Om van een herinvesteringsreserve (HIR) in een ander jaar gebruik te mogen maken dan het jaar van vervreemding moet worden aangetoond dat het herinvesteringsvoornemen onafgebroken aanwezig is geweest. Bij een onderneming die daarover een geschil had met de fiscus is dat het geval, oordeelde de rechtbank Gelderland onlangs.
