Het voorstel van de Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA) om zichzelf te verbeteren door anderen iets op te leggen, weerspiegelt hoezeer deze beroepsgroep vervreemd is geraakt van de hedendaagse economie. Dat schrijft Henk Strikwerda, hoogleraar organisatieleer aan de UvA, in het FD.
Het opiniestuk is een reactie op een woensdag gepubliceerd rapport van de NBA. De NBA wil voor bedrijven een plicht om in hun jaarverslag een aparte paragraaf op te nemen over hun toekomstbestendigheid. Nu zijn bedrijven alleen verplicht iets te rapporteren als er twijfels rijzen over het voortbestaan. De beroepsorganisatie vraagt Den Haag vragen om op dit punt de wet aan te passen.
‘Niet gekwalificeerd’
Aandeelhouders, kredietverstrekkers, werknemers, leveranciers, afnemers willen graag een oordeel vooraf over de continuïteit van het bedrijf. ‘De registeraccountant is absoluut niet gekwalificeerd noch bevoegd tot zo’n oordeel’, vindt Strikwerda. ‘De term ‘rapportering’ verraadt hoe de beroepsgroep tot een oordeel over de continuïteit zou willen komen: op grond van accountinginformatie. Terwijl het ware probleem van continuïteit is of bestuurders — vaak subtiele — signalen over veranderingen op sectorniveau en implicaties van nieuwe technologieën tijdig willen en durven zien. Op grond daarvan moet het management aanpassingsprocessen in gang zetten ver voordat operationele resultaten daartoe dwingen’, aldus Strikwerda.
Geef een reactie