De steunmaatregelen voor ondernemers zijn succesvol geweest in het compenseren van omzetverliezen in het eerste jaar van de coronacrisis in de bedrijfstakken die het zwaarst geraakt zijn door corona. Dat concludeert DNB in een nieuwe analyse. Tegelijkertijd laat het onderzoek zien dat een deel van de steun ook terecht is gekomen in bedrijfstakken die minder geraakt zijn door de coronacrisis.
Steunpakketten hebben coronaschok goed opgevangen
De analyse van DNB laat zien dat het steun- en herstelpakket in 2020 succesvol geweest is in het dempen van de schok op de financiële positie van bedrijven als gevolg van de corona-uitbraak. De steunmaatregelen hebben de uitputting van liquide middelen, de oploop van schulden en verslechtering van de solvabiliteit in de zwaar door corona getroffen bedrijfstakken afgeremd, maar niet geheel voorkomen. De invloed van het steunpakket in bedrijfstakken die veel minder sterk zijn geraakt door de coronacrisis is veel kleiner geweest, blijkt uit de cijfers.
NOW en TVL kwamen vooral terecht bij bedrijven met grote omzetverliezen
DNB concludeert ook dat het gebruik van NOW en TVL in de periode 2020 Q2 tot en met 2021 Q2 geconcentreerd was bij bedrijven met een relatief groot omzetverlies ten opzichte van voorgaande jaren. Ook hebben zowel hoog- als laagproductieve bedrijven gebruikt gemaakt van NOW en TVL. De vrees dat de steun vooral terecht zou komen bij laagproductieve bedrijven lijkt dus ongegrond. Tegelijkertijd beperkt het gebruik zich niet tot bedrijven in hard door de coronacrisis geraakte bedrijfstakken. Ook bedrijven met een groot omzetverlies in lichter geraakte bedrijfstakken hebben gebruik gemaakt van de steun. De regelingen (afhankelijk van de periode) waren immers zo vormgegeven dat alle bedrijven met een groot omzetverlies aanspraak konden maken op de regeling, onafhankelijk van de bedrijfstak. Daardoor is een deel van de steun mogelijk ondoelmatig terecht gekomen.
Belastinguitstel minder gericht
Ook bij het coronagerelateerde belastinguitstel ziet DNB dat ondernemingen in bedrijfstakken die relatief hard zijn getroffen door de coronacrisis vaker en voor gemiddeld hogere bedragen gebruik maken van de regeling. Waar gemiddeld 43% van ondernemingen uit de zwaarst getroffen bedrijfstakken belastinguitstel heeft aangevraagd is dit voor de minst getroffen bedrijfstakken gemiddeld slechts 18%. Het belastinguitstel komt echter ook voor een groot deel terecht bij bedrijven die relatief licht zijn geraakt door de coronacrisis en, in tegenstelling tot de maatregelen uit het steun- en hulppakket, verhoudingsgewijs vaak bij bedrijven met een lage productiviteit. Het verschil tussen het belastinguitstel enerzijds en NOW en TVL anderzijds suggereert dat het gebruik van een omzetdrempel (niet voorzien bij het belastinguitstel) op een belangrijke manier kan bijdragen aan de gerichtheid van de maatregel, concludeert DNB.
Belastinguitstel leidt mogelijk ook tot betalingsproblemen
Verder blijkt ook dat een relatief groot deel van de belastingschuld uitstaat bij ondernemingen waarvan de historische winstgevendheid mogelijk niet afdoende is om de schuld zonder problemen af te lossen. In hard getroffen bedrijfstakken heeft 53% van de bedrijven die gebruik maakten van belastinguitstel een hoog risico op betalingsproblemen, terwijl dit in de licht getroffen bedrijfstakken maar liefst 73% is. Met hoog risico wordt bedoeld dat deze bedrijven gedurende vijf jaar meer dan de helft van hun pre-corona bruto maandwinst moeten gebruiken voor aflossing van de corona-gerelateerde belastingschuld. Deze uitkomsten geven aan dat de regeling in licht geraakte bedrijfstakken vooral ten gunste komt van minder winstgevende ondernemingen en dat daarmee mogelijk een gezonde economische dynamiek wordt verstoord.
Bron: DNB
Geef een reactie