Vakbond Kunstenbond en enkele zzp’ers hadden een rechtszaak aangespannen tegen de Staat. Zij vinden namelijk dat zzp’ers in de culturele en creatieve sector onevenredig hard getroffen zijn door de coronamaatregelen.
Geen beperkte groep
Dat die maatregelen voor een fors financieel nadeel hebben gezorgd, staat niet ter discussie, zo stelt de rechtbank. “Dat betekent echter niet dat de Staat daarmee aansprakelijk voor die schade is.” Uitgangspunt van het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht is dat eenieder zijn eigen schade draagt. Daarop geldt een uitzondering als de nadelige gevolgen van een in het algemeen belang getroffen overheidsmaatregel, die buiten het normale maatschappelijke of bedrijfsrisico valt, onevenredig zwaar drukt op een beperkte groep burgers. In dat geval moet die beperkte groep aanspraak kunnen maken op nadeelcompensatie.
Zijn de betrokken zzp’ers dan een beperkte groep? Nee, vindt de rechter. Ze vormen “getalsmatig en wat betreft verscheidenheid een veel te grote groep”.
Onevenredige schade niet aangetoond
Het verdelen van gemeenschapsgelden over grote groepen mensen in de samenleving is de taak van het kabinet en de wetgever; het is niet aan de rechter om de coronamaatregelen en de daarmee samenhangende verdeling van gemeenschapsgelden naar eigen inzicht te veranderen. “Ook niet als de toepassing van die wet- en regelgeving meebrengt dat bepaalde groepen in de samenleving daarvan meer nadeel ondervinden dan andere. Bovendien is niet aangetoond in vergelijking met wie of welke andere referentiegroep de zzp’ers in de culturele en creatieve sector onevenredige schade lijden als gevolg van de coronamaatregelen die alle Nederlanders hebben geraakt.”
Bovendien is het verwijt dat andere groepen in de samenleving meer steun hebben gehad dan de zzp’ers in de culturele en creatieve sector ongegrond. “Voor zover de Staat bij het verstrekken van steunpakketten onderscheid heeft gemaakt tussen verschillende groepen in de samenleving, is dat op objectief te rechtvaardigen gronden gebeurd.”
Geef een reactie