Een accountant die bij een groot accountantskantoor in dienst was heeft verzekeraar Achmea opzettelijk structureel misleid door voor te wenden dat hij ziek was, terwijl hij ondertussen fulltime werkte. Daarmee streek hij ten onrechte bijna drie ton op via zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering, waar hij aanvankelijk terecht aanspraak op had gemaakt nadat er bij hem een hersentumor was ontdekt. De Rechtbank Midden-Nederland veroordeelde de man tot terugbetaling van het bedrag nadat de zaak aan het rollen was gekomen door een anonieme tip over de fraude aan zijn werkgever. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerd vonnis uit oktober vorig jaar. Inmiddels werkt de frauderende accountant als Partner Advisory bij een ander accountantskantoor, wordt in het vonnis gemeld.
Vanaf 2001 was de accountant dga van een accountantskantoor. Op 30 oktober 2008 verzekerde hij zich bij Achmea (handelend onder de naam Interpolis) voor arbeidsongeschiktheid als accountant. Op 19 december 2014 meldde de man zich ziek bij Achmea omdat bij hem een groeiende hersentumor was ontdekt waaraan hij in januari 2015 geopereerd moest worden. Achmea kende de accountant daarom met ingang van 25 december 2014 een arbeidsongeschiktheidsuitkering toe op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100%.
Arbeidsongeschikt
De hersenoperatie en de revalidatie verliepen voorspoedig. Vanaf april 2015 tot en met juni 2017 werd de accountant in opdracht van Achmea ongeveer om de maand bezocht door een arbeidskundige, die naar aanleiding daarvan rapportages opmaakte. Daaruit kwam veelal een beeld naar voren van een man die chronisch vermoeid was en maar tot weinig werk in staat was. In een brief op 6 april 2016 schreef de claimbehandelaar van Achmea aan de accountant dat Achmea het advies van de arbeidsdeskundige zou opvolgen en dat hij daarom per 1 april 2016 95% arbeidsongeschikt werd geacht. Op 30 november 2016 werd op advies van de arbeidskundige het arbeidsongeschiktheidspercentage per 1 januari 2017 op 90% gesteld.
Fulltime aanstelling accountantskantoor
In de tussentijd trad de accountant echter doodleuk per 1 september 2015 in dienst bij een accountantskantoor waar hij een fulltime aanstelling (40 uur per week) kreeg tegen een salaris van EUR 118.000,- per jaar. Daar werkte hij in de functie van ‘Director D’, een functie net onder partnerniveau. De D staat voor doorgroei. In de periode van 1 september 2015 tot medio juni 2017 meldde hij zich niet ziek.
Anonieme tip
Op 27 juni 2017 werd Achmea echter benaderd door het Verbond van Verzekeraars na een melding van de werkgever van de accountant. Het accountantskantoor had een anonieme tip ontvangen dat de man de voorgaande jaren vermoedelijk ten onrechte een verzekeringsuitkering ontving. De fraude-coördinator van Achmea vroeg vervolgens nadere informatie op bij het accountantskantoor. Op 11 juli 2017 had de claimbehandelaar van Achmea telefonisch contact met de accountant over zijn arbeidsongeschiktheid. In een brief van dezelfde datum berichtte de claimbehandelaar hem dat Achmea op basis van informatie uit dit telefonisch contact uitging van een arbeidsongeschiktheid van 85% per 1 augustus 2017.
In een brief gedateerd 12 juli 2017 schreef de accountant vervolgens aan Achmea:
“Naar aanleiding van uw brief van 11 juli 2017 bericht ik u als volgt. U schrijft dat u uitgaat van 85% arbeidsongeschiktheid en volgens mij is dat onjuist.
Sinds geruime tijd werk ik namelijk gemiddeld 40 uur per week, zijnde 4 x 2 uur per dag. Als ik dit relateer aan mijn normale werkweek van 70 uur die ik voor de operatie maakte, ben ik voor circa 45% arbeidsongeschikt. Kunt u dit aanpassen en van de uitkering een herberekening maken?
Als het goed is, is bovenstaande informatie ook reeds eerder met u gedeeld, middels de correspondentie vanuit de behandelend artsen.”
In een brief op 13 juli 2017 berichtte de fraudecoördinator van Achmea de accountant daarop dat Achmea van mening is dat de accountant haar opzettelijk heeft misleid en dat zij daarom de verzekeringsovereenkomst per datum van de brief beëindigt en de uitkering en de gemaakte kosten terugvordert vanaf 1 september 2015.
Vordering
Bij de Rechtbank Midden-Nederland vorderde Achmea de accountant tot betaling van € 295.391,69 vanwege teveel ontvangen uitkeringen en verschuldigde premies. De accountant was het daar niet mee eens en voerde aan dat hij zijn werk bij het accountantskantoor nooit opzettelijk heeft verzwegen voor Achmea. Zijn werk daar was volgens hem bovendien niet vergelijkbaar met zijn vroegere werkzaamheden als accountant bij zijn eigen kantoor. Voor die laatste werkzaamheden meende hij nog steeds arbeidsongeschikt te zijn en daarom ook recht te hebben op de uitkering. De rechtbank laat van dat verweer echter niets heel.
Verzwijgen dienstverband
Ter onderbouwing van zijn verweer dat hij zijn dienstverband niet had verzwegen wees de accountant erop dat hij zowel op LinkedIn, als tegenover zijn behandelend artsen, als tegenover Rabobank (de assurantietussenpersoon) open is geweest over zijn dienstverband. Hij wees er ook op dat zijn werkgever bij zijn indiensttreding een collectieve verzekering voor hem had afgesloten bij Achmea, zodat hij er naar zijn zeggen vanuit mocht gaan dat Achmea op de hoogte was van zijn dienstverband.
De omstandigheden die de accountant aanvoert gelden echter volgens de rechtbank niet en kunnen ook niet worden opgevat als een melding van hem bij Achmea. De accountant erkende zelf dat wetenschap bij Rabobank of bij een van zijn medische behandelaars niet betekent dat die wetenschap ook bij Achmea aanwezig is. De accountant mocht er niet van uitgaan dat een mededeling aan zijn behandelend psycholoog Achmea zou bereiken. Ook een vermelding op LinkedIn, door Achmea overigens betwist, is geen melding aan Achmea. De collectieve verzekering bij Achmea is bovendien door het accountantskantoor afgesloten. De accountant kon en mocht er volgens de rechtbank niet van uitgaan dat Achmea het sluiten van de collectieve verzekering zou opvatten als een melding van hem dat hij weer aan het werk was.
Soort werkzaamheden
De accountant voerde verder aan dat hij zijn dienstverband bij het accountantskantoor niet relevant acht voor de beoordeling van de mate van zijn arbeidsongeschiktheid omdat hij daar andere werkzaamheden verrichtte dan voorheen in zijn eigen bedrijf. Ook dat betoog snijdt volgens de rechtbank geen hout. Dat hij bij zij nwerkgever wellicht niet precies dezelfde werkzaamheden verrichtte als voorheen in zijn eigen bedrijf en dat hij daar veel minder verdiende (EUR 118.000,-) dan voorheen (bijna EUR 500.000,-), zoals hij tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard, ontsloeg hem niet van de plicht zijn dienstverband bij Achmea te melden. Hij kon en moest, zeker gezien zijn achtergrond, zeer goed begrijpen dat zijn fulltime dienstverband bij het accountantskantoor als ‘Director D’, waarbij de D staat voor doorgroei, voor Achmea van belang was bij de bepaling van het percentage arbeidsongeschiktheid. Dat hij destijds heus begreep dat dit dienstverband relevant was voor Achmea blijkt uit zijn brief van 12 juli 2017 waarin hij schrijft dat hij 40 uur per week werkt en dat het percentage arbeidsongeschiktheid daarom moet worden aangepast.
Structurele misleiding
De eindconclusie van de rechtbank is dat de accountant Achmea opzettelijk structureel heeft misleid en heeft gehandeld in strijd met de polisvoorwaarden, zodat Achmea op grond daarvan de uitkering stop mag zetten en de uitgekeerde bedragen van EUR 277.919,95 terug kan vorderen. Tegen de hoogte van de vordering is geen verweer gevoerd en tegen de vordering tot betaling van de verschuldigde premies vanaf 25 december 2015 van EUR 14.471,74 is evenmin (afzonderlijk) verweer gevoerd. De vordering wordt toegewezen tot een bedrag van EUR 292.391,69.
Proportioneel
Ook het betoog van de accountant dat de maatregelen van Achmea (het stopzetten en terugvorderen van de uitkering, het beëindigen van de verzekering en het opnemen van zijn gegevens in verschillende frauderegisters) niet proportioneel zijn slaagt niet.
Met Achmea is de rechtbank van oordeel dat de door Achmea getroffen maatregelen niet disproportioneel zijn. Bij dat oordeel weegt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden mee:
- De accountant heeft tegenover de arbeidskundige stelselmatig een sterk vertekend beeld van zijn arbeidsmogelijkheden gegeven.
- De accountant heeft tegenover de arbeidskundige stelselmatig, gedurende een periode van twee jaren, verzwegen dat hij een fulltime dienstverband had bij het accountantskantoor in een functie waarin hij in aanmerking kwam om partner te worden. In die periode heeft hij zich nooit ziek gemeld.
- De accountant wist dat dit dienstverband van belang was bij het vaststellen van het percentage arbeidsongeschiktheid.
- Het bedrag dat ten onrechte is uitgekeerd is aanzienlijk.
- De accountant is opgeleid als accountant en behoort door zijn beroep – waarin integriteit hoog in het vaandel staat – te weten dat op misleiding sancties staan.
Deze omstandigheden in hun onderlinge samenhang bezien bieden ruim voldoende grondslag voor de door Achmea genomen maatregelen, oordeelt de rechtbank.
Geef een reactie