
De Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) moet opschieten met het herzien van de eindtermen omdat de studeerbaarheid van de opleidingen onder druk staat. Dat is een van de aanbevelingen uit een evaluatie van het functioneren van de CEA die minister Kaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) moet elke vijf jaar worden geëvalueerd. Onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix (AEF) heeft daarom het functioneren van de CEA over de periode van 2018 tot en met 2022 geëvalueerd. Over het algemeen zijn de conclusies positief: ‘AEF concludeert in algemene zin dat de CEA in de evaluatieperiode doeltreffend en doelmatig heeft gefunctioneerd. AEF stelt dat CEA een professionele en proactieve organisatie is die hoogwaardig werk levert en de interne en externe governance functioneert dusdanig dat het bijdraagt aan het realiseren van de wettelijke en publieke taken’, aldus Kaag.
Eindtermen snel herzien
Maar er is ook ruimte voor verdere verbetering: AEF doet vijf concrete aanbevelingen. Een daarvan is om snelheid te maken met de volgende herziening van de eindtermen. ‘Alle betrokkenen zijn het erover eens dat de studeerbaarheid van de accountancyopleidingen sterk onder druk staat en dat een grondige nieuwe herziening nodig is. Vanuit het veld wordt verwacht dat CEA hier een leidende rol in gaat nemen’, aldus Kaag. De meest recente grote herziening van de eindtermen was in 2016.
Daarnaast geeft AEF als aanbeveling mee om overleggen op bestuurlijk niveau met het ministerie van Financiën, naast de financiële verantwoording van de CEA, aanvullend meer te richten op inhoudelijke verdieping. Kaag gaat het voortouw nemen in het opvolgen van die aanbeveling.
Rolverdeling CEA-RPO
Verder wordt aanbevolen de constructie voor het toezicht op de praktijkopleidingen kritisch te beschouwen, zo blijkt uit het rapport. ‘Hoewel er een opwaartse lijn lijkt te zitten in hoe het toezicht op de praktijkopleidingen in samenspel tussen de CEA en de Raad voor de Praktijkopleidingen (RPO) plaatsvindt, ervaart het veld deze toezichtstructuur als diffuus en onhelder.’ AEF adviseert de rolverdeling tussen CEA en RPO nog eens tegen het licht te houden.
Meer ondersteuning NBA
Bovendien stippen de onderzoekers aan dat de CEA-organisatie kwetsbaar is vanwege de kleine omvang van het ondersteunende bureau, mede door de arbeidsmarktkrapte. ‘Gezien de verwachte stelselwijziging in de accountancysector en de mogelijke consequenties hiervan voor de taakuitvoering van CEA is dit een belangrijk aandachtspunt voor de middellange termijn.’ Daarbij speelt een rol dat de commissie te weinig ondersteuning ervaart vanuit de NBA. Mogelijk zouden daar meer ondersteunende taken kunnen worden neergelegd, is een aanbeveling.
Geef een reactie