
Die reductie (ten opzichte van 1990) staat centraal in het Klimaatakkoord. Maar veel fabrieken slagen er niet in om de komende vijf jaar de benodigde energietransitie te maken, vaak door het ontbreken van een zwaardere stroomaansluiting of zicht op een waterstofverbinding. Het FD baseert zich op een inventarisatie van samenwerkingsverband Cluster 6 onder 330 regionale fabrieken.
Geen garanties
De Nederlandse industrie neemt de helft van de totale landelijke CO2-uitstoot voor haar rekening en zal de komende jaren fors moeten investeren in de energietransitie. Met grotere bedrijven wordt moeizaam gesproken over overheidssteun en de kleinere bedrijven doen hun best, maar dat blijkt niet genoeg. Zo geeft bierflesjesproducent Ardagh Glass aan dat 80% van het gasverbruik naar de glasovens gaat. Alleen met de overstap op elektrische ovens kunnen serieuze meters worden gemaakt, maar de overheid geeft geen harde garanties op de beschikbaarheid van elektriciteit en betaalbare waterstof.
Meer duidelijkheid gewenst
De 330 onderzochte bedrijven zijn in totaal goed voor 12,5% van de industriële CO2-uitstoot in Nederland. Ze hebben 700 initiatieven met verduurzamingsplannen om uitstoot te halveren, maar 73% gaat de deadline van 2030 waarschijnlijk niet halen. Vertegenwoordiger Barbara Huneman-Verwayen van Cluster 6 pleit ervoor om bedrijven te laten weten wanneer ze definitief een zwaardere aansluiting op het elektriciteitsnet of een aansluiting op een waterstofnetwerk kunnen krijgen. “Zo kunnen ze de benodigde investeringen plannen. ‘”Op basis van een inschatting kun je niet van bedrijven eisen dat ze kostbare nieuwe installaties kopen.” Verder zou de overheid op grotere schaal moeten gaan praten met regionale industriële partijen.
Geef een reactie