
In november vorig jaar oordeelde de rechtbank Noord-Nederland dat het rentepercentage van 8% voor de vennootschapsbelasting te hoog is en daarmee in strijd met het evenredigheidsbeginsel. De Belastingdienst heeft tegen die uitspraak beroep ingesteld bij de Hoge Raad.
De uitspraak van de rechtbank heeft veel bezwaren opgeleverd tegen de hoogte van het belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting. Daarom heeft de staatssecretaris van Financiën die bezwaren afgelopen week aangemerkt als ‘massaal bezwaar’. Alle bezwaren met dezelfde rechtsvraag worden aangehouden totdat de Hoge Raad hierover heeft beslist.
Om welke bezwaren gaat het?
Onder de noemer massaal vallen de volgende bezwaren:
- tegen met ingang van 1 oktober 2020 in rekening gebrachte belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting;
- tegen met ingang van 1 januari 2022 in rekening gebrachte belastingrente voor de solidariteitsbijdrage;
- tegen met ingang van 1 januari 2024 in rekening gebrachte belastingrente voor de minimumbelasting;
- tegen met ingang van 1 januari 2025 in rekening gebrachte belastingrente over het winstaandeel.
De bezwaren moeten gaan over het percentage van de belastingrente dat op grond van artikel 30hb AWR j° artikel 1, onderdeel b, van het Besluit belasting- en invorderingsrente (Besluit BIR), dan wel, met ingang van 1 januari 2024, j° artikel 1, tweede lid, Besluit BIR geldt.
Specifieke rechtsvraag vereist
Voorwaarde is dat er op 14 februari nog geen uitspraak was gedaan over het bezwaar en dat het bezwaar minimaal een dag voor de uitspraak van de Hoge Raad is ingediend. Aandachtspunt is ook dat de bezwaren één of meer van de volgende rechtsvragen moeten bevatten:
- Is de hoogte van het percentage belastingrente zoals vastgelegd in artikel 1, onderdeel b, Besluit BIR, zoals dat luidde tot 1 januari 2024, dan wel, artikel 1, tweede lid, Besluit BIR, zoals dat luidde met ingang van 1 januari 2024, voor in rekening brengen van belastingrente op regelniveau in strijd met hogere regelgeving en in het bijzonder, maar niet uitsluitend, met algemene rechtsbeginselen of algemene beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder, maar niet uitsluitend, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel of het motiveringsbeginsel?
- Is het op grond van artikel 30hb AWR j° artikel 1, onderdeel b, Besluit BIR, zoals dat luidde tot 1 januari 2024, dan wel, artikel 1, tweede lid, Besluit BIR, zoals dat luidde met ingang van 1 januari 2024, in rekening brengen van belastingrente op regelniveau in strijd met supranationale regelingen, in het bijzonder, maar niet uitsluitend, met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, artikel 14 EVRM of artikel 26 IVBPR?
- Is het op grond van artikel 30hb AWR j° artikel 1, onderdeel b, Besluit BIR, dan wel, met ingang van 1 januari 2024, j° artikel 1, tweede lid, Besluit BIR, in rekening brengen van belastingrente op regelniveau in strijd met (andere) supranationale bepalingen, in het bijzonder maar niet uitsluitend met het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM), het legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel (artikel 7 EVRM en artikel 49, derde lid, Handvest van grondrechten EU) of het ne bis in idem beginsel (artikel 50 Handvest van de grondrechten EU en artikel 4 van het Zevende Protocol bij het EVRM)?
Geef een reactie