Een RA die jaarrekeningen en belastingaangiften verzorgde voor een campingbeheerder, heeft te veel de belangen van de eigenaar van het terrein in het oog gehouden en daarmee zijn objectiviteit geschonden. De Accountantskamer heeft hem een berisping opgelegd.
Het echtpaar bereikt in 2008 overeenstemming over de overname van een camping met een verkopende BV. De daadwerkelijke levering vindt echter nooit plaats. Wel wordt de camping door het paar geëxploiteerd totdat in 2012 blijkt dat de camping niet levensvatbaar is. Het jaar erop sluiten de twee een huur- annex exploitatieovereenkomst voor een andere camping met een vennootschap en een maatschap van de BV-eigenaar. Die overeenkomst wordt niet schriftelijk vastgelegd. De man van de campings is van meerdere markten thuis, want hij heeft ook een administratiekantoor dat de administratie verzorgt voor de campinguitbaters. In 2017 stappen ze over naar een accountantskantoor. Aan papierwerk hecht het paar niet, want ook hier wordt geen schriftelijke opdrachtbevestiging opgesteld.
Fiscus controleert
Het accountantskantoor gaat eerst aan de slag met de jaarrekeningen 2015 en 2016, want daarin zijn fouten gemaakt. De betrokken RA probeert ook de gemaakte afspraken over de campingexploitatie op papier te krijgen. Maar de door hem opgestelde overeenkomsten inzake de campings worden niet getekend. Begin 2020 onderzoekt de Belastingdienst de aangiften inkomstenbelasting en omzetbelasting 2016 tot en met 2018 van de campinguitbaters, wat leidt tot een correctie. Er volgt een klacht bij de Accountantskamer die bestaat uit 25 onderdelen. De campingexploitant klaagt onder meer dat de RA jaarrekeningen niet heeft besproken en zonder te overleggen informatie met de eigenaar heeft gedeeld. Ook zijn belastingaangiften opzettelijk foutief ingediend en de RA heeft vooral de belangen van de eigenaar gediend.
Geen toestemming voor delen gegevens
De klacht over het zonder toestemming delen van de administratie, jaarrekeningen en privacygevoelige informatie wordt gegrond verklaard. De RA heeft onder meer brieven van de fiscus doorgestuurd aan de eigenaar van de campingterreinen en toelichtingen gegeven op de stand van zaken. Uit zijn brieven blijkt dat de uitbaters kennelijk niet snel reageren. ‘Belangrijk is dat er goed wordt gereageerd naar de belastingdienst anders komt dit niet goed en wel voor 23 november 2018. Al met al allemaal eenvoudig oplosbaar als zij maar communiceren.’ De RA stelt dat het delen van gegevens ‘staande praktijk’ was. Maar hij had geen schriftelijke toestemming om vertrouwelijke gegevens te delen, stelt de tuchtrechter vast. ‘Dat, althans volgens betrokkene, sprake was van een staande praktijk, dat dit de samenwerking tussen klager en [de eigenaar] ten goede kwam en dat klager hiervan op de hoogte was maakt dit niet anders, omdat daarin niet ligt besloten dat klager schriftelijk zijn toestemming tot het delen van vertrouwelijke informatie heeft gegeven. Betrokkene heeft dan ook gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid.’
Meeste klachten vallen RA niet aan te rekenen
Dat er geen contact is geweest over de jaarrekeningen valt de RA echter niet aan te rekenen. Hij heeft zonder succes geprobeerd om een afspraak te maken over de jaarrekeningen 2015 en 2016 en de conceptjaarrekeningen 2017 en 2018 zijn wel degelijk besproken, stelt de Accountantskamer vast. Een hele reeks andere klachtonderdelen wordt afgewezen als niet voldoende onderbouwd of niet relevant. Zo overweegt de Accountantskamer dat de RA niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor het boekenonderzoek van de Belastingdienst, onder meer omdat de uitbater van de campings jarenlang geen belastingaangifte heeft gedaan.
Meer dan passief begeleiden
Wel heeft de RA de belangen van de campingeigenaar ten onrechte vooropgesteld, zo geeft de tuchtrechter de klager gelijk. De werkzaamheden van de RA en zijn medewerkers gingen verder dan het – passief – begeleiden van de gesprekken tussen klager en [de campingeigenaar] en het vastleggen van hun afspraken, door onder meer advies te geven over het omzetten van een koopovereenkomst in een vaststellings- annex huurovereenkomst. ‘Betrokkene heeft niet, althans niet voldoende onderkend dat klager en [de eigenaar] tegenstrijdige belangen hadden. Klager was bij de overeenkomsten inzake de campings immers koper en huurder en [de eigenaar] verkoper en verhuurder, terwijl betrokkene van zowel klager als [de eigenaar] opdrachten heeft aangenomen en die opdrachten zowel feitelijk als juridisch sterk met elkaar waren verweven.’ Daarmee heeft de RA de bedreiging voor zijn objectiviteit niet geïdentificeerd en beoordeeld en hij heeft vervolgens geen toereikende maatregel genomen en in zijn dossier vastgelegd die ertoe leidde dat hij zich aan het fundamentele beginsel van objectiviteit kon houden. ‘In dit verband merkt de Accountantskamer op dat betrokkene ook heeft nagelaten de aan hem verstrekte opdracht tot het samenstellen van de jaarrekeningen voorafgaand aan de uitvoering ervan schriftelijk aan klager te bevestigen zoals Standaard 4410.25 voorschrijft. In die opdrachtbevestiging had betrokkene aan klager ook kunnen meedelen welke positie hij ten opzichte van hem en [de eigenaar] innam, wat zijn rol precies was, en onder welke condities hij de belangen van hen beiden kon (blijven) behartigen.’ De RA heeft niet alleen gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit, maar ook met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, oordeelt de Accountantskamer.
Bedreiging werd manifest
De RA krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Zwaarwegend daarbij zijn het delen van geheim te houden gegevens met een derde en het niet onderkennen van de bedreiging van zijn objectiviteit. ‘In plaats van die te onderkennen en een adequate maatregel te nemen en, indien dat niet mogelijk was de opdracht te beëindigen, heeft betrokkene zijn dienstverlening aan zowel klager als [de eigenaar] voorgezet ook nadat die bedreiging manifest werd vanwege hun onderlinge meningsverschillen.’
Geef een reactie