De NBA heeft een set van elf kwaliteitsfactoren gepubliceerd voor niet-OOB-accountantsorganisaties. Met deze set kunnen kantoren inzicht geven in hun controlekwaliteit.
Vanaf 1 oktober is het de bedoeling dat ook niet-OOB-kantoren rapporteren hoe zij hun controlekwaliteit scherp houden. Met zo’n rapportage, bijvoorbeeld als onderdeel van het complianceverslag, voldoen niet-oob-kantoren aan maatregel 5.1 uit het NBA-rapport ‘In het publiek belang’. Maatregel 5.1 heeft betrekking op de informatie van accountantsorganisaties over hun investeringen in controlekwaliteit. Die informatie is relevant voor stakeholders, volgens de NBA, omdat zij bijdraagt aan het vertrouwen in de uitkomsten van controles.
Bevindingen
De uitkomsten van deze kwaliteitsfactoren worden weergegeven in ‘bevindingen’. Wanneer die uitwijzen dat het kantoor de kwaliteit nog verder kan verbeteren, vormen de kwaliteitsbevorderende maatregelen mede de basis voor het complianceplan van het daaropvolgende jaar. ‘Op deze wijze is er sprake van continu kwaliteitsbewustzijn’, zegt Ronald Ogink, voorzitter van de werkgroep niet-OOB-accountantsorganisaties op Accountant.nl. ‘Het voordeel van het opnemen in het complianceverslag is dat er dan ook geen sprake is van een “losse” rapportage, of “weer een nieuwe” rapportage, naast de al bestaande rapportages’, aldus Ogink. De nu geformuleerde kwaliteitsfactoren zijn volgens hem een doorvertaling van NBA-handreiking 1135 voor de niet-OOB-accountantsorgansiaties. Ogink: ‘We hebben deze kwaliteitsfactoren passend gemaakt voor het niet-OOB-segment. Deze elf kwaliteitsfactoren zijn van toepassing op alle niet-oob kantoren, daarom benoemen we ze ook. Maar omdat de situatie per kantoor verschilt, is het aan de kantoren zelf om te bepalen welke rapportage uiteindelijk recht doet aan hun eigen situatie.’
Continu kwaliteitsbewustzijn
In de huidige vorm van het complianceverslag nemen kantoren – in lijn met deze maatregel – al een aantal kwaliteitsfactoren op. Zoals vermelding van het aantal uitgevoerde in- en externe inspecties (reviews) en opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelingen (okb’s), plus de uitkomsten hiervan. Ogink: ‘Deze kwaliteitsfactoren zijn voor stakeholders echter onvoldoende om een oordeel over de kwaliteit van een kantoor te verkrijgen.’ Om aan de informatiebehoefte tegemoet te moet een kantoor, volgens maatregel 5.1, aanvullend in haar complianceverslag de elf kwaliteitsfactoren opnemen, en ook kantoorspecifieke normen.
Niet vrijblijvend
Het rapporteren over de controlekwaliteit is vrijwillig voor de niet-OOB-kantoren, maar niet vrijblijvend, zegt Ogink. ‘Investeren in kwaliteit is verplicht voor alle accountantskantoren. Als niet-oob-kantoren hebben we afgesproken dat we daarover transparant willen zijn. Daarover bestaat sterk draagvlak bij alle kantoren. Niet alleen over het rapporteren van investeringen in kwaliteit, maar ook over het rapporteren van de uitkomsten van die investeringen.’ Volgens Ogink zijn de voorgeschreven kwaliteitsfactoren minimaal gehouden, om de regeldruk niet te vergroten. ‘Er zijn al zo veel regels, we moeten zorgen dat ons vak boeiend en uitdagend blijft voor accountants.’
Geef een reactie