
Een 59-jarige werknemer, tevens zwager van de directeur en oom van twee directieleden (zijn nichtjes), krijgt in 2024 te horen dat zijn leidinggevende taken worden overgedragen aan een jongere collega. Hoewel zijn salaris gelijk blijft, verzet de man zich tegen het verlies van zijn verantwoordelijkheden en een mogelijke aanpassing van zijn bonusregeling. Het bedrijf wil tegemoetkomen aan die bezwaren en doet de werknemer een nieuw voorstel: hij behoudt zijn functietitel en dezelfde bonus, mits hij zich positief opstelt en afstand houdt van de leiding en bedrijfsaansturing
Boekhouder in de bocht
Een paar dagen later vraagt de boekhouder de werknemer bij hem op kantoor te komen. Maar de man wil niet en zegt het nieuwe contract niet te zullen ondertekenen. De boekhouder reageert teleurgesteld. In een WhatsApp-bericht van 17 juli 2024 schrijft hij: “Het is doodzonde als je niet tekent, dit kan vervelende reacties opleveren.” Ook stuurt de boekhouder een document waarin stond dat de werkgever gerechtigd is ‘om werknemer met behoud van salaris te plaatsen in een andere functie als werkgever van mening is dat werknemer niet meer voldoet aan de eisen voor de functie dan wel als het bedrijfsbelang dat vergt’.
Dreigende taal
Beide partijen willen mediation, maar dat leidt niet tot een oplossing. Partijen gaan vervolgens in overleg over een minnelijke regeling. De werknemer bericht in die periode aan zijn werkgever dat de directeur dreigende taal naar hem heeft geuit en heeft gedreigd met fysiek geweld. De werkgever spreekt daarop haar afkeer uit en stelt dat sprake is van ongefundeerde beschuldigingen. De groothandel wil dat de rechter het arbeidscontract ontbindt wegens ernstig verstoorde verhoudingen, maar ook omdat de werknemer werkzaamheden voor een relatie van de groothandel blijkt te hebben verricht.
Desinformatie
De werknemer weerspreekt alles voor de rechter. Niet hij maar de werkgever zou desinformatie hebben verspreid, en voor een intimiderende sfeer hebben gezorgd. Zo werd de man in de periode dat partijen in overleg waren over een minnelijke regeling uit de groepsapp verwijderd, was hij niet welkom op het bedrijfsfeest en werd hij door de werkgever geïsoleerd. Dit alles leidde ertoe dat de arbeidsrelatie inmiddels ernstig en duurzaam is verstoord en niet kan worden voortgezet.
Uitspraak
De rechter wees het verzoek van de werknemer om een billijke vergoeding van € 369.928 af, maar kende hem wel een transitievergoeding van € 107.433 toe. De rechtbank benadrukte dat beide partijen hadden bijgedragen aan het conflict, maar dat geen van beiden ernstig verwijtbaar had gehandeld. De arbeidsovereenkomst wordt per 1 september 2025 ontbonden. Volgens de rechter was herstel van het vertrouwen onmogelijk geworden, mede door de escalerende communicatie en de persoonlijke verhoudingen binnen het familiebedrijf.
Ook de boekhouder kreeg impliciet nog een standje. De rechtbank stelde dat het “invoelbaar” is dat de werknemer druk ervaarde, bijvoorbeeld daar waar hij er door de boekhouder op gewezen werd dat het niet ondertekenen van de aanvullingen op zijn arbeidsovereenkomst mogelijk vervelende reacties zou oproepen.
Lees hier de uitspraak.
Dat is direct een hoger beroep waar enkel al op het punt “ernstig verwijtbaar” met weinig moeite een zaak te maken is.
Dreigende taal, dreigende acties en bewezen handelingen maken dit echt een belachelijke uitspraak.
Hoe kan een rechter een dergelijk verstoorde relatie als iets tussen beide partijen beschouwen. Een goed ondernemerschap vereist dat je dit voorkomt, belachelijk dat dit soort rechters nog mogen acteren.
Als ondernemer acht ik verantwoordelijk te zijn, als oud werknemer heb ik dit soort walgelijke spelletjes moeten ervaren. Misschien is de vergoeding te hoog, dan matig je die, maar je stelt niet dat de werkgever hier goed geacteerd heeft. De werkgever is ook voor zijn boekhouder verantwoordelijk.