De NOB is van mening dat het wel mogelijk is om de aanpassing van de bezitseis vorm te geven op een wijze die voor Nederlandse fiscale eenheden minder ingrijpend is. De Orde geeft Wiebes daarom in overweging weliswaar als basis vast te houden aan de nu aangescherpte bezitseis, maar in het Besluit fiscale eenheid 2003 een verzachting te bieden.
Dat schrijft de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs in haar nader commentaar op de Wet aanpassing fiscale eenheid.
Staatssecretaris Erik Wiebes van Financiën houdt vast aan de voorgestelde aanscherping van de bezitseis. De staatssecretaris maakt de achtergrond van de bezitseis duidelijk in de nota naar aanleiding van het verslag. De achtergrond hiervan is -kort gezegd- dat hij uitvoeringsproblemen voorziet als een fiscale eenheid mogelijk zou worden tussen een Nederlandse moedermaatschappij met haar Nederlandse dochtermaatschappij, waarvan de aandelen via een buitenlandse rechtspersoon zijn gecertificeerd. In een dergelijke situatie zou op basis van het buitenlandse recht en in een vreemde taal opgestelde akten, contracten en dergelijke moeten worden beoordeeld om een antwoord te krijgen op de vraag bij wie de materiële zeggenschap berust.
Certificering
Naar de mening van de Orde constateert de staatssecretaris terecht dat het EU-recht bij handhaving van de huidige bezitseis ertoe zou dwingen om certificering via (bijvoorbeeld) een buitenlandse stichting mogelijk te maken. Maar de NOB is van mening dat de bestaande mogelijkheid van certificering via een Nederlandse ‘stichting administratiekantoor’ zonder dat de fiscale eenheid verbreekt, in een maatschappelijke behoefte voorziet. In dat licht meent de Orde dat het wel mogelijk is om de aanpassing van de bezitseis vorm te geven op een wijze die voor Nederlandse fiscale eenheden minder ingrijpend is.
De Orde geeft daarom in overweging weliswaar als basis vast te houden aan de nu aangescherpte bezitseis, maar in het Besluit fiscale eenheid 2003 een verzachting te bieden. Die verzachting zou dan kunnen inhouden dat bij certificering via een Nederlandse rechtspersoon (stichting, BV etc.) een fiscale eenheid wel mogelijk is, mits aan het materiële zeggenschapscriterium zoals geformuleerd in het STAK-arrest is voldaan. Om niet in strijd te komen met het EU-recht, moet deze mogelijkheid ook worden opengesteld voor certificering via een met een Nederlandse rechtspersoon vergelijkbare buitenlandse rechtsvorm. In beide gevallen kan – teneinde tegemoet te komen aan de door de staatssecretaris terecht geconstateerde uitvoeringstechnische problemen – de bewijslast voor het voldoen aan het materiële zeggenschapscriterium bij de belastingplichtige worden gelegd. De Orde meent dat een dergelijke aanpak de voorkeur verdient boven de categorale uitsluiting en verzoekt dit te overwegen.
Onderworpenheidseis
De Orde schrijft verder blij te zijn dat de staatssecretaris de onderworpenheidseis in de nota van wijziging heft aangepast. De NOB vindt de nieuwe onderworpenheidseis evenwichtiger en zit er minder risico op strijdigheid met het EU-recht in
Andre punten die de NOB Wiebes ter overweging wil geven, zijn de verplichting tot sluiten boeken gekozen moedermaatschappij, de aanvang en staken vaste inrichting, wijziging van de structuur – verbreking fiscale eenheid, wijziging van de structuur – verliesverrekening, art. 15ac, lid 8 Wet Vpb 1969 en samenloop met artikel 13l Wet Vpb 1969.
Geef een reactie