Een AA die zowel accountant was van een exploitant van coronatesten en de uitvoerder van die activiteiten, was niet scherp genoeg op een (hoge) factuur voor personeelskosten waarover tussen beide partijen een geschil ontstond. Hij liet na onderzoek te doen en de Accountantskamer vindt die nalatigheid ernstig genoeg om een berisping op te leggen.
De AA was de accountant van een bedrijf dat in mei 2021 door een stichting (waarschijnlijk de Stichting Open Nederland) werd aangesteld als exclusieve aanbieder van coronatesten in een bepaalde regio. Het bedrijf is daarvoor onder meer een overeenkomst aangegaan met de stichting en een samenwerking met een bedrijf dat verantwoordelijk werd voor onder meer het personeel en de personeelsplanning. Het personeel voor de teststraten werd door een uitzendbureau uitgeleend.
De AA begeleidde de financiële processen samen met de accountants/boekhouders van de andere betrokken bedrijven. Met een andere partij – ook klant van de AA – sloot de testaanbieder een samenwerking op het gebied van het opzetten en exploiteren van de commerciële coronateststraten: dat bedrijf nam alle uitvoerende taken voor zijn rekening. Tot slot is er een overeenkomst gesloten over de winstverdeling. In de afspraken is onder meer vastgelegd dat de uitzendkrachten in rustige tijden thuis standby mochten staan tegen betaling van 25 procent van het uurloon.
Verbreken samenwerking
De stichting houdt in oktober 2021 steekproeven bij de testaanbieder. Een maand later praten partijen over de samenwerking en over de verantwoording die bij de stichting moet worden ingediend. In december laat de exploitant weten niet langer betrokken te willen zijn bij het samenwerkingsverband. Vanwege een dreigend geschil besluit de AA zich terug te trekken als accountant van de uitvoerder.
En dat geschil kom er: de aangewezen testaanbieder wil de rekening van de exploitant niet betalen, die onder meer een bedrag van ruim 1,6 miljoen euro omvat voor standby-uren. Het geschil belandt bij de rechter, waar de procedure nog loopt, en bij de Accountantskamer.
Valse facturen of niet?
De testaanbieder vindt dat de AA heeft meegewerkt aan het opstellen van valse facturen voor de standby-uren, zorgen over de facturen niet nader heeft onderzocht en de belangen van andere partijen vooropgesteld. Ook al zouden standy-uren voor 25 procent worden betaald, feitelijk waren deze uren gratis bij het uitzendbureau ingekocht. Volgens de klagende exploitant is er bij het uitzendbureau op verzoek van de uitvoerder snel een factuur voor deze uren opgesteld omdat de stichting bij de steekproef anders niet akkoord zou gaan met het betalen van deze kosten. De AA zou de factuur zo hebben aangepast dat die aansluit op de steekproef. Maar de AA zelf stelt dat er sprake was van een omissie doordat de standby-uren van het personeel nog niet waren verloond – bovendien zijn deze facturen niet door hem, maar door het uitzendbureau opgesteld.
De tuchtrechter ziet onvoldoende bewijs voor valse facturen. Ook opgenomen gesprekken tonen dat niet aan. ‘Klagers hebben op basis van hun eigen vermoedens en aannames wel een invulling aan deze gesprekken gegeven, maar concrete informatie waaruit blijkt dat sprake is van het valselijk opmaken van facturen is niet overgelegd.’
Onduidelijkheid had reden moeten zijn voor onderzoek
Maar de AA had wel meer onderzoek moeten doen omdat er tijdens de gesprekken eind 2021 aanwijzingen waren waaruit bleek dat er onduidelijkheid bestond over de uitbetaling van de standby-uren aan het standby-personeel en over de in verband daarmee te ontvangen facturen van het uitzendbureau. ‘Ook de hoogte van de facturen voor de standby-uren (in totaal 1.672.811,71 euro) en de omvang van het aantal gedeclareerde standby-uren (77.000 uren) in relatie tot gedeclareerde totale hoeveelheid personeelsuren had reden moeten geven tot nader onderzoek naar het aantal (alsnog) gedeclareerde stand-by uren door betrokkene als accountant van [de testaanbieder].’
Nadere uitleg onderzoekende geest
De VGB verwacht van de accountant een onderzoekende geest en professionele oordeelsvorming. ‘Een onderzoekende geest is er (onder meer) op gericht dat een accountant alle omstandigheden in beeld heeft die van belang zijn om een professioneel oordeel te kunnen vormen over de vraag of hij zich aan de fundamentele beginselen houdt. Een onderzoekende geest kenmerkt zich door nieuwsgierigheid, door de neiging zichzelf telkens weer vragen te stellen en door niet zomaar af te gaan op informatie (al dan niet geautomatiseerd) of op wat anderen zeggen. Een accountant moet open staan voor en alert zijn op de noodzaak tot verder onderzoek of andere actie. Professionele oordeelsvorming is immers pas mogelijk als hij alle omstandigheden in beeld heeft die daarvoor van belang zijn. Voorbeelden van andere acties zijn extra informatie opvragen voor verder onderzoek of besluiten om bepaalde informatie niet te gebruiken.’
Dat klachtonderdeel is gegrond.
Geen bewijs voor partijdigheid
Dat de AA met name de bestuurder van de testaanbieder heeft willen bevoordelen en heeft geholpen de bankrekening van de BV leeg te halen, en daartoe de samenwerking met de uitvoerder heeft opgezegd, vindt de Accountantskamer niet aangetoond. Het geschil tussen partijen betekende voor hem een bedreiging voor het zich houden aan het fundamentele beginsel van objectiviteit en hij heeft daarom passende maatregelen getroffen. Verder is de klacht onvoldoende onderbouwd.
Berisping
De AA krijgt een berisping opgelegd: ‘Daarbij is in aanmerking genomen dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Betrokkene heeft verschillende signalen dat er onduidelijkheid bestond over de betaling van de standby-uren en over de in verband daarmee achteraf ontvangen facturen niet opgemerkt, althans daar niets mee gedaan. Nader onderzoek had destijds al helderheid kunnen verschaffen over de rechtmatigheid van deze facturen.’
Uitspraak: 22/1634 Wtra AK
Geef een reactie