
Dat maakte Mariëtte van Leeuwen, gedeputeerde Financiën (BBB) van de provincie Zuid-Holland, bekend tegenover Omroep West. ‘De fiscus is erachter gekomen dat zij een rekenfout heeft gemaakt. Bij de Belastingdienst was een te gunstig beeld ontstaan over de motorrijtuigenbelasting.’ De fout zou volgens Van Leeuwen voor alle provincies gelden.
Brief uit april
Het provinciebestuur had het niet opgemerkt, omdat auto’s steeds zwaarder worden en er in de provincie Zuid-Holland afgelopen jaar 30.000 auto’s zijn bijgekomen. Dus de meevaller van € 12,1 miljoen leek logisch. Hoe hoog die meevaller nu uitvalt, is nog niet duidelijk. Duidelijk is wel dat autobezitters niet te veel hebben betaald; de rekenfout zit bij de Belastingdienst. ‘Op 16 april hebben wij samen met alle provincies het bericht ontvangen dat de door de Belastingdienst overgemaakte bedragen te hoog zijn geweest’, schrijft het college van Gedeputeerde Staten in een brief.
Pas als duidelijk is hoeveel geld te veel is betaald, wordt ook bekend of de provincies het geld moeten terugbetalen of dat het wordt verrekend bij de motorrijtuigenbelasting die dit jaar wordt uitgekeerd door de Belastingdienst.
‘Afgebakend probleem’
Een woordvoerder van de fiscus bevestigt de fout: ‘We voeren constructieve gesprekken met de provincies over hoe we dit op een goede en praktische manier kunnen oplossen. Het kan gebeuren dat de cijfers afwijken van de prognoses. We kijken dan of hier verklaarbare redenen voor zijn en lossen dat op.’ Het gaat volgens hem om een ‘afgebakend probleem’ met het provinciale deel van de motorrijtuigenbelasting voor 2024 en 2025. Het zou gaan om enkele tientallen miljoenen euro’s. De fout zit niet bij het innen van de belasting bij weggebruikers, maar bij de berekening van de uitkering daarvan aan de provincies.
Bron: Omroep West/ANP
Even rekenen: een foutje van 57 miljoen op 300.000 miljoen per jaar is zo iets als
0.00019%; is dat wel materieel?