
Curator Johan Thielen heeft met succes een procedure gevoerd bij de rechtbank Gelderland over twee facturen die, na het overlijden van een ondernemer en kort voor het daaropvolgende faillissement van diens BV, aan de accountant werden voldaan. De betalingen van in totaal € 18.920,00 aan Axis Accountants zijn paulianeus verricht en moeten door het Gelderse accountantskantoor dan ook worden terugbetaald, oordeelt de kantonrechter.
Poging tot verkoop na overlijden ondernemer
De BV werd op 2 februari 2017 opgericht. De (indirect) enig aandeelhouder en bestuurder van het bedrijf ging op 7 maart 2018 een overeenkomst van opdracht aan met Axis, die inhield dat het accountantskantoor de jaarrekeningen zou samenstellen. De ondernemer overleed, waarna werd getracht, met bijstand van onder anderen Axis, de activa van de BV te verkopen en over te dragen. In juni 2020 zijn de onderhandelingen tussen de echtgenote van de overledene, mede namens de BV, en de beoogd overnemende partij stukgelopen.
Facturen en faillissement
Kort daarvoor, op 30 april 2020, werd door Axis een bedrag van € 22.029,56 met als uiterlijke betaaldag 14 mei 2020 gefactureerd aan de BV. De factuur werd diezelfde dag betaald. Op 9 juli 2020 stuurde Axis nog eens een factuur aan het bedrijf, dit keer voor een bedrag van € 19.366,05 met als uiterlijke betaaldag 23 juli 2020. Die factuur werd een dag later al betaald. De echtgenote van de overleden ondernemer werd op 28 juli 2020 (indirect) bestuurder van de BV, waarna werd besloten het faillissement van het bedrijf aan te vragen. Op 3 augustus 2020 werd de BV op eigen aangifte in staat van faillissement verklaard en werd Thielen aangesteld als curator.
Curator: facturen onverschuldigd betaald
De curator vroeg vervolgens Axis om een toelichting over de twee facturen, waarna daarover werd gecorrespondeerd tussen partijen. Axis liet weten dat er naast de opdracht tot het samenstellen van jaarrekeningen ook mondelinge opdrachten aan het kantoor waren verstrekt. Thielen stelde een aantal keer tevergeefs voor om (fysiek) overleg te voeren over de facturen. De curator berichtte Axis tenslotte bij brief van 10 augustus 2021 dat volgens hem een deel van de facturen onverschuldigd is betaald aan Axis, en dat er subsidiair sprake is van paulianeuze rechtshandelingen. Thielen riep de nietigheid in van de rechtshandelingen en vorderde de bedragen € 7.202,50 en € 11.717,50 (samen € 18.920,00) terug.
Criteria faillissementspauliana
De kantonrechter overweegt dat voor een geslaagd beroep van Thielen q.q. op artikel 42 Fw (faillissementspauliana) is vereist:
1) dat de betalingen aan Axis onverplicht waren,
2) dat dit heeft geleid tot benadeling van een of meer crediteuren in hun verhaalsmogelijkheden,
3) dat de BV wist of behoorde te weten dat de betaling zou leiden tot benadeling van de crediteuren, en
4) – nu sprake is van een rechtshandeling anders dan om niet – Axis wist of behoorde te weten dat benadeling van de crediteuren van de BV het gevolg zou zijn.
Oordeel kantonrechter
Ten aanzien van het eerste vereiste, de onverplichtheid, oordeelt de kantonrechter dat de facturen ten tijde van de betalingen nog niet opeisbaar waren. Er is pas sprake van een verplichte rechtshandeling als een factuur wordt voldaan op of na het verstrijken van de uiterlijke betaaltermijn. De betalingen van de facturen hebben, in afwijking van de op de derde pagina van de overeenkomst van opdracht genoemde betalingstermijn van 14 dagen, plaatsgevonden (ruim) voor de – ook op de facturen genoemde – uiterlijke betaaldatum. Het verweer van Axis dat een andere betalingstermijn was overeengekomen, of althans in de praktijk werd gehanteerd, is niet onderbouwd en slaagt daarom niet.
Ook aan het tweede vereiste is voldaan. Als gevolg van de betalingen aan Axis zijn deze bedragen eenzijdig aangewend ten behoeve van Axis, waardoor zij is bevoordeeld ten opzichte van de andere schuldeisers die hierdoor niet konden meedelen in deze bedragen.
Tot slot geldt over het derde en vierde vereiste, de wetenschap van benadeling bij de BV en bij Axis, het volgende. Deze wetenschap van benadeling wordt vermoed aanwezig te zijn geweest nu de betalingen van niet-opeisbare schulden hebben plaatsgevonden binnen een jaar voor faillietverklaring (artikel 43 lid 1 sub 2 Fw). Concreet bewijs tegen dit wettelijk vermoeden is niet aangeboden.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de vereisten van artikel 42 Fw. De (rechtshandeling tot) betaling van de facturen is dan ook paulianeus verricht en Thielen q.q. heeft op 10 augustus 2021 de vernietiging hiervan (alhoewel hij spreekt over de nietigheid, maar heeft beoogd te vernietigen) terecht ingeroepen. Dit betekent dat Axis de ontvangen betalingen (gedeeltelijk) moet terugbetalen.
De kantonrechter veroordeelt Axis dan ook tot voldoening van € 18.920,00 aan de failliete boedel.
Geef een reactie