De externe inhuur ligt gevoelig vanwege de hoge kosten die ermee gepaard gaan. Om de personeelskosten van de overheid te beteugelen, werd jaren geleden een motie van toenmalig SP-voorman Roemer aangenomen: de uitgaven aan externe inhuur moesten onder de 10 procent van de totale personeelskosten blijven.
Roemernorm
Sinds 2015 wordt deze zogenoemde Roemernorm niet gehaald. De afgelopen vier jaar is de inhuur van externe adviseurs verviervoudigd naar 201 miljoen euro. In 2023 kwam de externe inhuur uit op 15,4 procent van de personeelsuitgaven. Oorzaken van de toename zijn volgens de Volkskrant onder meer dossiers die specialistische kennis vragen. Als gevolg daarvan zijn ict-afdelingen van ministeries, uitvoeringsorganisaties en adviesorganen inmiddels sterk afhankelijk van de kennis van personeel van buiten. Ook bij lastige thema’s als de coronapandemie en de stikstofcrisis huurde de overheid veel externen in.
Deloitte aan kop
Van de adviesbureaus profiteerde Deloitte het meest. In 2018 verdienden de Rotterdamse adviseurs 8 miljoen aan overheidsopdrachten. In 2023 was dat bijna 71 miljoen euro. Dat is twee keer zoveel dan consultancybureaus KPMG, PWC en EY. Die kregen elk rond de 35 miljoen euro. Berenschot haalde ruim 20 miljoen euro op.
bron: De Volkskrant
G Timmerman zegt
Als 15% gelijk is aan pakweg 200 miljoen dan is de overschrijding 70 miljoen en de verloonde som aan alle overheidsdienaren 1,3 miljard per jaar. Als we van de diensten van 20% van de ambtenaren geen gebruik meer maken, en hen ook niet meer betalen, dan is die besparing 20% ofwel 270 miljoen en is de besparing op inleen volgens de Roemernorm door de besparing nog eens 40 miljoen. Bij mekaar 400 miljoen. Op de 300 miljard die we jaarlijks plegen uit te geven als Overheid is dat 0,00%, volgens mijn rekenmachine, die nog op 2 decimalen stond.
Robert zegt
Nieuwe rekenmachine kopen