
Het ontslag van een voormalig docente aan het ROC in Nijmegen die een kritisch boek publiceerde moet opnieuw worden beoordeeld. Dat heeft de Hoge Raad vrijdag beslist. Volgens de Hoge Raad is er een causaal verband tussen de publicatie van het boek en het ontslag en is daarmee sprake van een inmenging in het recht op vrijheid van meningsuiting van de docente. Of die inmenging gerechtvaardigd is, moet bij de nieuwe behandeling van het ontslag worden onderzocht en beoordeeld.
Kritisch boek
De docente schreef een boek over haar ervaringen met gepersonaliseerd onderwijs bij het ROC. Het boek leidde tot onrust in het team waarin ze werkte en tot klachten van collega’s. Het ROC verzocht daarop de rechtbank de arbeidsovereenkomst met de vrouw te ontbinden. De rechtbank sprak de ontbinding van de arbeidsovereenkomst uit en het gerechtshof bevestigd die beslissing in hoger beroep.
Hof: geen beperking vrijheid van meningsuiting
Volgens het hof is de arbeidsverhouding tussen de docente en de school duurzaam verstoord en is herstel daarvan niet mogelijk. Dat heeft volgens het hof niets te maken met de vrijheid van meningsuiting, die heeft het ROC op geen enkele manier ingeperkt. De docente heeft naar het oordeel van het hof vooral door de manier waarop zij een deel van haar collega’s in het boek heeft neergezet en beschreven, collega’s diep gekwetst, wat de arbeidsverhouding heeft verstoord. Ook heeft zij bedrijfsgevoelige informatie in het boek openbaar gemaakt, aldus het hof. Door de manier waarop de docente na de publicatie van het boek de aandacht in de (social) media heeft gezocht, verstoorde ze volgens het hof de arbeidsverhouding verder.
Oordeel Hoge Raad
De docente legde zich daar niet bij neer en stelde beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. Het oordeel van het hof dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niets te maken heeft met het recht op vrijheid van meningsuiting van de docente acht de Hoge Raad onjuist. Uit de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens volgt dat van inmenging in het recht op vrijheid van meningsuiting niet alleen sprake is als een uiting, zoals publicatie van een boek, wordt verboden, maar ook als daaraan een sanctie wordt verbonden. Dat geldt ook voor een arbeidsrechtelijke sanctie, zoals ontslag. Het hof heeft geoordeeld dat de arbeidsverhoudingen zijn verstoord als gevolg van de publicatie van het boek. Die verstoorde arbeidsverhoudingen leveren volgens het hof grond op voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Het beëindigen van de arbeidsovereenkomst is dus uiteindelijk een gevolg van de publicatie van het boek. Dat betekent dat het ontslag een inmenging is in het recht op vrijheid van meningsuiting van de docente.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en verwijst de zaak naar een ander gerechtshof, dat alsnog zal moeten beoordelen of deze inmenging voldoet aan de eisen die artikel 10 EVRM stelt.
Geef een reactie