
De tariefverhogingen, zoals het 25% tarief op staal en aluminium, hebben geleid tot spanningen in internationale handelsrelaties en veroorzaakten wereldwijde onzekerheid. De frequentie van deze aankondigingen, en de onvoorspelbare en soms tijdelijke intrekkingen, benadrukken de gespannen handelsverhoudingen en het risico van drastische veranderingen in het mondiale handelsbeleid. Dit alles speelt zich af tegen de achtergrond van reeds verhoogde economische en geopolitieke onzekerheid.
Handelstarieven zijn niet nieuw, maar de recente verhogingen en de wereldwijde gevolgen ervan stellen accountants en financiële professionals voor nieuwe uitdagingen. Om deze effecten te structureren, kunnen ze worden ingedeeld in drie categorieën: directe (eerste orde) effecten, indirecte (tweede orde) gevolgen en significante lange termijn (derde orde) effecten.
Eerste orde effecten: directe en onmiddellijke gevolgen
De directe effecten van handelstarieven zijn vaak het snelst zichtbaar en kunnen een onmiddellijke impact hebben op de financiële verslaggeving van bedrijven. Tot de eerste orde effecten behoren:
- Waardering van voorraden: Tarieven kunnen de kosten van voorraden (IAS 2/RJ 220) verhogen, wat invloed heeft op de kostprijs van verkochte goederen en de winst- en verliesrekening. Als bedrijven de hogere kosten van goederen niet kunnen doorberekenen aan klanten, kan dit leiden tot afwaarderingsverliezen op voorraden.
- Verlieslatende contracten: Handelstarieven kunnen ook de voorwaarden van bestaande contracten beïnvloeden (IAS 37/RJ 252). Wanneer de verhoogde tarieven de kosten van het nakomen van contractverplichtingen aanzienlijk doen stijgen, kunnen deze contracten verlieslatend worden.
- Prijsaanpassingen en omzetverantwoording: Organisaties kunnen proberen de tarieven door te berekenen aan klanten door contracten aan te passen. De standaard voor omzetverantwoording (IFRS 15/RJ 270) biedt specifieke richtlijnen voor de verwerking van dergelijke wijzigingen. Dit kan zowel een onmiddellijke als toekomstige impact hebben op de omzet.
- Gebeurtenissen na balansdatum: Wanneer tarieven worden aangekondigd na het einde van een verslagperiode, maar vóór de vaststelling van de jaarrekening, is het belangrijk om te bepalen of deze gebeurtenissen leiden tot verwerking of een nadere toelichting vereisen. Volgens IAS 10/RJ 260 moeten bedrijven beoordelen of dergelijke gebeurtenissen relevante informatie verschaffen over de situatie op balansdatum.
Tweede orde effecten: indirecte gevolgen
De tweede orde effecten van handelstarieven zijn indirecter, maar kunnen op de lange termijn aanzienlijke implicaties hebben. Enkele belangrijke indirecte gevolgen zijn:
- Veranderingen in kasstromen en inflatie: Handelstarieven kunnen de kosten van geïmporteerde goederen verhogen en inflatie veroorzaken, wat weer kan leiden tot hogere rentetarieven. Deze veranderingen beïnvloeden waarderingen gebaseerd op schattingen van toekomstige kasstromen en disconteringsvoeten om deze contant te maken. Dit kunnen bijvoorbeeld IFRS 9 verwachte kredietverliezen, bijzondere waardeverminderingen (IAS 36/RJ 121), voorzieningen (IAS 37/RJ 252) en fair value waarderingen (IFRS 13) betreffen.
- Wisselkoersvolatiliteit: De onzekerheid rondom nieuwe handelstarieven kan de wisselkoersen beïnvloeden. Dit kan gevolgen hebben voor de juistheid van de omrekeningen van buitenlandse valuta, zoals beschreven in IAS 21/RJ 122. Wanneer de wisselkoersen sterk fluctueren, kunnen bedrijven gedwongen worden om hun praktische boekhoudkundige benaderingen – veelal gebaseerd op gemiddelde kosten op slotkoersen op balansdatum – voor valutaomrekeningen te heroverwegen.
- Veranderingen in de waarde van financiële instrumenten: De verhoogde onzekerheid kan invloed hebben op de toepassing van hedge accounting (IAS 39/IFRS 9/RJ 290). Bedrijven moeten mogelijk aanvullende economische afdekkingen afnemen om zich tegen deze risico’s in te dekken. Tevens kunnen zulke veranderingen een effect hebben op de effectiviteit van bestaande afdekkingsstrategieën.
- Aanpassing van toelichtingen: Veranderingen in de economische situatie kunnen ook invloed hebben op de toelichtingen in de jaarrekening. Bedrijven moeten mogelijk de gebruikte inputwaarden herzien die van invloed zijn op bijvoorbeeld de gevoeligheidsanalyse van de waardering van activa en passiva (IFRS 13). Deze verandering kunnen ook impact hebben op de gehanteerde bandbreedtes die worden gebruikt om bedragen uit te splitsen.
Derde orde effecten: langetermijnimplicaties
De derde orde effecten van handelstarieven zijn de meest ingrijpende en moeilijkst te voorspellen, maar ze kunnen op lange termijn verstrekkende gevolgen hebben voor bedrijven. Voorbeelden van deze effecten zijn:
- Continuïteit van de onderneming: Handelstarieven kunnen de levensvatbaarheid van bedrijfsmodellen beïnvloeden (IAS 1/RJ 170). Wanneer verhoogde kosten de winstgevendheid van een bedrijf ondermijnen, kan dit de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen. In sommige gevallen kan dit ertoe leiden dat bedrijven hun strategische plannen herzien of hun bedrijfsactiviteiten afstoten.
- Vaste activa en waardeverminderingen: Bedrijven kunnen besluiten om bepaalde bedrijfsonderdelen af te stoten of om activa versneld buiten gebruik te stellen. Dit kan leiden tot bijzondere waardeverminderingen van vaste activa (IAS 36/RJ 121) en versnelde afschrijvingen (IAS 16/RJ 212).
- Fusies en overnames: In sommige gevallen kunnen bedrijven hun activiteiten herstructureren, bijvoorbeeld door bedrijfsonderdelen af te stoten of overnames te doen. Sommige verslaggevingsregels zoals IFRS, bevatten specifieke eisen voor groepen activa die worden afgestoten of beëindigde bedrijfsactiviteiten (IFRS 5). Afstotingen door verkoop kunnen derhalve weer leiden tot fusies en overnames (IFRS 3/RJ 216) – al dan niet onder gemeenschappelijke leiding, of overnames van activa. Ook kunnen reorganisaties en daarmee samenhangende voorzieningen een rol spelen (IAS 37/RJ 252). Herstructureringen van organisaties, zowel aan de verkoop- als aan de overnemende kant, kunnen op hun beurt een impact hebben op de operationele of te rapporteren segmenten van een bedrijf (IFRS 8/RJ 350).
De recente verhogingen van handelstarieven kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de wereldhandel, maar ook voor de manier waarop bedrijven hun strategische planning en financiële verslaggeving benaderen. De effecten zijn niet alleen beperkt tot de onmiddellijke gevolgen van verhoogde kosten, maar kunnen ook indirecte en langetermijnimplicaties hebben voor kasstromen, activa, en de continuïteit van bedrijven. Voor accountants en financiële professionals is het belangrijk om zowel de korte als langetermijngevolgen van deze handelstarieven goed te begrijpen, zodat zij hun klanten kunnen adviseren over hoe deze veranderingen de financiële verslaggeving en bedrijfsvoering kunnen beïnvloeden. De geopolitieke en economische onzekerheid zal ongetwijfeld voortduren in de nabije toekomst, en de langetermijnimpact zal waarschijnlijk nog jaren voelbaar blijven.
Silvie Koppes is partner bij KPMG.
Geef een reactie