
De daling doet zich in bijna alle sectoren voor. “Opvallend is dat het aandeel gedetacheerden met een vast dienstverband bijna 7% is gestegen tot 74%”, merkt de vereniging op. De tijd tussen opdrachten, de zogeheten leegloop, steeg met 32,8%. Verder blijken detacheringsbureaus vooral gefocust op gespecialiseerde medewerkers. Bij economische groei en toenemende krapte op de arbeidsmarkt zal de vraag naar de juiste medewerkers op lange termijn weer toenemen, zo verklaart de VvDN.
Kortere opdrachten
Opdrachten worden korter en tussenliggende periodes langer. “De trend van medewerkers die overstappen naar opdrachtgevers dwingt bureaus om creatief te zijn in het aantrekken en behouden van talent. Deze focus op het werven en vasthouden van professionals met specifieke kennis en kunde is te zien in de toename van medewerkers met een contract voor onbepaalde tijd.”
De VvDN ziet ook een toename van ‘snipperopdrachten’, waarbij één professional op meerdere opdrachten moet worden geplaatst om een volledige werkweek te vullen. “Dit vraagt om extra inspanning en een andere aanpak in het organiseren van werk.”
Meer besteed aan opleiding
Edwin van den Elst, voorzitter van de VvDN, vindt dat de politiek zich niet realiseert dat detachering de economie flexibiliteit biedt. “Het is goed dat er wordt gecontroleerd en wordt gehandhaafd op de uitwassen. Maar ga niet verder reguleren. Er moet ook ruimte zijn voor detacheerders.” Hij prijst verder de stijging van de opleidingsuitgaven van 2,5% bij detacheerders. “Ik durf te beweren dat iemand die tien jaar wordt gedetacheerd, meer diploma’s en actuele kennis heeft dan iemand die tien jaar bij dezelfde werkgever werkt.”
Geef een reactie