
Uitspraak: 24/3151 Wtra AK en 24/3971 Wtra AK
De RA is sinds 1986 ingeschreven in het accountantsregister en werkzaam bij een accountantskantoor. Hij houdt zich vooral bezig met het opstellen van waarderingsrapporten. Klagers, bestaande uit twee accountants en hun accountantskantoor, waren betrokken bij een civiele procedure waarin de voormalige dga van Digital Exposure Systems (DES) en SportLED hen had gedagvaard.
De zaak draaide om de overname van activa en passiva van DES door SportLED in 2009 voor een bedrag van € 2.659,09. DES ging in 2013 failliet, waarna de curator de transactie betwistte en klagers in 2014 een rapport opstelden over de overname. Op basis van dat rapport werd de voormalige dga veroordeeld tot betaling van € 805.355 aan de curator. Later werd dit vonnis vernietigd, waardoor de voormalige dga geen schadevergoeding meer hoefde te betalen.
Berisping klagers door Accountantskamer
In 2018 dienden de voormalige dga en SportLED een tuchtklacht in tegen klagers (beiden ook RA) vanwege hun rapport. De Accountantskamer verklaarde een deel van de klacht gegrond en oordeelde dat het rapport een deugdelijke grondslag miste, wat leidde tot een berisping voor klagers. Vervolgens stelde de voormalige dga klagers aansprakelijk voor de schade die hij had geleden door het eerdere vonnis en vroeg de RA om een indicatieve schadeberekening op te stellen. De RA bracht in 2020 twee rapporten uit, waarin werd vermeld dat ze waren uitgevoerd onder Standaard 4400N. In de rapporten werd de schade eerst op € 655.371 en later op € 1.259.676 geschat. Beide rapporten werden in de civiele procedure ingebracht, waarna klagers in 2022 werden veroordeeld tot schadevergoeding.
Dat leidde er toe dat de klagers op hun beurt dan weer procedeerden tegen Rabobank, dat als assurantietussenpersoon naliet om de verzekering van het accountantskantoor bij AIG om te zetten naar een verzekering als accountantskantoor, nadat de vennoten hun accountantsdiploma behaalden.
Rapporten RA
In 2023 trokken de klagers de juistheid van de rapporten van de RA in twijfel. Hierop trok de RA zijn eerste twee rapporten in vanwege incorrecte gegevens over de aandelenverhouding. In juni 2023 bracht hij een derde rapport uit met dezelfde schadeberekening, maar daarin stond dan weer dat dat de opdracht was uitgevoerd conform de NBA-Handreikingen 1111 (overige opdrachten) en 1127 (opdrachten uitgevoerd ter ondersteuning bij (potentiële) geschillen). Dit rapport werd eveneens in hoger beroep in de civiele procedure ingebracht. Klagers bleven het rapport aanvechten en vroegen de RA herhaaldelijk om zijn rapporten in te trekken of het gerechtshof te informeren over de intrekking van de eerdere rapporten. De RA weigerde hieraan gehoor te geven.
Tuchtklacht
Daarop volgde een tuchtklacht van de twee accountants en hun accountantskantoor tegen de RA. Bij de Accountantskamer verwijten klagers de RA dat hij in strijd heeft gehandeld met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels bij het opstellen van zijn rapportages. Zij stellen onder meer dat de RA niet heeft voldaan aan de vereisten van Standaard 4400N, omdat hij in rapport I en II onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat zijn bevindingen uitsluitend gebaseerd waren op door de opdrachtgever verstrekte gegevens, zonder onafhankelijke verificatie.
Daarnaast stellen klagers dat de RA in zijn rapporten een onvolledige en onjuiste beschrijving heeft gegeven van de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van SportLED en GmbH1 Deutschland, waardoor een misleidend beeld is ontstaan over de onderlinge verhoudingen binnen de groep. Klagers verwijten de RA verder dat hij in rapport I en II ten onrechte de indruk wekt dat GmbH1 Deutschland en SportLED dezelfde aandeelhouder en moedermaatschappij hadden en tot dezelfde groep behoorden.
Tevens bekritiseren klagers de RA voor zijn onjuiste weergave van de leasefaciliteit in 2017, waarin hij zonder deugdelijke onderbouwing heeft gesteld dat deze faciliteit zou zijn bevroren. Tot slot voeren klagers aan dat de RA onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de misgelopen contracten met Duitse voetbalclubs en hierover onvolledig en gebrekkig heeft gerapporteerd.
Standaard 4400N
De Accountantskamer verklaart de klacht van klagers gedeeltelijk gegrond, en de RA krijgt daarom de maatregel van berisping opgelegd. Hij heeft verschillende keren gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, oordeelt de tuchtrechter. Zo zijn de eerste twee rapporten niet in overeenstemming met Standaard 4400N opgesteld en heeft de accountant niet voldoende duidelijk in zijn rapporten opgeschreven wat hij bedoelt.
De RA voldoet in zijn eerste twee rapporten niet volledig aan de vereisten van Standaard 4400N. Hoewel hij vermeldt dat de werkzaamheden volgens deze standaard zijn uitgevoerd, ontbreekt een duidelijke omschrijving van de verrichte werkzaamheden en de beperkingen daarvan. Hierdoor is voor de gebruikers van de rapporten niet voldoende duidelijk welke werkzaamheden precies zijn uitgevoerd en welke conclusies daaruit kunnen worden getrokken. Dit is in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Eigendoms- en zeggenschapsstructuur
In de rapporten van de RA ontbreekt ook een duidelijke en volledige beschrijving van de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van SportLED en GmbH1 Deutschland, luidt het oordeel. Dit leidt tot een onjuist beeld van de onderlinge verhoudingen binnen de groep en kan de lezers van de rapporten misleiden over de structuur en relaties tussen de entiteiten. De Accountantskamer acht dit in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
De RA wekt in zijn eerste twee rapporten ten onrechte de indruk dat GmbH1 Deutschland en SportLED dezelfde aandeelhouder en moedermaatschappij hebben en tot dezelfde groep behoren. Deze onjuiste voorstelling van zaken is in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit en draagt bij aan een misleidend beeld voor de gebruikers van de rapporten.
Overige gegronde verwijten
In alle drie de rapporten vermeldt de RA verder zonder voldoende onderbouwing dat de leasefaciliteit begin 2017 is bevroren. Deze onjuiste informatie draagt bij aan een verkeerd beeld van de financiële situatie en is in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, luidt het oordeel.
De RA verrichte verder onvoldoende onderzoek naar de misgelopen contracten met Duitse voetbalclubs en rapporteert hierover gebrekkig. Hierdoor ontbreekt een deugdelijke grondslag voor zijn conclusies over de financiële impact van deze misgelopen contracten, wat in strijd is met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Op basis van deze gegronde klachtonderdelen concludeert de Accountantskamer dat de RA handelt in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels en legt hem de maatregel van berisping op.
Geef een reactie