Tot nu toe bleef verzet hiertegen zonder succes. De rechter oordeelt nu echter dat het 8%-tarief in strijd is met het algemene rechtsbeginsel van evenredigheid, meldt het FD op basis van het nog niet gepubliceerde vonnis. Dat percentage werd namelijk vastgesteld aan de hand van de rente die bedrijven verschuldigd zijn bij een handelsvordering en de verzuimrente die de fiscus oplegt als een belastingaanslag niet op tijd wordt betaald. Hierdoor is de belastingrente voor de vpb hoger dan voor de inkomstenbelasting.
De vergelijking met de rente voor handelsvorderingen gaat echter mank omdat geen sprake is van een vordering tussen private partijen, oordeelt de rechtbank. Ook de hoogte van de verzuimrente is volgens de rechtbank niet relevant. Die is namelijk verschuldigd als belasting niet wordt betaald, terwijl bij de belastingrente nog geen definitieve aanslag is opgelegd.
Fiscaal advocaat Rian Waaijer van KPMG Meijburg & Co spande de zaak namens haar cliënt aan. De uitspraak is volgens Waaijer relevant voor alle belastingplichtigen in de VPB die sinds 1 januari 2022 belastingrente berekend hebben gekregen. Het ministerie van Financiën bestudeert de uitspraak, de kans lijkt vrij groot dat er nog een hoger beroep volgt.
Bron: FD
Geef een reactie