanuit de financiële situatie. De accountant kan de diverse componenten goed inzichtelijk maken, waarna een financieel adviseur het adviestraject kan oppakken. Het gaat heel erg om de vraag: hoe wil ik er voor staan als mij wat overkomt. Wat betekent het voor mij als persoon wanneer ik het met de helft minder inkomen moet doen?’
Hollegien: ‘De accountant heeft een belangrijke rol in het duidelijk maken van het fiscale voordeel. De premie is aftrekbaar. Maar ook weet niemand beter dan de accountant wat de persoonlijke financiële situatie van een ondernemer is. Uiteindelijk is er een Wft-adviseur nodig om het best passende product te selecteren, maar ik zie daarin wel een mooi een-tweetje tussen accountant en Wft-adviseur.’
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Geef een reactie