Minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker kondigt aan dat hij onderzoek laat uitvoeren naar de opmars van no cure, no pay-bureaus die bij WOZ-bezwaren namens belanghebbenden optreden. Daarbij wordt ook de rol van zulke bedrijfjes bij parkeerbelastingen en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) bij import van gebruikte auto’s bekeken.
Dat antwoord Dekker op vragen van CDA-kamerleden Van der Molen, Ronnes en Van Dam naar aanleiding van berichtgeving van Binnenlands Bestuur. Dat constateerde eerder dit jaar dat één op de drie bezwaren tegen de woningwaardering inmiddels afkomstig is van no cure, no pay-bureaus. De Waarderingskamer, die controleert of gemeenten de WOZ goed uitvoeren ontvangt in toenemende mate signalen over ongewenste praktijken van dergelijke bureaus, meldde Binnenlands Bestuur.
Verdienmodel
‘Deze signalen bereiken mijn ambtgenoten van Financiën en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook in toenemende mate omdat de problematiek ook raakt aan andere beleidsterreinen, zoals de parkeerbelastingen en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) ingeval van import van gebruikte auto’s’, schrijft Dekker.
Parkeerbelasting & BPM
‘Zowel bij het niet betalen van parkeerbelasting als de import van gebruikte auto’s blijkt een groep ondernemers namens kentekenhouders massaal bezwaar en beroep in te dienen tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting dan wel de (eigen) BPM-aangifte, zelfs in die gevallen waarbij het te behalen belastingvoordeel klein is. Net zoals bij de WOZ is er ook in dit geval een verdienmodel ontstaan’, ziet de minister. Daarom wil Dekker nu de ontwikkeling van de aantallen bezwaren door no cure, no pay-bedrijven en de in verband daarmee toegekende kostenvergoedingen laten onderzoeken. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal worden bezien welke oplossingen voor de problematiek in de rede liggen.
Kwaliteit in orde
Het algemene beeld dat uit eerder onderzoek van de Waarderingskamer naar de kwaliteit van WOZ-beschikkingen komt is dat de waardering op een juiste wijze plaatsvindt, schrijft Dekker ook nog. ‘In de periode december 2017 tot maart 2018 voerde de Waarderingskamer 119 onderzoeken naar de kwaliteit van de taxaties in 100 gemeenten uit. Het totaal aantal WOZ-objecten binnen deze gemeenten bedraagt ongeveer 3,5 miljoen. Nederland telt in totaal ongeveer 8,9 miljoen WOZ-objecten. Bij 7 gemeenten hebben tekortkomingen ertoe geleid dat WOZ-beschikkingen pas na het verstrijken van de wettelijke termijn van 8 weken zijn beschikt. Het algemene beeld hieruit is aldus dat de waardering op een juiste wijze plaatsvindt. Gemeenten die kwalitatief onvoldoende scoren worden hier door de Waarderingskamer op gewezen en kunnen in het uiterste geval zelfs worden gesanctioneerd door een tijdelijk verbod tot het opleggen van WOZ-beschikkingen. Desalniettemin was in deze gevallen de kwaliteit op orde op het moment dat de WOZ-beschikkingen werden beschikt. Onlangs is de laatste gemeente aangesloten op de Landelijke Voorziening WOZ. Hierdoor zijn sinds kort alle WOZ-waarden van woningen vrij toegankelijk voor iedereen in het WOZ-waardeloket, waardoor de beoordeling van de WOZ-waarde van een woning door belanghebbenden mogelijk wordt door vergelijking met andere woningen. Hiermee wordt een volgende stap gezet in de kwaliteit van de WOZ-waardering van woningen.’
Geef een reactie