Het Openbaar Ministerie heeft een tuchtklacht ingediend tegen de ex-topman van Baker Tilly Berk. Dat meldt de Volkskrant. De zaak dient vrijdag voor de Accountantskamer.
Volgens het OM is er geen bewijs dat de oud-bestuursvoorzitter ‘opzettelijk betrokken’ was bij deze belastingfraude. Maar als accountant is hij volgens justitie tuchtwaardig, omdat hij de jaarrekeningen van zijn klant niet goed controleerde en geen melding maakte van mogelijk witwassen door de ondernemer. Daarom is een tuchtklacht tegen hem ingediend, net als tegen een andere ex-partner van het kantoor. Baker Tilly Berk en de oud-bestuursvoorzitter willen geen commentaar geven.
Belastingconstructie
De oud-bestuursvoorzitter was tot en met 2012 controlerend accountant van een onderneming in woondecoratie, die gebruikmaakte van een door het kantoor opgezette internationale belastingconstructie. De woondecorateur verkocht in 2007 op advies van zijn fiscalist de merkrechten van zijn producten aan een bedrijf op Cyprus, waarvan hij ook eigenaar werd. Jaarlijks betaalde hij een vergoeding aan zijn eigen brievenbusbedrijf voor het gebruik van het merk. Via Cyprus en de Britse Maagdeneilanden terecht op de bankrekening van een trust op Cyprus die het kantoor voor de ondernemer had opgericht. In een interne mail sprak een fiscalist van Baker Tilly Berk over ‘winst afromen’. Over de constructie ontstond discussie met de fiscus. In 2014 stapte de oud-bestuursvoorzitter op, naar aanleiding van ‘mogelijke betrokkenheid bij een fiscaal ontoelaatbare structuur voor een directeur-grootaandeelhouder’, zoals Baker Tilly Berk destijds naar buiten bracht. Een aantal andere medewerkers werd om dezelfde reden ontslagen. De oud-topman bleef wel partner bij het kantoor. Vorig jaar werden de zaken tegen de oud-bestuursvoorzitter en een ex-partner van Baker Tilly Berk geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.
Geef een reactie