De uitgeleende en gerijpte aandelen van een dga zijn niet aan te merken als aandelen in de zin van artikel 4.6, letter a en letter b, van de Wet IB 2001, en daarmee heeft de dga geen aanmerkelijk belang. Het verlies is daarom door de inspecteur terecht op nihil vastgesteld, oordeelt de rechtbank Gelderland.
