
De onenigheid die ontstond tussen de drie aandeelhouders van een automatiseringsbedrijf heeft ook de accountant die de jaarcijfers samenstelde flink in de problemen gebracht. Het conflict bracht aan het licht dat de AA enkele jaarrekeningen ten onrechte had samengesteld op basis van het microregime. De Accountantskamer legt de accountant daarom nu een berisping op. Door jaarrekeningen op te stellen volgens een regime dat op grond van de wettelijke bepalingen niet van toepassing is heeft hij gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, oordeelt de tuchtrechter.
Moeizame ontvlechting
Tussen de drie (indirecte) aandeelhouders van het automatiseringsbedrijf was op enig moment onenigheid ontstaan, waarna werd besloten om de samenwerking te beëindigen. De ontvlechting van de samenwerking leidde tot tal van geschillen. Een van de drie werd met ingang van 16 november 2018 als directeur van het automatiseringsbedrijf en met ingang van 26 november 2018 als directeur van het moederbedrijf geschorst. In februari 2019 werd hij bij beide vennootschappen ontslagen.
Jaarrekeningen samengesteld
De AA stelde over de boekjaren 2017 tot en met 2019 de jaarrekeningen samen van zowel de automatiseerder als het moederbedrijf. Voor 2020 stelde hij een conceptjaarrekening op. Daarbij paste hij het microregime als bedoeld in artikel 2:395a van het Burgerlijk Wetboek (BW) toe.
Klacht over microregime
Tijdens de aandeelhoudersvergadering van het moederbedrijf van 24 december 2021 beklaagde de ontslagen directeur zich erover dat de jaarrekeningen van het automatiseringsbedrijf op basis van het microregime zijn opgesteld. Het bestuur van het automatiseringsbedrijf deed vervolgens navraag bij de AA, die tot de conclusie kwam dat het microregime inderdaad niet had mogen worden toegepast. De accountant ging in overleg met het bestuur van het bedrijf en gaf aan dat hij de jaarrekeningen wilde corrigeren. In overleg werd een herstelmethode bepaald. Op 25 januari 2022 stelde de AA de gecorrigeerde jaarrekeningen beschikbaar, die zijn opgesteld op basis van het regime voor kleine rechtspersonen als bedoeld in artikel 2:396 BW.
Tuchtklacht: AA vertrouwde op assistent
De ontslagen directeur spande niettemin een tuchtklacht aan tegen de AA over het ten onrechte toepassen van het microregime. De AA verklaarde ter zitting dat hij teveel heeft vertrouwd op zijn assistent die de jaarrekeningen feitelijk heeft samengesteld. In eerste instantie is alleen gekeken naar de enkelvoudige jaarrekeningen. Zijn kantoor verzorgt bijna uitsluitend enkelvoudige jaarrekeningen.
De Accountantskamer stelt vast dat van een vakbekwaam handelend accountant verwacht mag worden dat hij toepassing geeft aan het bepaalde in artikel 2: 395a lid 2 BW. ‘Aan betrokkene kan derhalve worden verweten dat hij in strijd met die bepaling bij het samenstellen van de jaarrekeningen van meerdere jaren het microregime heeft toegepast. Dat de samenstellingswerkzaamheden feitelijk zijn verricht door een assistent van betrokkene excuseert hem niet. Betrokkene was vaktechnisch verantwoordelijk voor deze werkzaamheden. Op grond van het bepaalde in artikel 14 lid 2 VGBA was betrokkene gehouden om ervoor te zorgen dat sprake was van toereikende begeleiding van, toezicht op en beoordeling van de werkzaamheden van zijn assistent. Dat betrokkene deze fout niet heeft gezien klemt temeer nu sprake was van een evidente en ernstige fout die een bekwaam handelend accountant niet hoort te maken. Betrokkene heeft hiermee dan ook gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. […]
Op basis van de stukken in het dossier en de ter zitting afgelegde verklaringen kan evenwel niet worden vastgesteld dat het ten onrechte toepassen van het microregime het gevolg is geweest van opzettelijk handelen van betrokkene. Hieruit volgt dat niet gebleken is dat betrokkene gehandeld heeft in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit.’
Berisping
De Accountantskamer komt vervolgens tot het oordeel dat een berisping in dit geval passend is: ‘Daarbij is in aanmerking genomen dat betrokkene, door jaarrekeningen van meerdere jaren op te stellen op basis van een regime dat op grond van de wettelijke bepalingen niet van toepassing is, gehandeld heeft in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Bij het opleggen van een maatregel weegt de Accountantskamer mee dat betrokkene weliswaar getracht heeft zijn fout te herstellen, maar dat hij dat niet op een adequate wijze heeft gedaan nu hij de aanvankelijk door hem afgegeven verklaringen niet van onwaarde heeft verklaard. Dit klemt temeer nu bekend was dat sprake was van een conflict tussen de aandeelhouders. Betrokkene had onder deze omstandigheden extra op zijn hoede moeten zijn’
Uitspraak: 22-1097 AA
Wat een sukkel die AA.