Een AA die onvoldoende naging of de salarisadministratie van een klant wel klopte, geen jaarrekeningen deponeerde en geen toereikende aansprakelijkheidsverzekering had, is door de Accountantskamer voor een maand doorgehaald in het register.
De AA was dga van een accountantskantoor dat in 2017 de portefeuille heeft verkocht en de bedrijfsvoering bijna volledig heeft gestaakt. Een van de klanten was een fysiotherapeut die een praktijk voerde met drie medewerkers. Daarnaast werden op zzp-basis therapeuten ingehuurd. Het kantoor deed van 2011 tot en met december 2016 de salarisadministratie van de fysiotherapiepraktijk. De loonafdeling verzorgde die werkzaamheden, de AA stelde de jaarrekeningen samen en verzorgde de fiscale aangiften. De medewerker van de loonafdeling is in dienst getreden bij het accountantskantoor dat de klantenportefeuille heeft overgenomen en is de salarisadministratie van de fysiotherapiepraktijk blijven verzorgen.
Tegenvallende resultaten
In 2018 neemt de fysiotherapeute een bedrijfseconoom in de arm: ze vindt dat de bedrijfsresultaten op onverklaarbare wijze achterblijven bij de groei van de omzet. De bedrijfseconoom concludeert dat een oorzaak is dat het salaris van de medewerkers op een onjuiste wijze is berekend. In de arbeidsovereenkomst staat dat de totale loonkosten voor de werkgever 65% bedragen van de door de werknemer zelf gerealiseerde omzet. Volgens de bedrijfseconoom heeft het accountantskantoor echter een brutosalaris gelijk aan 65% van de omzet uitgekeerd. Daardoor kwamen de werkgeversloonlasten ten onrechte voor rekening van de fysiotherapiepraktijk. Vanaf 2011 hebben de medewerkers bruto 15% te veel salaris ontvangen, concludeert hij.
Geen uitlooprisico
De fysiotherapeute overlegt met het opvolgende accountantskantoor. De medewerker – die ook voorheen al de salarisadministratie deed – erkent dat hij verkeerde bruto-nettoberekeningen heeft gemaakt. Het kantoor wordt aansprakelijk gesteld voor de schade, maar dat schuift de claim door naar het inmiddels opgedoekte bedrijf van de AA. Die krijgt van de aansprakelijkheidsverzekeraar te horen dat de polis is geroyeerd en dat er geen narisico is meeverzekerd. De therapeute bekijkt of er nog verhaal te halen valt, maar stuit er daarbij op dat het kantoor van de AA na 2015 geen jaarrekeningen meer heeft gepubliceerd. Er volgt overleg, maar de AA wijst aansprakelijkheid van de hand.
Geen contact gezocht
Er volgt een klacht bij de Accountantskamer. Die oordeelt allereerst dat de klacht deels verjaard is, onder meer omdat de therapeute al voor 2016 had kunnen constateren dat de loonberekeningen niet klopten. Zij heeft haar eigen opgaven echter niet vergeleken met de salarisspecificaties. De tuchtrechter behandelt de klacht wel voor zover het gaat om werkzaamheden na 1 januari 2016. De AA is vaktechnisch verantwoordelijk voor de werkzaamheden die de medewerker van de loonafdeling verrichtte, is de eerste vaststelling. Deze medewerker heeft over zijn werkzaamheden nooit contact gezocht met de klaagster. ‘Vooral nu er over de uitleg van […] de arbeidsovereenkomst discussie mogelijk was, had dat wel op zijn weg gelegen. Door klaagster is onweersproken gesteld dat zij [de medewerker] pas voor het eerst heeft ontmoet toen deze inmiddels bij het opvolgende accountantskantoor werkzaam was.’
Salariskwestie zaak voor civiele rechter
De AA heeft geen toezicht gehouden op de werkzaamheden die de man deed, ook niet nadat de klant hem vragen had gesteld over de achterblijvende resultaten. ‘Betrokkene had naar het oordeel van de Accountantskamer behoren na te gaan of [de medewerker] zijn uitleg en toepassing van artikel 7 wel bij klaagster had geverifieerd. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene onvoldoende invulling heeft gegeven aan het bepaalde in artikel 14 van de VGBA en dat dit klachtonderdeel in zoverre gegrond is.’ Maar dat de salarissen onjuist zijn berekend, staat niet vast, omdat er discussie bestaat over het gewraakte artikel 7 de arbeidsovereenkomsten. Die discussie hoort bij de rechter thuis, aldus de Accountantskamer.
Ook jaarrekening publiceren hoort bij beroepsmatig handelen
De vrouw had ook geklaagd dat de AA de jaarrekeningen van zijn onderneming niet had gepubliceerd. Dat hoort echter niet bij het beroepsmatig handelen of het verlenen van een professionele dienst, zo verweert de AA zich. Maar dat is een te beperkte uitleg, vindt de tuchtrechter. ‘Telkens wanneer een accountant werkzaamheden verricht waarbij hij vakbekwaamheid aanwendt waarover een accountant beschikt dan wel behoort te beschikken, wordt hij geacht zijn beroep uit te oefenen en heeft hij zich te houden aan de fundamentele beginselen. Een accountant die bestuurder is van een onderneming, maakt bij het uitoefenen van het bestuur van een onderneming gebruik van zijn vakbekwaamheid als accountant. Hij verricht in die functie dan ook een professionele dienst als bedoeld in de VGBA, zodat op zijn gedragingen als bestuurder alle fundamentele beginselen van de VGBA van toepassing zijn. Uit artikel 3, lid 1, van de VGBA volgt dat het fundamentele beginsel van professionaliteit op elk handelen of nalaten van een accountant van toepassing is.’
Ontbreken jaarrekening en verzekering zorgt voor doorhaling
Een rechtspersoon dient haar jaarrekening openbaar te maken. ‘Door daar als bestuurder/accountant niet voor te zorgen heeft betrokkene in strijd gehandeld met wet- en regelgeving en heeft hij het beroep van accountant in diskrediet gebracht. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met het beginsel van professionaliteit.’
De AA heeft ook gefaald bij het zorgen voor een adequate aansprakelijkheidsverzekering. Volgens de NVKS moet de accountant die verantwoordelijk is voor het kwaliteitssysteem van een accountantspraktijk zorgen voor een beroepsaansprakelijkheidsverzekering waarbij het uitlooprisico gedurende ten minste twee jaar is gedekt. Dat heeft de AA niet gedaan, ook al dacht hij dat het wel zo was. ‘Betrokkene had dit eenvoudig kunnen nagaan.’
De AA krijgt een doorhaling voor de duur van één maand opgelegd. ‘De Accountantskamer neemt het betrokkene in het bijzonder kwalijk dat hij zich bewust niet aan de voor hem geldende regelgeving inzake het deponeren van jaarrekeningen heeft gehouden. Verder heeft betrokkene niet gezorgd voor een toereikende verzekering. De Accountantskamer is van oordeel dat een accountant zijn cliënten niet aan een dergelijk risico mag blootstellen.’
Cornelis zegt
waarom niet gelijk die AA levenslang doorhalen?
doorhalen voor 1 maand doet geen pijn.
rotte appels moet je niet in de maand laten zitten