Nationale Nederlanden moet de gedupeerden in de woekerpoliszaak aangespannen door Kifid compenseren. De verzekeraar moet de eerste kosten van een beleggingsverzekering vergoeden en een hogere vergoeding geven voor het hefboom- en inteereffect.
Dit oordeelde de Geschillencommissie die de zaak behandelde.
In een eerdere tussenuitspraak uit 2013 in deze zaak had de Geschillencommissie al bepaald dat Nationale-Nederlanden te kort is geschoten in haar informatieplicht. Zij vindt dat de consument door de verzekeraar niet op duidelijke en begrijpelijke wijze is geïnformeerd over de eerste kosten van deze beleggingsverzekering. NN beriep zich daarna op de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 29 april 2015 waaruit zou blijken dat zij niet verplicht was informatie over de eerste kosten te geven. De Commissie houdt vast aan haar uitgangspunt dat open normen van burgerlijk recht tot aanvullende informatieverplichtingen voor verzekeraar en tussenpersoon kunnen leiden.
Compenseren
De Geschillencommissie heeft in haar einduitspraak bepaald dat Nationale-Nederlanden bij het sluiten van de verzekering in 1997 informatie over de eerste kosten had moeten geven. Deze informatie was noodzakelijk voor de verzekeringnemer voor een goed begrip van de wezenlijke kenmerken van de beleggingsverzekering. Naar het oordeel van de Commissie was het voldoende voorspelbaar voor de verzekeraar dat deze informatieplicht bestond, zodat volgens haar aan de door het Europese Hof gestelde voorwaarden is voldaan. Nationale-Nederlanden moet daarom de eerste kosten compenseren en deze ten goede laten komen aan de waarde-opbouw van de verzekering.
Hogere vergoeding voor hefboom- en inteereffect
De Geschillencommissie is bovendien van oordeel dat Nationale-Nederlanden te kort is geschoten in haar informatieplicht over het hefboom- en inteereffect. Dit effect brengt mee dat er bij dalende koersen meer moet worden betaald voor een meeverzekerd overlijdensrisico. Dit gaat ten koste van de waarde-opbouw van de verzekering. Ook op dit punt voldoet deze informatieplicht aan de door het Europese Hof gestelde voorwaarden. De commissie is van mening dat voor de vergoeding voor het hefboom- en inteereffect door NN volgens een nettorendement van 13% moet worden berekend. De verzekeraar dient de hogere vergoeding voor het hefboom- en inteereffect eveneens ten goede te laten komen van de waarde opbouw van de verzekering.
Onjuiste voorstelling van zaken
Uit het onderzoek van de actuaris naar de in de offerte genoemde voorbeeldrendementen en voorbeeldkapitalen is gebleken dat de offerte op een aantal punten een onjuiste voorstelling van zaken gaf waardoor de voorbeeldkapitalen te hoog zijn voorgesteld. De Commissie wijst echter het beroep op dwaling af omdat consument niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij een juiste voorstelling van zaken de beleggingsverzekering niet zou hebben gesloten.
Geef een reactie