Werknemers die langdurig ziek zijn, houden recht op een transitievergoeding, maar hun werkgever wordt gecompenseerd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier zal een verhoging van de (uniforme) premie tegenover staan. Bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen hoeft de waarde van de bij cao geregelde voorziening niet gelijkwaardig te zijn aan de transitievergoeding waar een individuele werknemer recht op zou hebben gehad.
Deze twee maatregelen zijn onderdeel van een pakket aan arbeidsmarktmaatregelen dat donderdag naar de Tweede Kamer is verzonden.
Werkgevers hebben in de Wet werk en zekerheid (Wwz)de verplichting om het loon van een zieke werknemer gedurende twee jaar door te betalen. Werkgevers ervaren knelpunten bij deze verplichting. Minister Asscher komt met een aantal voorstellen die betrekking hebben op het verminderen van de kosten die gemoeid zijn met de transitievergoeding bij het einde van het dienstverband na langdurige arbeidsongeschiktheid (zonder aantasting van de rechten van werknemers).
Zo is het kabinet voornemens te komen tot een regeling op grond waarvan werkgevers worden gecompenseerd voor de kosten van een bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid verschuldigde transitievergoeding. Die compensatie kan plaatsvinden vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier staat een verhoging van de (uniforme) premie tegenover. Het kabinet acht dit gerechtvaardigd gelet op de kosten die werkgevers al moeten maken als het gaat om langdurig zieke werknemers. Als gevolg van dit voorstel zal er voor werkgevers geen aanleiding meer zijn om een arbeidsovereenkomst van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer uitsluitend in stand te laten om de transitievergoeding niet te hoeven te betalen (de zogenoemde slapende dienstverband problematiek), zodat er volgens Asscher ook geen maatregelen hoeven te worden getroffen om dit tegen te gaan. De minister wil mede hierom de voorgestelde wijziging met terugwerkende kracht in laten gaan.
Ontslag om bedrijfseconomische redenen
Zorgen die er zijn onder werkgevers in het midden- en kleinbedrijf over het verschuldigd zijn van een transitievergoeding bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen – veelal ingegeven door kostenbesparing, waar de transitievergoeding dan weer niet aan bijdraagt – lijken volgens Asscher in de weg te staan aan het realiseren van bestendige arbeidsrelaties. Daarom gaat hij de huidige regeling wijzigen. Deze wijziging houdt in dat bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen – waar de regeling in haar nieuwe opzet toe beperkt zal worden en waaronder ook ontslag wegens bedrijfsbeëindiging valt – de (gekapitaliseerde) waarde van de bij cao geregelde voorziening niet gelijkwaardig hoeft te zijn aan de transitievergoeding waar een individuele werknemer recht op zou hebben gehad.
Verhoging minimumloon
Een andere maatregel uit het pakket is de verhoging van het minimumloon. Het minimumjeugdloon wordt in stappen afgeschaft vanaf 21 jaar. Jongeren gaan een volwaardig salaris ontvangen. Om baanverlies te voorkomen, neemt het kabinet compenserende maatregelen.
Stukloon
Daarnaast wordt de stukloonbepaling gewijzigd. Betaling op basis van stukloon blijft mogelijk, maar werknemers gaan tenminste WML verdienen.
Seizoenswerk
Tevens krijgen werkgevers en werknemers krijgen de mogelijkheid om voor seizoensgebonden werk bij cao een uitzondering op de Wwz te maken. In de wet is vastgelegd dat werknemers na een opeenvolging van drie contracten (met een tussenpoos van ten hoogste zes maanden) een vast contract moeten krijgen. Voor werknemers die vanwege natuurlijke of klimatologische omstandigheden maximaal negen maanden per jaar aan het werk kunnen, mag de tussenpoos in deze ketenbepaling bij cao op ten hoogste drie maanden worden gesteld in plaats van de wettelijke zes.
S. Prekpalaj zegt
Interessant. Ik ben heel benieuwd hoe werkgevers uit het onderwijs dan gecompenseerd gaan worden.