
De verzekeraar publiceerde het jaarlijkse Trendrapport Duurzame Mobiliteit. “De wil is er, maar zonder duidelijk beleid en betere faciliteiten krijgen werkgevers hun werknemers nog onvoldoende mee”, zegt Maurice Koopman CEO Schade & Inkomen bij Nationale-Nederlanden. Negen op de tien werkgevers zeggen medewerkers te stimuleren om duurzamer te reizen. Dat doen ze vooral met het aanbieden van laadpalen (53%), flexibele werktijden en thuiswerkopties (50%). Voor ruim de helft van deze groep is het versterken van hun imago de belangrijkste drijfveer. Aan de andere kant zegt maar 48% van de werknemers daadwerkelijk steun te ervaren bij de overstap naar een duurzamer vervoermiddel. Bijna 50% gaat met de benzineauto naar het werk. Er liggen dus kansen. “Als we willen dat meer mensen daadwerkelijk overstappen, moeten bedrijven en beleidsmakers niet alleen stimuleren, maar vooral ook faciliteren en daarover helder communiceren. Denk aan het aanbieden van meer laadpalen op kantoor, aantrekkelijke leaseopties, autodelen, fietsen en hybride werken”, aldus Koopman.
Ervaren drempels worden lager
Uit het onderzoek, uitgevoerd door Markteffect, blijkt dat nog 51% van de autobezitters de aanschafkosten de grootste barrière vinden voor elektrisch rijden. Vorig jaar was dat nog 63%. Het rijbereik is nog voor 23% een obstakel. Desondanks zegt 38% van de automobilisten bij een volgende auto opnieuw voor benzine te kiezen. Volgens NN heeft dat te maken met de nog onvolgroeide tweedehandsmarkt voor elektrische voertuigen, twijfels over de aanschafkosten, laadpaalbeschikbaarheid en de praktische inzetbaarheid van elektrische auto’s. Volgens Koopman moeten beleidsmakers, financieel dienstverleners en werkgevers meer doen om die drempels weg te nemen.
Openbaar vervoer heeft nog lange weg te gaan
Duidelijk is wel dat het openbaar vervoer nog geen serieuze concurrent is voor de auto: volgens het onderzoek neemt maar 7% van de werknemers bus of trein. Factoren die werknemers weghouden bij het ov, zijn een lange reistijd (56%), vaste dienstregelingen (25%), overstaptijden (29%) en routebeperkingen (24%). Al blijken die drempels voor mensen die daadwerkelijk van het ov gebruik maken, veel minder, zegt Koopman: “Zij zien het reizen met de trein juist als een handig moment om te werken.” Uit het onderzoek blijkt dat de afstand naar het dichtstbijzijnde ov-punt gemiddeld 25 minuten lopen, 12 minuten fietsen of 6 minuten met de auto is.
Geef een reactie