Het Gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld dat het gebruik van scanauto’s door gemeenten bij controles voor de parkeerbelasting niet in strijd is met artikel 8 uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Een automobilist kreeg een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Amsterdam. Een scanauto had een melding doorgegeven dat de auto op een parkeerplek aan de Nieuwezijds Voorburgwal stond waar geen parkeerrecht was. Controleurs stelden negen minuten later vast dat het voertuig op een fiscale parkeerplek stond geparkeerd en dat er geen sprake was van laden en lossen. Daarna werd terecht tot het opleggen van een naheffingsaanslag overgegaan, oordeelde de rechtbank Amsterdam eind 2016.
De man ging daartegen in beroep en stelde onder anderen dat de parkeercontrole door de gemeente met scanauto’s in strijd is met artikel 8 uit het EVRM, waarin het recht op privé-, familie- en gezinsleven is vastgelegd. Door de manier waarop de heffingsambtenaar de voor de naheffingsaanslag benodigde gegevens heeft vergaard zou volgens de automobilist een wettelijke basis ontbreken.
Ook in hoger beroep haalt de automobilist nu bakzeil. De controles door middel van scanauto’s zijn aan te merken als waarnemingen in de publieke ruimte die op zichzelf geen inmenging opleveren, spreekt het Hof uit:
‘De redelijke verwachtingen van belanghebbende omtrent zijn privacy zijn in dit opzicht niet geschaad. Belanghebbende kon juist verwachten dat controle van de parkeerbelasting zou plaatsvinden en dat ten behoeve hiervan het kenteken van de auto zou worden geregistreerd. De omstandigheden dat de controle langs elektronische weg plaatsvind en dat de gescande gegevens langs die weg worden vergeleken met de in de parkeerapparatuur opgeslagen gegevens, maakt dat niet anders, ook niet indien, zoals belanghebbende heeft aangevoerd, de scangegevens aan de hand waarvan naheffingsaanslagen parkeerbelasting zijn opgelegd (enige tijd) in een database worden vastgelegd en bewaard. Deze gegevens vormen het bewijsmateriaal voor de heffingsambtenaar ter onderbouwing van de desbetreffende naheffingsaanslag(en). Het Hof acht niet aannemelijk geworden dat deze gegevens op systematische wijze worden verzameld en bewaard met (mede) het doel om aan de hand van een analyse van die gegevens per voertuig een beeld te krijgen van verplaatsingen daarvan.’
Uitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2018:145
Geef een reactie