Van Ruijven wijst erop dat automobilisten weliswaar hun eigen reiskosten betalen, maar niet de schade die hun gebruik veroorzaakt aan anderen. Parkeerdruk, geluidsoverlast, luchtvervuiling, CO₂-uitstoot en files zorgen voor miljarden aan maatschappelijke kosten die nu grotendeels door de samenleving worden gedragen. In 2018 bedroegen die kosten naar schatting 28,7 miljard euro, vooral door verkeersongevallen (10 miljard), files (8,1 miljard) en infrastructuur (6,8 miljard).
Elektrisch rijden
De overstap naar elektrische auto’s vermindert de uitstoot, maar niet de totale schade, stelt Van Ruijven. Elektrische auto’s veroorzaken evenveel congestie, geluid en verkeersongevallen, terwijl ze veel minder belastingen opleveren. Omdat ze vrijgesteld zijn van bpm en geen brandstofaccijns betalen, daalt de opbrengst per gereden kilometer. “De kloof tussen wat de auto de samenleving kost en wat via belastingen wordt teruggehaald, groeit,” schrijft de onderzoeker.
Het huidige belastingstelsel is daardoor niet toekomstbestendig. Belastingen op bezit (zoals de motorrijtuigenbelasting) prikkelen mensen nauwelijks om minder te rijden, terwijl juist het gebruik maatschappelijke schade veroorzaakt. Een herziening is volgens Van Ruijven onvermijdelijk.
Kilometerheffing
Een effectieve belasting moet volgens hem aansluiten bij het moment en de plaats waar schade optreedt. Een rit door de binnenstad in de spits veroorzaakt veel meer maatschappelijke kosten dan een rustige rit op het platteland. In drukke stedelijke gebieden kunnen de kosten door files oplopen tot meer dan 800 euro per duizend kilometer, terwijl die op stille wegen een fractie bedragen. Daarom pleit Van Ruijven voor een kilometerheffing die varieert naar tijd, plaats en voertuigtype. Zo’n systeem zorgt ervoor dat de vervuiler betaalt, en dat automobilisten worden gestimuleerd om buiten de spits te rijden of vaker het openbaar vervoer te nemen. Volgens buitenlandse voorbeelden, zoals in Stockholm en Singapore, neemt de weerstand tegen dergelijke heffingen vaak af zodra de voordelen — minder files en kortere reistijden — zichtbaar worden.
Alternatieven minder effectief
Een vlak tarief per kilometer is eenvoudiger in te voeren, maar minder rechtvaardig. Het zou bovendien relatief zwaar drukken op bewoners van landelijke gebieden, waar alternatieven voor de auto schaars zijn. Aanpassingen binnen het huidige stelsel, zoals hogere motorrijtuigenbelasting of bpm, sluiten volgens Van Ruijven onvoldoende aan bij de daadwerkelijke schade van autogebruik. De conclusie is duidelijk: zonder kilometerheffing loopt de kloof tussen maatschappelijke kosten en belastingopbrengsten verder op. “Wie schade veroorzaakt, zou ook de kosten moeten dragen,” aldus Van Ruijven in ESB.
Lees hier het hele artikel.



Geef een reactie