De AFM heeft van 5 niet-OOB-kantoren hun vergunning tot het mogen uitvoeren van wettelijk verplichte controles op jaarrekeningen ingetrokken. Bovendien volgen er op korte termijn nog twee kantoren die hetzelfde lot is beschoren. De toezichthouder wil de namen van de betreffende kantoren niet bekend maken. De AFM heeft vorig jaar de kwaliteit van twaalf kantoren in het niet-OOB segment onderzocht.Voor de namen van de betreffende kantoren verwijst de toezichthouder naar het openbare register van de AFM. In dat register van kantoren die wettelijke controles op jaarrekeningen mogen uitvoeren staan wel steeds minder namen.
Eindpunt
Het intrekken van een controlevergunning is het eindpunt van een relatief lange weg. De AFM heeft de controles op niet-OOB-kantoren gedelegeerd aan respectievelijk de NBA en de SRA. Wanneer deze instellingen een WTA-kantoor de maat nemen rolt daar een oordeel uit. Wanneer dit oordeel voor een tweede keer – dus na een eerste en een tweede toetsing – negatief is dan wordt het betreffende dossier overgedragen aan de AFM. Zo heeft de AFM heeft in 2017 van 12 accountantsorganisaties, die wettelijke controles uitvoeren, de dossiers overgedragen gekregen vanuit de NBA en de SRA. Aan alle 12 de accountantsorganisaties is door de AFM opvolging gegeven. Dat betekent dat de AFM gesprekken gaat voeren met de betreffende kantoren, of dat de AFM de toetsing zelf op zich neemt, of dat er naar een verbeterplan wordt gevraagd. Dit kan in voorkomende gevallen, zo stelt de woordvoerder van de AFM aanleiding zijn om (vrijwillig) een vergunning in te trekken of om een tuchtzaak te starten. Uiteindelijk heeft dit geleid, tot het intrekken van 5 vergunningen. Van 2 kantoren staat het intrekken van de vergunning op de rol.
Niet altijd gelijk
De veranderingen in het accountantsberoep gaan volgens de AFM nog steeds te langzaam. Het begint bij de Big Four waar bij 19 van 32 door de AFM onderzochte dossiers ‘geen voldoende en geen geschikte controle-informatie is verkregen ter onderbouwing van het oordeel in de controleverklaring.’ Dit zijn de dossiers die ruim in de publiciteit komen. Volgens de AFM voldoen de tot nu toe door haar onderzochte OOB-kantoren geen van allen aan de verwachtingen om hun auditkwaliteit te verbeteren. De AFM is dus nog steeds ontevreden over de kwaliteit van het accountantsberoep. Maar de AFM krijgt niet altijd en automatisch gelijk in haar oordeel. Waar de meeste kantoren na kritiek op hun functioneren door de AFM, misschien het motto hanteerden: wanneer je geschoren wordt, moet je stil blijven zitten, gingen EY en PwC vorig jaar in beroep tegen een negatief oordeel van de AFM. De rechter gaf beide kantoren gelijk. Op basis van het door de AFM uitgevoerde onderzoek naar de auditkwaliteit van beide kantoren kan de AFM, naar het oordeel van de rechter, niet stellen dat de overall kwaliteit van die kantoren te kort schiet. Een oordeel waar de AFM het – niet verbazend – niet mee eens is. De AFM gaat dan ook tegen dit oordeel in beroep. De focus op de Big Four leidt er wel toe dat aandacht bij de AFM voor andere segmenten achterblijft. Zo is het onderzoek naar de kwaliteit van de overige OOB-kantoren doorgeschoven naar dit jaar.
Hoeveel euro’s kost AFM toezicht?
De totale begroting van de AFM bedraagt € 98,5 miljoen en telt 642 FTE’s. Daarvan werken er 48 ten behoeve va het toezicht op accountants. Ervan uitgaand dat het toezicht op accountants naar verhouding even veel geld kost toezicht op andere segmenten dan zou het toezicht op accountants € 7,4 miljoen kosten. De AFM geeft aan dat zij niet beschikt over een overzicht van de toezichtskosten per domein.
Geef een reactie