
De NBA heeft een uitgebreide reactie gegeven op het nieuws dat investeringsmaatschappij Value8 in zee gaat met het Portugese accountantskantoor CFA voor de controle van de jaarrekening over het boekjaar 2022. De beroepsorganisatie ‘heeft met enige zorg kennis genomen’ van het nieuws. ‘Niet omdat de NBA tegen eventuele toetreding is van buitenlandse partijen met een oob-vergunning, wel omdat gewaarborgd moet worden dat auditkantoren aan dezelfde kwaliteitsstandaarden moeten voldoen als in Nederland gevestigde kantoren.’
Meer keuze
Kleine beursgenoteerde ondernemingen hebben vaak moeite een oob-accountant te vinden, sinds er nog maar 6 oob-kantoren in Nederland over zijn. De NBA zegt dat het goed zou zijn als er meer keuze is. ‘Dit zou kunnen doordat bestaande reguliere vergunninghouders hun vergunning wijzigen naar een oob-vergunning. Het kan echter ook door andere vormen van markttoetreding, zoals auditkantoren uit andere lidstaten, die een Nederlandse accountant aan zich verbinden en wettelijke controles aanbieden.’
Aanvullende eisen
De NBA constateert echter dat enkele aanvullende kwaliteitseisen in Nederland niet van toepassing zijn op auditkantoren uit andere lidstaten, en is daar bezorgd over: ‘Om de kwaliteit van de accountantsfunctie structureel te waarborgen, met name voor wat betreft de accountantscontroles bij oob’s, is in Nederland in de achterliggende jaren een scala aan maatregelen genomen. In een aantal gevallen gaan deze maatregelen verder dan wat de Europese Richtlijn voorschrijft. De genomen maatregelen volgden op bevindingen van de toezichthouder en incidenten, en hebben naar de mening van de NBA een belangrijke bijdrage geleverd aan de huidige hoge kwaliteitseisen aan de accountantsfunctie in Nederland. Dergelijke aanvullende eisen zijn echter niet van toepassing op auditkantoren uit andere lidstaten. Dit betekent dat zij bijvoorbeeld niet verplicht zijn intern toezicht (een raad van commissarissen) in te stellen, die het management scherp houdt in het bereiken van de kwaliteit. Het ontbreken van een herstelplicht kan de ‘lerende organisatie’ minder sterk maken. Datzelfde geldt voor de geschiktheidstoetsing van bestuurders. De NBA maakt zich er zorgen over dat dergelijke belangrijke kwaliteitsbevorderende maatregelen niet voor alle spelers op de markt van oob-accountantscontrole in Nederland van toepassing zijn.’
Minder toezicht
Daarnaast lijkt het toezicht op controles door auditkantoren minder sterk, constateert de NBA. ‘Zo geldt geen minimumfrequentie voor het toezicht dat de AFM op dergelijke kantoren kan uitoefenen. Ook zal het voor de AFM moeilijk zijn om tot handhaving over te gaan, omdat zij geen rol heeft in het toezicht op de kwaliteitsbeheersing. Ten slotte lijkt de AFM veel beperktere mogelijkheden te hebben om tot publicatie van toezichtsuitkomsten over te gaan. De NBA vreest dat hierdoor eventuele tekortkomingen veel minder snel zullen worden opgelost. De NBA roept zowel de politiek als toezichthouders op om ervoor te zorgen dat de genomen kwaliteitsbevorderende maatregelen, ook die op organisatieniveau, voor alle kantoren die actief zijn op de Nederlandse markt van toepassing zijn. Concreet vraagt de NBA daarom aan de minister van Financiën om ervoor te zorgen dat daartoe in de Wta en Bta bepalingen worden opgenomen en waar nodig dat de Audit Directive wordt aangepast.’
De volledige reactie van de beroepsorganisatie is hier te vinden.
Geef een reactie