Een afkoop van het pensioen in eigen beheer, dan wel een omzetting in een oudedagsverplichting, leidde niet zelden tot een slechtere positie van de partner van de dga. Daarom moest deze partner ook meetekenen voor afkoop of omzetting. Feitelijk moest de partner dus ook worden betrokken bij het advies. Iets wat in de praktijk niet altijd eenvoudig was en waarschijnlijk in nogal wat situaties nauwelijks is gebeurd. Dit kan nog steeds voor problemen gaan zorgen. Een voorbeeld hiervan is de medio vorig jaar gewezen uitspraak van Rechtbank MiddenNederland (28 juli 2023, ECLI:NL:RB MNE:2023:4053)
De feiten
In deze procedure gaat het om een echtscheiding. Partijen zijn in 2009 gehuwd (na al 8 jaar te hebben samengewoond). In de loop van 2021 besluiten zij te gaan scheiden en dit leidt tot een gerechtelijke procedure over diverse zaken. Ik beperk me hier tot het pensioen. De vrouw stelt dat zij heeft gedwaald bij het afkopen van het pensioen in eigen beheer van de man in 2017, omdat zij hierbij niet is geadviseerd. De vrouw stelt dat de man destijds de afkoop heeft georganiseerd en daarbij zijn toenmalige accountant heeft ingeschakeld. De vrouw stelt dat zij geen kennis had van pensioenregelingen. Bovendien was er volgens haar tijdens het huwelijk een bepaalde rolverdeling, waarbij de man de financiën deed en de vrouw hem daarin vertrouwde. De vrouw herkent haar handtekening op het formulier tot afkoop van het pensioen in eigen beheer, maar geeft aan zich niet te herinneren wanneer dit is ondertekend. Zij vordert een vergoeding voor deze afkoop.
Beschouwing
Het verweer van de vrouw is herkenbaar. Wellicht en waarschijnlijk is het zelfs zo dat zij haast blind alles tekende wat verband hield met de onderneming van haar ex-echtgenoot. Zo ook waarschijnlijk het afkoopformulier. In de literatuur, maar ook in de toelichting op de wetgeving, is bijzonder vaak aandacht gevraagd voor de positie van de partner om deze partner zoveel mogelijk te beschermen tegen negatieve gevolgen.
Oordeel rechtbank
De rechtbank stelt vast dat het pensioen van de man in eigen beheer in 2017 is afgekocht en dat beide partijen hiervoor hebben getekend. In dit geval vindt de rechtbank de omstandigheden die de vrouw stelt onvoldoende om aan te nemen dat er sprake is geweest van dwaling tijdens het afkopen van het pensioen. De rechtbank is van oordeel dat de vrouw zich had moeten laten informeren als zij de consequenties niet begreep. De vrouw heeft een goede opleiding genoten en heeft ook eigen verantwoordelijkheid. Volgens de rechtbank is de afkoop op zichzelf geen handeling waardoor de vrouw is benadeeld. Door de afkoop kwam er immers een bedrag vrij. Als het bedrag aan de man is uitgekeerd en er nog iets van over is, moet dit volgens de rechtbank op een privébankrekening van de man staan, waarvan het saldo al wordt meegenomen in de verrekening. Als het bedrag is opgemaakt, dan is niet vast te stellen waaraan dit is besteed, waarschijnlijk aan de kosten van de huishouding. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vrouw onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat er een bedrag zou zijn onttrokken aan het vermogen van de vrouw ten bate van het vermogen van de man. Het loopt dus goed af voor de man.
Compensatie
De onderhavige procedure maakt geen melding van het feit dat er sprake is van een compensatie overeenkomst. Blijkbaar is deze overeenkomst er niet. Bij het afkopen van het pensioen in eigen beheer is er in de praktijk vaak een compensatieovereenkomst gesloten. Door de afkoop verloor de partner van de dga namelijk het recht op nabestaandenpensioen en bestond er bij een eventuele echtscheiding ook geen recht meer op een tijdsevenredig deel van het ouderdomspensioen (meestal de helft van het tijdens het huwelijk op gebouwde ouderdomspensioen). In de compensatieovereenkomst is dan vastgelegd of en hoe de partner hiervoor werd gecompenseerd. Waarom een dergelijke overeenkomst er in deze casus niet is, is onduidelijk. Wellicht dat dit voor de vrouw nog wel een argument zou zijn om te stellen dat zij is benadeeld. Uit de feiten blijkt onvoldoende of er voldoende duidelijk is gemaakt wat het nadeel voor de vrouw was bij afkoop van het pensioen. De stelling van de rechtbank dat de vrouw door de afkoop an sich niet is benadeeld, vind ik persoonlijk wat kort door de bocht.
Tot slot
Bij een echtscheiding waarbij in het verleden een pensioen in eigen beheer is afgekocht (dan wel is omgezet in een oudedagsverplichting) zal de expartner van de dga nog eens goed kijken naar het proces dat heeft plaatsgevonden bij de uitfasering van het pensioen in eigen beheer. Als er een compensatieovereenkomst is, zal deze moeten worden uitgevoerd op dat moment. Het is aan te raden deze overeenkomsten goed af te sluiten. Een punt van aandacht hierbij is bijvoorbeeld de vraag hoe er wordt omgegaan met een onderdekking van het pensioen in eigen beheer (waarvan vaak sprake was). Hoe is dit geregeld in deze overeenkomst? Dit wordt direct van belang bij een echtscheiding. Misschien een puntje om nog eens te controleren in alle door jou geadviseerde compensatieovereenkomsten?
Mr. dr. Gerard Staats werkt bij het Bureau Vaktechniek van BDO Belastingadviseurs en is universitair docent aan de Universiteit van Tilburg en de Open Universiteit.
Deze bijdrage komt uit de eerste editie van het AV-magazine met als thema Fusies en overnames. Dit magazine is verschenen in mei 2024. Zie: https://www.accountancyvanmorgen.nl/kennisdoc/av-1-2024-fusies-en-overnames. Beluister ook onze podcast AV on Air over dit onderwerp.
Geef een reactie