
De Hoge Raad moet een oordeel gaan vellen in een cassatieprocedure over de hoogte van het belastingrentepercentage op de belastingaanslag vennootschapsbelasting. De hoogste rechter wil daarbij ook de mening van het publiek weten: iedereen kan tot en met 20 juni input leveren via de website van de Hoge Raad. Daarmee wordt voor het eerst gebruik gemaakt van de amicus curiae-optie, die sinds 2021 wettelijk is vastgelegd en mogelijk maakt dat in rechtszaken ook andere partijen dan de belanghebbenden inbreng kunnen leveren. “Door de inbreng van externe meedenkers kan de rechter een beter en breder zicht krijgen op de mogelijke maatschappelijke gevolgen van de beslissing die hij moet nemen en zo een beter gefundeerde uitspraak doen. Deze ‘meedenkers’ leveren daarmee een bijdrage aan de rechtsvorming.”
Rechter: 8% te hoog
Het belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting (Vpb) is in 2022 verhoogd naar 8%. De rechtbank Noord-Nederland oordeelde vorig jaar dat dat te hoog is en in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Financiën is het daarmee niet eens en is direct naar de Hoge Raad gestapt. Alle bezwaarschriften tegen het in rekening gebrachte verhoogde belastingrentepercentage zijn door de staatssecretaris aangewezen als massaal bezwaar. “Vanwege de gevolgen die zijn uitspraak kan hebben voor anderen dan de partijen in deze procedure vindt de Hoge Raad het wenselijk dat ook andere bedrijven en organisaties voor wie de uitspraak gaat gelden de gelegenheid krijgen een inbreng te leveren.” Anonieme reacties worden niet meegenomen.
De vragen die beantwoord moeten worden, zijn:
- Is de hoogte van het percentage belastingrente voor de vennootschapsbelasting uit het Besluit Belasting- en Invorderingsrente op regelniveau in strijd met hogere regelgeving, in het bijzonder algemene rechtsbeginselen of algemene beginselen van behoorlijk bestuur zoals het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel of het motiveringsbeginsel?
- Is het percentage belastingrente dat op grond van artikel 30hb AWR en het Besluit Belasting- en Invorderingsrente voor de vennootschapsbelasting in rekening wordt gebracht op regelniveau in strijd met supranationale regelgeving, zoals bijvoorbeeld het eigendomsrecht in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, en het discriminatieverbod in artikel14 EVRM of artikel 26 IVBPR?
- Is het percentage belastingrente dat op grond van artikel 30hb AWR en het Besluit Belasting- en Invorderingsrente voor de vennootschapsbelasting in rekening wordt gebracht op regelniveau in strijd met andere supranationale bepalingen, zoals bijvoorbeeld het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM), het legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel (artikel 7 EVRM en artikel 49, derde lid, Handvest van grondrechten EU of het ne bis in idem beginsel (artikel 50 Handvest van de grondrechten EU en artikel 4 van het Zevende Protocol bij het EVRM)?
Geef een reactie