Het faillissement van het ooit zo succesvolle accountantskantoor B&P in 2017 leidt ertoe dat de schuldeisers nu in totaal ruim zes miljoen euro moeten afschrijven. Curator Artjan de Putter laat in zijn onlangs gepubliceerde laatste faillissementsverslag weten dat hij het bijltje erbij neergooit en een verzoek tot opheffing van het faillissement wegens gebrek aan baten gaat indienen.
door Misha Hofland
De Putter ziet na een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in een miljoenengeschil met branchegenoot ETL geen mogelijkheid meer om nog geld binnen te halen. Bij een gunstig oordeel van het hof zou de B&P-curator financiële armslag hebben gehad om actie te ondernemen tegen het paulianeuze handelen (onrechtmatige benadeling van schuldeisers in het zicht van een faillissement), waar volgens hem sprake van was bij B&P. Als gevolg van de opheffing van het faillissement kunnen de crediteuren nu fluiten naar de ruim zes miljoen euro die nog openstond. Het totale boedeltekort bij de B&P groep bedraagt €6.057.648,59. Over de schuldeisers is alleen bekend dat huisbankier Rabobank een vordering van €3,1 miljoen op B&P had en de Belastingdienst een beperkte vordering van ongeveer €30.000.
D.B. in 2014 bij Outdoor BrabantNeergang B&P
B&P-oprichter D.B. bouwde sinds 2001 min of meer vanuit het niets een keten van accountantskantoren met acht vestigingen op. Het concern kreeg veel lof toegezwaaid als vernieuwer in de branche, maar raakte in financiële problemen. De meeste vestigingen werden verkocht en het overgebleven moederconcern ging in 2017 failliet. Curator Artjan de Putter trof daarna een flinke puinhoop aan bij de B&P groep, bleek uit zijn faillissementsverslagen. De Putter meldde mogelijke faillissementsfraude bij politie en FIOD, omdat kort vóór het faillissement van de B&P Groep in totaal bijna 4000 kilo aan vertrouwelijk papier zou zijn opgehaald en vernietigd. Er ontbrak volgens De Putter veel administratie bij B&P en jaarrekeningen werden niet of onjuist gedeponeerd. De schuldeisers van het concern zijn volgens de curator kort voor het faillissement bovendien oneigenlijk benadeeld, zogeheten paulianeus handelen.
Belasting- en verzekeringsfraude
Met oprichter D.B. zelf liep het al niet veel beter af, zocht Accountancy Vanmorgen uit. B. werd in 2020 na een langlopend FIOD-onderzoek schuldig bevonden aan belastingfraude en kreeg één jaar celstraf opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk. Het hoger beroep in die zaak loopt nog altijd. Ook werd voormalig accountant D.B. veroordeeld omdat hij ten onrechte ongeveer drie ton via zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering opstreek bij verzekeraar Achmea. B. gaf zijn eigen visie op die gebeurtenissen in een uitgebreid vraaggesprek met Accountancy Vanmorgen.
Zaak tegen ETL
Curator Artjan de Putter zette na het faillissement van B&P een al lopende procedure voort tegen de van oorsprong Duitse accountancygigant ETL, in de hoop dat hij daarmee miljoenen binnen kon halen voor de vereffening van de failliete boedel. ETL en B&P waren jaren geleden met elkaar in onderhandeling over het gezamenlijk betreden van de Duitse markt met het door B&P ontwikkelde managementinformatiesysteem Zippy, bedoeld voor grote winkelketens en franchiseformules als McDonald’s. De deal had een miljoenenklapper voor B&P moeten betekenen, maar de Duitsers van ETL trokken op het allerlaatste moment de stekker uit de voorgenomen samenwerking. Volgens B&P gebeurde dat op een moment dat er al een deal was die volgens de onderlinge afspraken niet meer afgeblazen mocht worden. ETL zou daarvoor een schadevergoeding van zo’n zes miljoen euro moeten overmaken. Met behulp van externe financiers zette de curator de procedure daarover ook na het faillissement van B&P voort, maar het gerechtshof wees de miljoenenvordering op ETL vorig jaar af.
Geen stap naar Hoge Raad
Na die uitspraak lag het al in de lijn der verwachting dat curator De Putter niets anders restte dan opheffing van het B&P-faillissement zonder compensatie voor de schuldeisers. In zijn recente eindverslag meldt De Putter nu dat hij niet naar de Hoge Raad stapt: ‘De procesfinancier en de betrokken advocaat hebben het arrest bestudeerd en voorts heeft nog afstemming met een cassatieadvocaat plaatsgevonden. Uiteindelijk heeft de procesfinancier laten weten dat zij het boek gaan sluiten en geen cassatieronde meer zullen financieren. Dit heeft de curator doen besluiten geen cassatie in te stellen. De daarvoor benodigde financiële middelen ontbreken en voorts is de uitkomst van zo’n procedure – vanwege het beperkte toetsingskader in cassatie – uiterst onzeker. Er wordt derhalve berust in de uitkomst in hoger beroep.’
Ook voor andere acties ziet De Putter na de uitspraak geen mogelijkheden meer: ‘Nu de vorderingen in de procedure in hoger beroep zijn afgewezen en er geen cassatie wordt ingesteld, is de kwestie omtrent paulianeus handelen niet langer relevant.’ Er wordt daarom een verzoek tot opheffing van het faillissement wegens gebrek aan baten ingediend. Daarmee is voor de schuldeisers in het faillissement van B&P na enkele jaren afwachten nu definitief duidelijk dat ze de uitstaande miljoenen zullen moeten afschrijven.
Geef een reactie