
De effecten op het partnerpensioen door de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) zijn nog niet voor iedereen helder. Dat de gevolgen groot zijn, is ondertussen wel duidelijk geworden. In dit artikel licht ik een en ander graag toe naar de stand van de bekend zijnde wetgeving en transitieplannen begin 2025.
De belangrijkste wijzigingen van het nieuwe partnerpensioen zijn:
- altijd op risicobasis, én
- een percentage van het pensioengevend salaris
De afgelopen periode hebben de pensioenfondsen concept-transitieplannen gepubliceerd. Aan de hand van een aantal van deze concept-transitieplannen brengen wij in kaart wat de impact is voor de deelnemers als het gaat om het partnerpensioen door in te zoomen op de hoogte van het ‘verzekerde’ partnerpensioen.
Drie aspecten zijn van belang:
1. De impact van de Wtp op het partnerpensioen.
2. Partnerpensioen en parttime werken?
3. Impact van de wijziging van het partnerpensioen voor de deelnemers bij een aantal grote pensioenfondsen.
De impact van de Wtp op het partnerpensioen
Op grond van de Wtp zal het partnerpensioen moeten worden gewijzigd. In veel huidige (eind- en) middelloonregelingen zie je nu nog een partnerpensioen op opbouwbasis of een combinatie van opbouw- en risicopartnerpensioen. Een belangrijke wijziging is dat het partnerpensioen dus altijd gebaseerd móet zijn op een risicopartnerpensioen. Er is niet langer sprake van een opbouw partnerpensioen. Het opbouw partnerpensioen blijft ook in stand na einde dienstverband. Bij een risico partnerpensioen vervalt het partnerpensioen bij uitdiensttreding (en dus bij het worden van zzp’er, maar ook in geval van een echtscheiding). Verder zijn niet meer het aantal te bereiken dienstjaren bepalend voor de hoogte van het partnerpensioen, maar een vast percentage van het pensioengevend salaris. Dit percentage mag maximaal 50% bedragen. En wordt dan geen rekening meer gehouden met een franchise.
Partnerpensioen en parttime werken
De systematiek vanuit de nieuwe pensioenwet als het gaat om het partnerpensioen heeft straks meer invloed op de hoogte van het verzekerde partnerpensioen dan in het verleden. Dit heeft zijn oorzaak in het feit dat het partnerpensioen geen opbouw meer kent, maar alleen nog maar verzekerd is op risicobasis.
Aan de hand van een rekenvoorbeeld zal ook duidelijk worden wat de gevolgen zijn voor de hoogte van het verzekerde partnerpensioen als de deelnemer parttime gaat werken. Hierbij gaan we ervan uit dat in de huidige (oude wetgeving) sprake is van een opbouw partnerpensioen ter grootte van 70% van het op te bouwen ouderdomspensioen. Deze situatie doet zich overigens lang niet bij alle pensioenfondsen voor. Bij meerdere pensioenfondsen is nu al voor een deel sprake van een risicopartnerpensioen.
Kanttekening: ieder pensioenfonds heeft zijn eigen verzekerde percentages waardoor onderstaand voorbeeld niet zomaar kan worden toegepast op alle pensioenfondsen en deelnemers. Hier dient een individuele berekening per deelnemer voor te worden gemaakt.

Berekening van de hoogte van het partnerpensioen indien de deelnemer na een aantal dienstjaren parttime gaat werken (60%). Er van uitgaande dat alle hierboven vermelde uitgangspunten ongewijzigd zijn gebleven.
Wat is de impact op het partnerpensioen nu de deelnemer parttime gaat werken:

Met andere woorden:
In dit rekenvoorbeeld is het verzekerde partnerpensioen bij datum in dienst hoger onder de nieuwe wetgeving, maar is het partnerpensioen vanaf parttime werken lager. Dit komt omdat er geen partnerpensioen meer opgebouwd is in het verleden waardoor de deelnemer vanaf dag 1 na parttime werken gelijk verzekerd is voor een lager partnerpensioen. Dat het voor alle individuele deelnemers anders uit gaat pakken mag dan ook duidelijk zijn. Met andere woorden: wil je parttime gaan werken wees je er dan van bewust dat de financiële zekerheid voor de achterblijvende partner onder druk kan komen te staan. Zorg dan ook voor een goede financiële analyse!
Impact van de wijziging van het partnerpensioen voor de deelnemers bij een aantal grote pensioenfondsen
In deze paragraaf worden van een aantal pensioenfondsen de verschillen besproken tussen het partnerpensioen volgens de ’oude pensioenwetgeving’ en na aanpassing conform de ‘Wet toekomst pensioenen’. Hierbij oriënteren we alleen op werknemers die nieuw in dienst treden en bekijken wat de impact is van de nieuwe wet op het partnerpensioen gedurende de dienstbetrekking. Er is gebruik gemaakt van de kerncijfers over 2024.
Welke pensioenfondsen passeren de revue?
- Stichting Pensioenfonds ABP
- Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid
- Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn
- Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metaal en Techniek
Stichting Pensioenfonds ABP
Onderstaande tabel en berekeningen zijn niet van toepassing voor militairen.
Onderwerp | Huidige pensioenregeling | Nieuwe pensioenregeling |
Partnerpensioen bij overlijden voor pensionering | Opbouwbasis | Risicobasis |
Franchise | € 15.850 bij een inkomen t/m € 52.487,93 € 17.550 bij een inkomen vanaf € 52.487,93 | Niet van toepassing |
Toezegging vanaf 1-1-2018 | 70% van het op te bouwen ouderdomspensioen | 41% van het salaris |
Percentage van de pensioengrondslag voor het jaarlijks op te bouwen ouderdomspensioen | Respectievelijk een opbouwpercentage van 1,788% en 1,875% | Niet van belang |
Maximum pensioengevend salaris | € 137.800 | € 137.800 |
Wat staat er in de samenvatting van het concept-transitieplan van ABP vermeld over het partnerpensioen?
“Als u overlijdt, krijgt uw partner in veel gevallen een partnerpensioen. Net als voor het ouderdomspensioen is er een pensioenpot voor het partnerpensioen bij overlijden na pensionering. In de nieuwe regeling is het partnerpensioen net als nu 70% van het ouderdomspensioen. Als iemand die nog voor pensioen spaart bij ABP vóór pensionering overlijdt, krijgt de partner een partnerpensioen dat gebaseerd is op het inkomen (41% van het pensioengevend inkomen). In de praktijk betekent dit voor de meeste mensen dat het partnerpensioen minstens zo hoog is als nu. Voor mensen met een lager inkomen is het partnerpensioen bij overlijden voor pensionering een stuk hoger dan in de huidige regeling. Ook het ingegane partnerpensioen gaat meer meebewegen met de economie en we streven ernaar het pensioen zo stabiel mogelijk te houden. ABP stelt de hoogte van het pensioen eens per jaar vast.”
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid
Onderwerp | Huidige pensioenregeling | Nieuwe pensioenregeling |
Partnerpensioen bij overlijden voor pensionering | Opbouwbasis | Risicobasis |
Franchise | €17.545 | Niet van toepassing |
Partnerpensioen percentage | 1,3125% per dienstjaar (70% van 1,875%) | 13% van het salaris |
Tijdelijke uitkering | Niet van toepassing | € 18.000 (2023) |
Percentage van de pensioengrondslag voor het jaarlijks op te bouwen ouderdomspensioen | Opbouwpercentage 1,738% | Niet van belang |
Maximum pensioengevend salaris | € 69.441,55 |
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn
Onderwerp | Huidige pensioenregeling | Nieuwe pensioenregeling |
Partnerpensioen bij overlijden voor pensionering | 1,05% is op opbouwbasis en 0,2% is op risicobasis | Risicobasis |
Franchise | €15.816 | Niet van toepassing |
Partnerpensioen percentage | 1,25% per dienstjaar | 40% van het salaris |
Tijdelijke uitkering | Het Anw-compensatiepensioen bedraagt per deelnemingsjaar maximaal 1,25% van de franchise | Komt te vervallen |
Percentage van de pensioengrondslag voor het jaarlijks op te bouwen ouderdomspensioen | Opbouwpercentage 1,75% | Niet van belang |
Maximum pensioengevend salaris | € 137.800 | € 137.800 |
Anw compensatie |
“Door de nieuwe regeling wordt de compensatie van het Anw-hiaat geïntegreerd in het partnerpensioen. Sociale partners spreken daarom af dat het Anw-hiaatpensioen in de nieuwe regeling komt te vervallen.”
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Metaal & Techniek
Onderwerp | Huidige pensioenregeling | Nieuwe pensioenregeling |
Partnerpensioen bij overlijden voor pensionering | 50% van het op te bouwen ouderdomspensioen is op opbouwbasis en 20% van het op te bouwen ouderdomspensioen is op risicobasis | Risicobasis |
Franchise | € 17.545 | Niet van toepassing |
Partnerpensioen percentage | 50% van het op te bouwen ouderdomspensioen is op opbouwbasis en 20% van het op te bouwen ouderdomspensioen is op risicobasis | 20% van het gemaximeerde pensioengevende salaris € 5.000 plus jaarlijkse aanpassing met de loonontwikkeling van de CAO Metaal en Techniek. Uitkering tot uiterlijk datum AOW-leeftijd partner |
Tijdelijke uitkering | Vrijwillige Anw- dekking | Vrijwillige Anw- dekking |
Percentage van de pensioengrondslag voor het jaarlijks op te bouwen ouderdomspensioen | Opbouwpercentage 1,875% | Niet van belang |
Maximum pensioengevend salaris | € 89.382 | € 89.382 |
Uitkomst vergelijking
Als we de uitkomsten van de verschillende pensioenfondsen op een rij zetten, zijn de verschillen relatief groot.

Opmerkingen bij de uitkomsten
- Datum in dienst van de deelnemer 1 januari 2025 met een pensioenleeftijd van 68 jaar. (Er is geen rekening gehouden met reeds opgebouwd partnerpensioen, aangezien we alleen uitgaan van nieuwe deelnemers.)
- Bpf-bouw: in de nieuwe wet is sprake van een aanvullende Anw-dekking. Deze keert echter maar uit tot de AOW-gerechtigde leeftijd van de achterblijvende partner terwijl het partnerpensioen een levenslange uitkering is.
- PFZW: in de nieuwe pensioenwet is niet langer sprake van de Anw-compensatie. Voor de bepaling van de hoogte van de Anw-compensatie is het aantal te bereiken dienstjaren afgerond op hele jaren.
- PMT: kent een Anw-dekking ter grootte van € 5.000 met cao-koppeling.
In hoeverre de achterblijvende partner meer of minder pensioenuitkering gaat ontvangen in de nieuwe pensioenwet hangt sterk af van het moment van overlijden van de deelnemer. En, zoals eerder aangegeven in dit dossier, gaat het alleen om nieuwe deelnemers waarbij nog geen pensioenaanspraken zijn opgebouwd. Bijvoorbeeld: kom je als deelnemer bij Bpf Bouw kort voor je pensioendatum te overlijden dan zal de extra verhoging vanuit de tijdelijke Anw dekking niet het negatieve verschil in partnerpensioen compenseren. Per slot van rekening is een partnerpensioen een levenslange uitkering.
Conclusie
- Afhankelijk van de sector waarin een deelnemer werkt, zijn er grote verschillen in dekking tussen de oude en nieuwe pensioenregeling. Een tijdelijk partnerpensioen (overbruggingsnabestaandenpensioen) dekt niet altijd de lading als compensatie voor een lager percentage nabestaandenpensioen.
- Bij wijziging naar een parttime dienstverband komt bij de meeste uitvoerders het gewogen parttimepercentage te vervallen, hierdoor is er geen relatie meer met achterliggende dienstjaren en gemiddeld salaris.
- In geen enkel transitieplan lijkt sprake van compensatie voor het wegvallen van het opbouw partnerpensioen uit de oude wetgeving. Hoe een en ander er definitief uit komt te zien, zal duidelijk worden zodra de transitieplannen definitief zijn en de overgang naar het nieuwe pensioensysteem in werking is gezet.
Ron Mulder MPLA is pensioenadviseur bij Alpina en als docent verbonden aan MOC Uitgevers.
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Geef een reactie