De laatste jaren is er veel te doen geweest over de rol die de accountant richting het maatschappelijk verkeer moet innemen. Vooral met betrekking tot het uitvoeren van wettelijke controleopdrachten van de jaarrekening wordt er van de accountant heel veel verwacht. Meer dan vroeger, toen alles beter was (behalve de computers)… Verwacht het maatschappelijk verkeer te veel?
De maatschappelijke rol van de accountant komt voort uit de leer van Limperg (wie kent hem nog?). Limperg stelde: “De accountant is verplicht om zijn arbeid zo te verrichten, dat hij de verwachtingen, welke hij bij de verstandige leek opwekt, niet beschaamt; en, omgekeerd, geen grotere verwachtingen mag opwekken dan door de verrichte arbeid gerechtvaardigd wordt.’ Vergeef me in dezen de mannelijke vorm. Limperg leefde in de vorige eeuw. Maar in deze stelling van hem komt wel duidelijk de verwachtingskloof naar voren.
Enerzijds moet de accountant duidelijk zijn over de werkzaamheden die zijn verricht en de uitkomsten daarvan. Anderzijds moet ook duidelijk worden welke verwachtingen het maatschappelijk verkeer heeft en of de accountant in staat mag worden geacht aan deze verwachtingen te voldoen. Dit is ook geen statische situatie; we leven in een continu veranderende wereld. De verwachtingen van de maatschappij zijn afhankelijk van de tijdgeest en van gebeurtenissen die zich in de wereld voordoen. Door diverse boekhoudschandalen in de afgelopen jaren is de druk op de accountant om ‘wat meer’ te doen alleen maar verder toegenomen.
In de rol van de accountant richting het maatschappelijk verkeer ‘sturen’ met name toezichthouders (de Autoriteit Financiële Marken, AFM), stakeholders (vertegenwoordigd door organisaties als Eumedion) en de politiek (bijvoorbeeld de Kwartiermakers Toekomst Accountancysector) dit. Maar ook de Auditdienst Rijk (ADR) speelt hierin een rol, gelet op zijn ‘Rapport van feitelijke bevindingen review accountantswerkzaamheden NOW 1- en NOW 2- regeling’.
Rolvervaging
Valkuil hierbij is dat er naar mijn mening soms wat ‘rolvervaging’ optreedt. Zo gaf de AFM onlangs in haar position paper ‘Omgang accountantsorganisaties met fraude(risico’s) bij gecontroleerde ondernemingen’ het volgende aan:
- Het signaleren en opvolgen van fraude(risico’s) in de wettelijke controle van gecontroleerde ondernemingen is een belangrijke verantwoordelijkheid van de externe accountant.
- Hoewel een geobjectiveerd beeld ontbreekt, lijkt de accountancysector als geheel nog onvoldoende ontwikkeld in het detecteren en opvolgen van frauderisico’s.
Deze beweringen an sich hebben niets te maken met het uitoefenen van toezicht. Ze geven echter wel aan hoe de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer kunnen veranderen. Ik heb ooit in mijn opleiding tot accountant geleerd dat de accountant in het geheel niet geoutilleerd is om fraude te detecteren en op te sporen, tenzij hiervoor reeds aanwijzingen bestaan. Afgezien van fraude met de financiële verslaggeving vindt fraude veelal plaats op operationeel niveau. De externe accountant is niet dusdanig bij de dagelijkse gang van zaken betrokken dat hij of zij daar grip op zou kunnen krijgen.
Veel commotie en ongewenst vertrek
De Kwartiermakers zijn door minister Hoekstra benoemd om kabinetsaanbevelingen aan te jagen voor de duurzame verbetering van wettelijke controles van accountantsorganisaties. De indicatie van deze Kwartiermakers – dat de accountant in de controleverklaring moet rapporteren over fraude en continuïteit bij de gecontroleerde – leidde eind 2021 tot veel commotie. Zodanig veel zelfs, dat een aantal accountants spontaan hun titel inleverde en zich liet uitschrijven uit het register van de NBA. Dat is natuurlijk zonde, omdat op die manier ook een deel van de klankbordgroep wegvalt. En is de mogelijkheid om kritisch te kunnen en te mogen zijn niet een van de pijlers die het mooie accountantsberoep overeind houden?
Belangrijke aandachtspunten
Je kunt je natuurlijk afvragen of de accountant überhaupt zou moeten rapporteren over iets (fraude) waarover de gecontroleerde zelf, op basis van wet- en regelgeving, geen enkele rapportageverplichting heeft. Maar wanneer je dan als accountantsberoep middels aanpassing in de regelgeving zover komt dat je het belangrijk vindt en er ‘iets’ aan wil doen, dan spelen er minimaal twee zaken:
- Je moet natuurlijk wel duidelijk kunnen maken wat dat ‘iets’ dan is en wat er van de accountant verwacht wordt.
- Er moet ook nog even aan de klant worden uitgelegd dat de verklaring van komend jaar er iets anders kan uitzien, omdat er een passage over ‘management override’ in opgenomen moet worden. Die kan bij de klant wellicht toch een beetje rauw op het dak vallen.
De NBA heeft het eerste aspect opgepakt door een werkgroep te formeren en een pilot op te starten. De werkgroep deelt ervaringen en zij zorgen er ook voor dat kantoren informatie krijgen. Het tweede aspect – uitleg geven aan de klant – wordt toch vaak aan de accountant en de kantoren zelf overgelaten.
Verschillen tussen kantoren
Over kantoren gesproken: het bovenstaande zal voor de grotere kantoren ingepast kunnen worden in de werkmethodiek. Organisaties van Openbaar Belang (OOB’s) zullen veelal begrijpen welke positie de accountant inneemt in het governanceproces van de organisatie en de wijze waarop verantwoording wordt afgelegd aan de ‘buitenwereld’. Bij kleinere kantoren die opdrachten voeren voor met name het middelgrote controleplichtige mkb kan dat anders liggen. Ten eerste is de omvang van deze bedrijven vaak kleiner en beschikken ze niet over een uitgebreide compliance-afdeling. Ten tweede is de buitenwereld voor deze bedrijven kleiner. Sterker nog: deze buitenwereld bestaat niet zelden uit een DGA. Een governance-orgaan ontbreekt vaak en als er al partijen zijn die belang hebben bij de jaarrekening, dan zijn dat vaak financiers en heel soms leveranciers of afnemers.
Valkuilen
Het risico is dus terdege aanwezig dat de vereisten ten aanzien van het vermelden van continuïteit en fraude in de jaarrekeningen zullen leiden tot het ontstaan van standaardteksten (‘boilerplate’ met een mooie internationale term). Deze standaardteksten zullen te pas en wellicht ook te onpas worden gebezigd. En dus geen enkele toegevoegde waarde bieden aan de lezer van de verklaring (die inmiddels de lengte van het eerdergenoemde position paper van de AFM nadert. Dat is toch een belangrijke valkuil. Eerder hierboven haalde ik al de bevindingen van de ADR aan inzake de review van de controlewerkzaamheden van accountants bij de NOW1- en NOW2-regeling.¹
Bij deze opdrachten wordt veel vaker niet dan wel een controleverklaring afgegeven. Het gros van de verklaringen bestaat uit Derdenverklaringen, gevolgd door de samenstelverklaring van de accountant conform standaard 4415N en daarna pas de controleverklaring conform NV COS 3900N. Je moet als ADR dus wel heel duidelijk zijn over het soort opdrachten dat je betrokken hebt in je onderzoek. Dat blijkt ook uit het ADR-rapport. Als je dan bedenkt dat van elk kwadrant van de NOW-regeling maar een beperkt aantal dossiers is onderzocht, heb je te weinig deelwaarnemingen om er een conclusie op te kunnen baseren.
Het ADR-rapport is uitgevoerd als een rapport van feitelijke bevindingen, maar zegt dus niets over de kwaliteit van de uitgevoerde NOW-opdrachten als geheel. Terwijl het rapport wel fijntjes vertelt dat 8 van de 25 opdrachten tekortkomingen vertonen. Het is prima om de werkzaamheden van de accountant aan de verwachtingen te toetsen, maar doe dat dan niet op deze manier. Ten aanzien hiervan is desinformatie dus ook een valkuil.
De kleine zaken
Je kent het wel: je krijgt een briefje van de verzekeringsmaatschappij van je klant waarin staat dat je ‘even’ moet verklaren wat de omzet was over 2021. Of het verzoek van de rechtsbijstandsverzekeraar die je vraagt of je ‘even’ het omzetverlies wilt vaststellen als gevolg van de serverstoring die zich bij jouw klant heeft voorgedaan. Of de mail van de advocaat, waarin hij je ‘even’ vraagt om te bevestigen wat het vermogen was van de bv van de echtelieden die nu in scheiding liggen. In al die gevallen willen de betrokken partijen wellicht zekerheid, die ze van de accountant verwachten te krijgen. Die zekerheid kun je hun als accountant niet altijd geven.
Grenzen duidelijk maken
Zekerheid geven is iets anders dan vertrouwen bieden. Je mag erop vertrouwen dat de meeste mensen (en dus ook accountants) naar eer en geweten hun werkzaamheden zullen uitvoeren. Maar dat biedt nog geen zekerheid dat het ook altijd goed gaat. Het impliceert wel dat je als accountant eens en voor altijd aangeeft waar de grenzen liggen. Soms moet je dingen gewoon niet doen! Dat geldt in het groot dus ook. Wellicht moet iemand (de NBA) de AFM, de Kwartiermakers en de ADR eens vertellen waar de grenzen liggen. En daarbij duidelijk maken dat aan de accountant gestelde verwachtingen niet gebaseerd kunnen zijn op vage, niet-onderbouwde stellingen (AFM) of rapportages die de wetenschappelijke grondslag, anders dan die van ‘feitelijke bevindingen’, ontberen.
Drs. Jan Dekker AA is als accountant verbonden aan Fiscount. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
¹ Eerder schreef ik een aantal bijdragen in het kader van de NOW, waarin het met name ging over de valkuilen die een NOW-opdracht met zich mee kan brengen voor de accountant: ‘Accountant, denk NOW na’, ‘Accountant: denk nou nóg eens na’ en ‘Accountant: Now or Never (en alles daartussen)’.
Weten wie kwaliteitsbepaler is en hoe deze functie volgens de NVKS ingericht moet worden? Volg de cursus Pak je rol als kwaliteitsbepaler
Geef een reactie