Persoonlijk contact met de klant is in principe wel nodig als de accountant de jaarrekening van die klant samenstelt. Maar is het ontbreken daarvan ook altijd tuchtrechtelijk verwijtbaar? Over die vraag boog de Accountantskamer zich onlangs. In dit geval valt de accountant dat echter niet aan te rekenen, oordeelt de tuchtrechter. Ook de andere verwijten van de klant, de voormalig aandeelhouder van een uitzendbureau, treffen volgens de Accountantskamer geen doel.
Uitspraak: 21-199 RA
Het accountantskantoor waar de RA werkzaam is heeft meerdere vestigingen en heeft vanaf 2004 de jaarrekening van de uitzendonderneming verzorgd. De holding waar voorheen het uitzendbureau was ondergebracht en de dga van die holding klaagden de RA aan, nadat er onenigheid was ontstaan over de verkoop van het uitzendbureau. Een werknemer kocht het bedrijf in 2018 via een aandelentransactie waarover het accountantskantoor adviseerde. Een accountmanager van het kantoor heeft (advies)werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot de aandelentransactie. De RA stelde bovendien in 2018 kort voor de overname nog de jaarrekening 2017 samen van het uitzendbureau. Dat was omdat de accountant van de vestiging die normaal gesproken de jaarrekening verzorgde was overleden en er daardoor op dat moment op die vestiging tijdelijk geen accountant werkzaam was. Tussen koper en verkoper ontstond daarna een geschil over de deal.
Accountantskamer
De verkopende partij stelde daarom het accountantskantoor aansprakelijk en startte een tuchtrechtelijke procedure tegen de RA. Bij de Accountantskamer werd hem onder meer verweten dat hij nooit persoonlijk kennis had gemaakt met de verkopende partij, waarvoor hij dus kort voor de deal jaarrekening had samengesteld. Ook zou hij volgens de klagers (de dga en de holding) onvoldoende toezicht gehouden op de werkzaamheden van de accountmanager die adviseerde over de deal. In de samengestelde jaarrekening zou bovendien de winstverdeling niet juist zijn verwerkt.
Persoonlijk contact
De Accountantskamer overweegt over het persoonlijk contact dat uit Standaard 4410 volgt dat een accountant om de samenstellingsopdracht te kunnen uitvoeren voldoende inzicht moet verwerven in de activiteiten van de entiteit, waaronder (onder meer) het administratieve systeem en de administratieve vastleggingen.
Het is bestendige jurisprudentie van de Accountantskamer dat naleving van Standaard 4410 en het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid (in het algemeen) vergt dat een accountant voorafgaand aan de uitvoering van een opdracht persoonlijk contact heeft met een vertegenwoordiger van de entiteit, zodat hij zich op basis van eigen waarneming een oordeel kan vormen over de activiteiten van de entiteit en over de persoon of personen die de entiteit vertegenwoordigen.
De RA heeft erkend dat hij nooit persoonlijk contact met het management van klaagster heeft gehad. Hoewel het beter was geweest als hij wel contact had opgenomen, acht de Accountantskamer het ontbreken van persoonlijk contact in dit specifieke geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Hiervoor zijn de volgende omstandigheden van belang. Klagers waren geen nieuwe klanten van het accountantskantoor. Het accountantskantoor had al vanaf 2004 de opdracht om (onder andere) de jaarrekening van klaagster samen te stellen, waardoor sprake was van een langlopende klantrelatie met klagers. Daarnaast heeft de RA als opvolgend accountant de samenstelopdracht overgenomen in verband met het overlijden van de vorige accountant, waarbij het de bedoeling was dat hij slechts tijdelijk de samenstelwerkzaamheden zou overnemen. De RA werd daarbij ondersteund door een samenstelteam dat al geruime tijd bekend was met en inzicht had in de onderneming van klaagster. Verder waren er met betrekking tot de jaarrekening geen bijzonderheden ten opzichte van de voorgaande jaren en was er geen sprake van een situatie waarin de relatie tussen klaagster en het accountantskantoor niet soepel verliep. Daarom mocht de accountant in dit geval afgaan op de informatie die het samenstelteam had vergaard en die in het samensteldossier aanwezig was. Dat ten tijde van het samenstellen van de jaarrekening bij het samenstelteam bekend was dat verkoop van de uitzendonderneming werd nagestreefd, leidt niet tot een ander oordeel. De aandelentransactie zou pas na balansdatum kunnen plaatsvinden, waardoor deze niet van invloed zou zijn op de cijfers. Bovendien was op dat moment nog onzeker of de aandelentransactie zou doorgaan, omdat (onder andere) de koper de financiering nog niet rond had.
Onvoldoende toezicht op de accountmanager?
Over het toezicht op de accountmanager die over de overnamedeal adviseerde overweegt de Accountantskamer dat de RA alleen een samenstelopdracht had. Hierdoor kan hij alleen vaktechnisch verantwoordelijk worden gehouden voor de werkzaamheden die de accountmanager als lid van het samenstelteam heeft verricht. De advieswerkzaamheden van de accountmanager kunnen niet onder deze samenstelopdracht worden geschaard. Voor deze advieswerkzaamheden moet een seperate (mondelinge) adviesopdracht aan het accountantskantoor zijn verstrekt. Voor deze adviesopdracht kan de RA niet vaktechnisch verantwoordelijk worden gehouden, omdat hij deze opdracht niet heeft aanvaard en niet in geschil is dat hij zich niet met de advisering heeft bemoeid. Daar komt nog bij dat hij op de zitting onweersproken heeft gesteld dat binnen het accountantskantoor ook nog andere accountants werkzaam zijn, waardoor niet valt in te zien waarom juist de aangeklaagde RA verantwoordelijk zou zijn voor de adviesopdracht. Nu hij niet vaktechnisch verantwoordelijk is voor de advieswerkzaamheden van de accountantmanager, kan hem ook niet worden verweten dat hij daarop onvoldoende toezicht heeft gehouden. Ook dit klachtonderdeel is ongegrond.
Het niet juist verwerken van de winstdeling
De klagers klaagden verder onder meer dat de RA bij het samenstellen van de jaarrekening 2017 ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de tussen klaagster en de koper overeengekomen winstdeling. De RA heeft de omzet en winst van de uitzendonderneming opgenomen in de jaarrekening van klaagster, terwijl klaagster en de koper hadden afgesproken dat de winst van de uitzendneming vanaf 1 januari 2017 toekwam aan de koper. Daarbij hebben klagers gesteld dat de accountant kennis moet hebben gehad van deze afspraak, omdat de accountantmanager onder zijn verantwoordelijkheid werkte.
De Accountantskamer overweegt daarover dat, omdat de juridische overdracht van de holding plaatsvond na balansdatum, er geen reden was om de verkoop al in de cijfers van de jaarrekening 2017 van klaagster te verwerken. Klaagster was immers op de balansdatum nog eigenaar van de holding. Om deze reden is er geen sprake van een gebeurtenis na balansdatum die nadere informatie geeft over de feitelijke situatie per balansdatum.
Gebeurtenissen na balansdatum die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening opgenomen, tenzij deze een grote betekenis hebben voor de rechtspersoon omdat de continuïteitsveronderstelling vervalt en de jaarrekening wordt opgesteld uitgaande van liquidatie van het geheel van de werkzaamheden van de rechtspersoon (RJk A4.106). Op het moment van het opstellen van de jaarrekening was er echter voor de RA geen reden om aan te nemen dat sprake was van continuïteitsonzekerheid, oordeelt de Accountantskamer.
Gelet op het voorgaande heeft de RA bij de verwerking van de winst in de jaarrekening 2017 terecht geen rekening gehouden met de tussen klaagster en de koper gemaakte afspraak met betrekking tot de winstdeling. Het klachtonderdeel is daarom ongegrond.
Voorgenomen overname vermelden in toelichting jaarrekening
Ten overvloede merkt de Accountantskamer op dat ingeval van een (voorgenomen) overname de accountant zich ervan bewust moet zijn dat een dergelijke situatie onder omstandigheden in de toelichting vermeld moet worden. Omdat de klacht alleen ziet op de cijfermatige verwerking van de winst in de jaarrekening 2017 en geen betrekking heeft op de toelichting, heeft de Accountantskamer niet beoordeeld of vermelding van de (voorgenomen) overname in de toelichting in dit geval aangewezen was.
Ook de overige klachtonderdelen treffen wat betreft de Accountantskamer geen doel. De klacht wordt daarom in al haar onderdelen ongegrond verklaard.
Geef een reactie