Vooral in de bouw bestaat onduidelijkheid over welke bedrijven nu wel of niet gebruik kunnen maken van de Subsidieregeling praktijkleren? Er bestaat onduidelijkheid over de begeleiding van BBL’ers. En eigenlijk is er een eenvoudig antwoord. Het bedrijf dat daadwerkelijk de leerling werknemer begeleidt is het bedrijf dat in aanmerking komt voor de subsidie.
BBL staat voor beroepsbegeleidende leerweg. Deelnemers werken vier dagen in de week als leerling werknemer en volgen één dag of twee avonden per week onderwijs. Het bedrijf dat de daadwerkelijke praktijkbegeleiding van de BBL’er op de werkvloer voor zijn rekening neemt, is het bedrijf dat aanspraak kan maken op subsidie. Het is daarbij niet van belang of de BBL’er ook daadwerkelijk op de loonlijst van dat bedrijf staat. staat. Dus ook als BBL’ers werkzaam zijn via een detacherings- of uitzendconstructie komen zij in aanmerking voor subsidie. Wel moet er sprake zijn van een geldige praktijkovereenkomst tussen de leerling, het opleidingsinstituut en het -door het SBB erkende- leerbedrijf dat de praktijkbegeleiding verzorgt. Een ondernemer komt, zo vat PNO samen, dus in aanmerking voor subsidie als:
- er sprake is van een erkend leerbedrijf;
- de BBL’er wordt begeleid op de werkvloer van het erkende leerbedrijf;
- het bedrijf medeondertekenaar is van de praktijkovereenkomst;
Leerwerkplaatsen 2015/2016
Via de Subsidieregeling praktijkleren stelt het ministerie van OCW subsidie beschikbaar voor praktijkleerplaatsen. Het gaat dan over leerwerkplaatsen in het schooljaar 2015/2016. Bedrijven en instellingen die hiervan willen gebruikmaken, kunnen van 2 juni tot en met 15 september subsidie aanvragen. Net als in 2015 is hiervoor € 205 miljoen beschikbaar, waarbij de subsidie voor een volledige praktijkleerplaats kan oplopen tot € 2.700.
Geef een reactie