De AFM en DNB gaan geen tipgeld betalen aan medewerkers die misstanden in de financiële sector melden. Uit onderzoek blijkt dat een tipgeldregeling niet leidt tot meer meldingen. Bovendien vinden beide toezichthouders dat het melden van misstanden een morele plicht is en geen financieel motief zou moeten hebben.
De AFM en DNB schrijven dat in een brief aan minister Dijsselbloem. Die wilde weten hoe beide toezichthouders stonden tegenover het toekennen van tipgeld aan melders van misstanden in de financiële sector. “DNB en de AFM stellen voorop dat meldingen over misstanden in de financiële sector noodzakelijk zijn. Beide toezichthouders hebben een meldpunt waar medewerkers uit de financiële sector, beursgenoteerde ondernemingen, andere professionals, consumenten en beleggers terecht kunnen met meldingen over misstanden in de financiële sector. DNB en de AFM hebben nu onderzocht of het wenselijk is om, in aanvulling daarop, over te gaan tot het uitkeren van tipgeld voor meldingen. Daarbij hebben DNB en de AFM het huidige instrumentarium ten aanzien van meldingen van misstanden beoordeeld en gekeken naar het beleid van het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM] en de Belastingdienst.” Ook is gekeken naar andere EU-lidstaten, de Verenigde Staten en Canada.
Tipgeld helpt niet
De Belastingdienst en het OM keren bij uitzondering tipgeld uit. Hoeveel dat is en hoe vaak er wordt uitgekeerd, is niet bekend, aldus de AFM. “Zowel de Belastingdienst als het OM voeren zeer terughoudend beleid ten aanzien van de uitkering van tipgeld en verbinden bijzonder stringente voorwaarden aan de toekenning daarvan.”
Elders in Europa wordt geen tipgeld betaald; in de Verenigde Staten is dat wel het geval, maar dat leidt niet tot meer of betere meldingen. “Mede op basis van dit onderzoek hebben het Verenigd Koninkrijk en Canada afgezien van het invoeren van een tipgeldregeling.”
Morele plicht
De toezichthouders vinden dat het huidige instrumentarium, mede gebaseerd op de Wet Huis voor Klokkenluiders en de bestaande meldpunten van DNB en AFM, voldoende gelegenheid en waarborgen biedt aan tipgevers om misstanden op een ordentelijke en veilige manier te kunnen melden. “DNB en de AFM zien derhalve geen noodzaak om over te gaan tot het instellen van een tipgeldregeling. We zijn voorstander van de moreel ervaren plicht van marktpartijen om toezichthouders te attenderen op misstanden. Dit hoort geen financieel motief te zijn. DNB en de AFM zullen derhalve niet overgaan op toekenning van tipgeld.”
“Zowel de Belastingdienst als het OM voeren zeer terughoudend beleid ten aanzien van de uitkering van tipgeld en verbinden bijzonder stringente voorwaarden aan de toekenning daarvan.”
En dat roept vragen op; welk beleid en wat zijn de stringente voorwaarden. De tipgevers die uiteindelijk een uitkering kregen, waren meestal (strafrechtelijk) betrokken bij de gemelde overtreding. Denk maar eens aan de tipgever in de zwartspaar-affaire. Volledige anonimiteit en een opbrengstgerelateerde uitkering, terwijl hijzelf geen schone handen had.
Klokkenluiders die uit moreel besef een misstand meldden hadden tot voor 1 jaar geleden het nakijken. De Wet Huis voor Klokkenluiders bestond nog niet toen Ad Bos in 2001 zijn schaduwboekhouding openbaar maakte bij Zembla. Ook ondergetekende doorliep ditzelfde traject in 2004; ‘bedankt en tot ziens, we kunnen niets voor u betekenen’
Hoe anders liep het bij Cees H. die nota bene een miljoenendeal sloot met Fred Teeven. U weet wel….
Toen ik in juni 2004 de schaduwboekhouding met daarin 250 bedrijven overhandigde aan de FIOD (een convenant verbood gegevensuitwisseling door de NMA aan de belastingdienst) en vroeg of er wellicht een beloning bestond, zeiden de FIOD- rechercheurs zeiden geen regeling te kennen. Maar die regeling bestond dus wel. En het lag aan de grillen van MinFin om deze regeling toe te passen.
Inmiddels is mijn procedure in behandeling bij de Raad van State.
Vorige week bericht gehad; wederom 6 weken uitstel.
Van Ad Bos heb ik begrepen dat zijn beroep al meer dan een jaar loopt.
Lastig, lastig, die klokkenluiders……
Floor Drost
Bouwfraude-klokkenluider 2004