Een tweede klacht bij de Accountantskamer tegen de voormalige bestuursvoorzitter van Baker Tilly Berk Romke van der Veen in een slepende zaak rond een belastingconstructie is deels verjaard en verder ongegrond, heeft de Accountantskamer laten weten. Een nieuwe sanctie acht de tuchtrechter overbodig, omdat de accountant berispt is voor zijn optreden.
Fiscalisten van BTB zetten voor een bedrijf in woningdecoratie een fiscale constructie met een trust op Cyprus op. Met die route werd de winst in Nederland afgeroomd door royalty’s uit te keren aan de trust. De fiscalist was zich er wel van bewust dat de constructie ‘de aandacht [had] van de fiscus’. Maar zolang de Cypriotische onderneming niet gebonden was aan het bedrijf in Nederland, was er geen vuiltje aan de lucht, zeiden ze. De interieurspecialist hield zich niet aan de voorwaarden en liet het geld, via een omweg, terugvloeien naar zijn eigen portemonnee. Dat hield hij, meldde BTB eerder, voor zijn accountants verborgen. De ondernemer intussen vindt dat hij ernstig benadeeld is door BTB. Het kantoor zou geprobeerd hebben de schuld van de foute constructie in zijn schoenen te schuiven.
Belastingfraude
Het Openbaar Ministerie vervolgt de behanghandelaar voor belastingfraude en valsheid in geschrifte. Ook Baker Tilly Berk zit in het beklaagdenbankje, voor het meewerken aan belastingontduiking. Van der Veen gaf een goedkeurende controleverklaring af bij de jaarrekeningen van 2010 tot 2012 en ondertekende de accountantsrapporten. Een strafzaak tegen hem en zijn collega, een accountants-administratieconsulent werd in 2016 geseponeerd bij gebrek aan bewijs. Daarna probeerde het OM het met een klacht bij de Accountantskamer tegen Van der Veen en zijn collega. Dat leverde meer op. Zij kregen een berisping omdat zij handelden in strijd met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid.
Geen verstand van
Tijdens de zitting van de Accountantskamer in juni 2017 verdedigden de twee accountants zich door erop te wijzen dat zij onvoldoende verstand hebben van fiscale constructies en volledig vertrouwden op de verzekering van fiscale collega’s dat de constructie legaal was. De ondernemer zou er zelf een potje van hebben gemaakt, door de constructie te misbruiken. Omdat onduidelijkheid bestond over de fiscale toelaatbaarheid van de truststructuur was er aanleiding om te veronderstellen dat de transactie verband hield met witwassen, sprak de Accountantskamer uit. Op grond van de Wwft hadden de twee melding moeten maken van de transactie en dat lieten zij na. Van der Veen ging in hoger beroep tegen de eerste uitspraak van de Accountantskamer, de collega niet.
Ontoelaatbaar
Volgens de behanggroothandelaar en zijn vennootschappen, heeft Van der Veen als controlerend accountant jaarrekeningen opgesteld waarvan hij wist dat ze onjuist waren, omdat er licentievergoedingen in staan die onzakelijk waren, en ten onrechte een goedkeurende verklaring afgegeven. In het overleg met de fiscalist heeft hij als adviserend registeraccountant opgetreden en zijn goedkeuring aan de truststructuur verleend. En hij verzuimde volgens klagers om in te grijpen toen de Belastingdienst moeilijk ging doen, aldus de woningdecorateur. Van der Veen echter verweert zich met het feit dat de klagers er schriftelijk op zijn gewezen dat de manier waarop zij omgingen met de truststructuur (het uitkeren van geld aan privé) ontoelaatbaar was. Zelf zou hij niet hebben geweten dat zij dat deden. Dat hij er wel weet van zou hebben, is door klagers niet aannemelijk gemaakt, aldus de tuchtrechter.
FIOD-onderzoek
In hun klacht heeft de behanghandelaar onder meer verwezen naar verdenkingen uit een voorafgaand FIOD-onderzoek. Omdat de strafzaak op basis van die verdenkingen werd geseponeerd, vindt de Accountantskamer dat dit onderzoek niet kan dienen als onderbouwing van de klacht dat Van der Veen in strijd met de wet heeft gehandeld. Omdat Van der Veen al eerder is berispt voor zijn handelen is er geen aanleiding een nadere en extra maatregel op te leggen.
Geef een reactie