Als de uitkeringen niet worden verlaagd en de premies niet verhoogd, moet de AOW-leeftijd omhoog naar minimaal 69 in 2040 om het effect van de toegenomen levensverwachting op te vangen. Dat betoogt econoom Willem Heeringa, die vrijdag op dat onderwerp promoveert aan Tilburg University.
De AOW-leeftijd gaat tot 2021 geleidelijk omhoog naar 67 jaar en wordt daarna gekoppeld aan de toename van de levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Heeringa stelt in zijn promotieonderzoek dat de AOW-leeftijd in 2040 minimaal op 69 moet liggen. De AOW werd 60 jaar geleden ingevoerd. Sindsdien zijn Nederlanders langer gaan leven en krijgen ze minder kinderen. Mannen werken tegenwoordig minder, maar vrouwen meer. “Een doorrekening van de AOW-generatierekeningen van alle generaties geboren tussen 1892 en 2000 toont aan dat deze demografische en economische ontwikkelingen het stelsel onder druk zetten. De toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen weegt voor het AOW-stelsel dan ook niet op tegen de negatieve effecten van de daling van het geboortecijfer en de afgenomen arbeidsparticipatie van mannen.”
Zonder dat de premies omhoog en de uitkeringen omlaag gaan, is de leeftijd van 69 voldoende om in 2040 het effect van de toegenomen levensverwachting volledig op te vangen.
Jongeren moeten meer in aandelen
Heeringa, afdelingshoofd macroprudentiële analyse en beleid bij de divisie financiële stabiliteit van DNB, stelt ook dat het Nederlandse AOW-stelsel de optimale beleggingsportefeuille van een individu beïnvloedt. Voor jongeren kan het optimaal zijn om meer in aandelen te beleggen. “Deze bevinding impliceert dat Nederlandse pensioenfondsen de pensioenpremies van jongeren risicovoller zouden moeten beleggen dan die van ouderen. Dit sluit aan bij de huidige discussie over een meer geïndividualiseerd aanvullend pensioenstelsel.”
Geef een reactie