Het ministerie van Financiën heeft een lijst gepubliceerd waarin de toegelaten buitenlandse pensioen- en lijfrente-uitvoerders zijn opgenomen. Sinds vorig jaar hebben zich drie nieuwe aanbieders gemeld als uitvoerder voor Nederlandse pensioenproducten. In Europees verband wordt nagedacht over een Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP), zodat iedereen in de EU in de derde pijler pensioen (lijfrente) kan opbouwen.
De minister van Financiën kan een buitenlands pensioenfonds of een buitenlandse verzekeraar aanwijzen als toegelaten pensioenuitvoerder. De buitenlandse pensioenuitvoerder moet zich dan hebben verplicht informatie te verstrekken over de uitvoering van de pensioenregelingen. Ook moet de buitenlandse pensioenuitvoerder in Nederland ‘uitwinbare zekerheid’ stellen. Aan deze laatste eis is ook voldaan als de uitvoerder aansprakelijkheid aanvaardt voor de belastingheffing bij een onjuiste afwikkeling van het pensioen.
Aansprakelijkheidsacceptatie
Het alternatief van de aansprakelijkheidsacceptatie is alleen mogelijk voor aanbieders uit de Europese Unie, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland. Het is ook mogelijk dat in de plaats van deze aansprakelijkheidsacceptatie door de pensioenuitvoerder de werknemer de gevraagde zekerheid stelt. Voor buitenlandse lijfrente-uitvoerders geldt een vergelijkbare regeling.
Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct
In Europees verband wordt nagedacht over een Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP), zodat iedereen in de EU in de derde pijler pensioen (lijfrente) kan opbouwen. Zoals het er nu naar uitziet, moet de uitvoerder dan echter een product ontwikkelen dat hij in alle lidstaten van de EU aanbiedt. Verder geldt dat het product moet voldoen aan de fiscale regels in alle lidstaten. Omdat dit zeer lastig is, wil de Europese Commissie PEPP-spaarders dezelfde fiscale faciliteiten geven als voor het nationale product gelden (in Nederland: de lijfrenteaftrek). Een aanbeveling van de Europese Commissie is echter niet bindend voor de individuele lidstaat. Minister Hoekstra van Financiën heeft eerder al aangegeven dat hij niet van zins is om PEPP-spaarders premieaftrek te verlenen als het product niet (compleet) voldoet aan de Nederlandse fiscale regels.
Tweede pijler
De gevolgen van de verordening kunnen verstrekkend zijn, omdat de Europese wetgeving prevaleert boven nationale wetgeving. PEPP kan potentieel gevolgen hebben voor zowel de derde als tweede pijler in Nederland. Met de PEPP werd in principe een individueel derde pijlerproduct beoogd. Omdat ‘Institutions for Occupational Retirement Provision’ (IORPs) zoals pensioenfondsen op basis van het voorstel ook een PEPP mogen aanbieden, zou de verordening in Nederland ook aanzienlijke gevolgen hebben voor de tweede pijler.
Geef een reactie