Kennis van het bedrijfsproces is essentieel, zegt Bartels: “Als er een pijp naar de rivier loopt, vraagt hij of zij wat daar uit komt. Als het niet in de rapportage staat, moet je daar dus naar vragen. En je moet de krant lezen, op de hoogte zijn van wat er in de samenleving speelt.”
Specifieke regels nog niet klaar
Bartels begrijpt dat bedrijven moeite hebben om heel veel gegevens bij elkaar te halen. “Maar de voorschriften gelden voor zeker tien jaar, dus leggen we de lat hoog. Ik denk: als je de data niet hebt, leg het uit in je verslag. Tegelijkertijd moet er druk blijven om te verbeteren.” Hij geeft aan dat er nog wordt gewerkt aan specifieke regels per sector. “Neem de olie- en gasbedrijven. Die hebben effect op de omliggende natuur als zij ergens in de wereld gaan produceren, ook door lekkages. Eerst was het idee dat bedrijven per locatie moesten vertellen hoe zij die plek achterlaten als de productie klaar is. Nu staat in de conceptregels dat zij alleen bekendmaken voor welke grote locaties zij geen herstelplan hebben.”
Vragen stellen
Tegelijk geeft Bartels een korte handreiking voor de controle van de CSRD-rapportage: “Een accountant moet ook aandacht hebben voor wat er niet staat. Vergeet het grote plaatje niet. Richt je niet te veel op zaken die je ziet, terwijl je het grote geheel uit het oog verliest. Dat geldt voor een chemiebedrijf, maar ook voor de controle bij een bedrijf dat bloemen teelt in kassen. Dan kijk je naar klimaat en water. Als je de arbeidsmarkt kent, weet je dat er waarschijnlijk arbeidsmigranten aan de slag zijn. Hoe wonen die? Als dat niet in het verslag staat, moet je vragen stellen. Een accountant moet in de gaten houden welke zaken er echt toe doen. Let niet alleen op de cijfers, maar ook op het verhaal dat erachter zit. De weergave daarvan in een duurzaamheidsverslag laat zien of er echt een verandering van de economie aan zit te komen.”
Bron: Trouw
G Timmerman zegt
Nog redelijk recent kwam er een stelling in dit gremium voorbij: afwezigheid van bewijs is geen bewijs van afwezigheid. Hoe zie ik wat ik niet zie? Door het zichtbaar te maken, d.w.z er naar te vragen omdat je bij bent, oplet en het gehele werkterrein van de klant overziet. Bartels heeft helemaal gelijk. Het zo lastig zijn, dat willen weten hoe het zit, zal de klant niet in dankbaarheid afnemen. En als hij, de klant, dan uitlegt dat de vigerende wetgeving het prima vindt dat hij zijn PFAS lekker loost, want dat mag hij omdat een alternatief is te duur is of een asfaltcentrale die zijn uitstoot van ongewenste stofjes niet meet, en dus niet weet, omdat hij een overschrijding toch niet hoeft te melden want het tevredenstellen van de automobilist is – voor de VROEMPartij althans- belangrijker dan de overlevingskansen van ons en ons nageslacht. De oplossing is gewoon een andere accountant nemen die voor mijn bedrijf niet zo overlevingsbedreigend is. Geef de man/vrouw bij zijn laatste jaarrekeningbespreking dan (g)een bos mooie liefst rode rozen, want die bevatten tenslotte slechts 21 gifstofjes. Lief hé, die rozen!